Reguleren bestaande woningvoorraad middensegment
Praktijkervaringen van gemeenten met het zorgen voor voldoende betaalbare koop- en middenhuurwoningen.
Klein maar fijn
De stad wint aan populariteit: steeds meer mensen willen er wonen. In combinatie met veranderende gezinssamenstelling en leefpatronen, flexibilisering van de maatschappij, technologie en de opkomst van de deeleconomie ontstaan er kansen voor Smart small living. Dit woonconcept gaat letterlijk uit van slimmer wonen, onder meer vanwege het gemeenschappelijke gebruik van voorzieningen. De achterliggende gedachte: de woning is functioneler dan een vergelijkbaar klein appartement zonder gedeelde voorzieningen en goedkoper dan een grotere woning die al deze voorzieningen wel heeft. Met andere woorden: meer woongenot per vierkante meter woonoppervlak.
Smart small living voorziet in de behoefte van studenten en starters, expats, ouderen, gezinnen of mensen met een gedeelde hobby of levensfase, zo blijkt uit de verkenning van Platform31 en Juli ontwerp en advies, naar deze woonvorm. Daarnaast versterkt het de identiteit van de locatie waar volgens dit concept wordt gebouwd. Daarmee is Smart small living ook geschikt voor transformatie van bestaande gebouwen. Als we hierbij ook de thema’s flexibel bouwen en demontabel bouwen meenemen, ontstaat er ook een duurzame ontwikkeling van de stad.
Het verkleinen van de woning en verhogen van het voorzieningenniveau, houdt wonen in dure stadscentra betaalbaar. Bovendien sluit Smart small living aan bij een trend die al langer zichtbaar is, zoals het kantoor-aan-huis en de opkomst van blurring die ontstaat door detailhandel en horeca te mixen. Desondanks lijkt de regelgeving hier nog niet voldoende rekening mee te houden. Smart small living zorgt ervoor dat op een andere manier tegen bestaande vormen van wonen of regelgeving kan worden aangekeken.
"*" geeft vereiste velden aan