Leefbaarheid groeikernen onder druk; toekomst van New Towns vraagt aandacht van Rijk
Hogere inkomens verlaten verouderde wijken. De gemeenten zien armoede, eenzaamheid en ondermijning toenemen.
“We leven in een tijdperk van transformaties. De maatschappij staat voor grote vernieuwingsopgaven. Door de corona-pandemie, wooncrisis, duurzaamheidscrisis en sterk stijgende energiekosten is die noodzaak tot veranderingen alleen maar groter geworden. Veel wijken staan voor grote uitdagingen, zoals de toenemende armoede, werkloosheid en de verduurzamingsopgave. Vanuit het gedachtegoed van transformationeel leiderschap, thought leadership en gedragsverandering heb ik wijktransformaties onderzocht. Ik ben gefascineerd door de manier waarop zulke transformatieprocessen verlopen. In mijn onderzoek zag ik dat mensen heel erg aan het zoeken waren naar antwoorden op verschillende vragen; hoe breng ik een verandering in beweging? Hoe pak ik het aan? Wat werkt wel en wat niet? Ik heb antwoord proberen te geven op die vragen.”
“Enerzijds voor de vernieuwers en trekkers van wijktransformaties die nu allemaal gaande zijn. Wie dat zijn, kan sterk verschillen. In de twee wijken – Strijp-S en Woensel-West – trokken de woningcorporatie en de gemeente daarin samen op. Ze vormden de schakel tussen verschillende betrokken partijen zoals school, politie, bewoners- en huurderstichtingen en zorg- en welzijnsorganisaties. Ook hadden ze een aanjagende functie in het netwerk van de wijk met onder andere bewoners en ondernemers. Anderzijds kunnen ook onze studenten leren van de casussen. Voor communicatiestudenten is het relevant, maar ook voor studenten van social studies en vastgoed.”
“Ik heb een achtergrond in de communicatiewetenschap, waarin het denken vanuit publieksgroepen en de manier waarop je mensen in beweging brengt centraal staat. Als docent-onderzoeker bij Fontys Hogeschool doe ik onderzoek naar de manieren waarop je tot een fundamenteel andere situatie kan komen, en de dynamieken die daarbij een rol spelen, juist vanuit de verschillende publieksgroepen in een wijk. Daarin het gedachtegoed van transformationeel leiderschap en gedragsverandering leidend. Vanuit deze insteek kan je een transformatie zien als een organisch proces dat zich steeds verder ontwikkelt en zich ontvouwt. Geleidelijk groeien situaties door ze te laten ontstaan. Je moet daarin surfen op de kantelpunten die ontstaan. Het is de kunst om die sensitief te herkennen, en om mee te bewegen, zodat je de transformatie verder brengt richting de stip op de horizon.”
“De insteek van het onderzoek was om te leren van succesvolle vernieuwingen. Juist omdat veel initiatieven er niet in slagen tot een wezenlijke verandering te komen. De transformatie in beide wijken heeft volgens de geïnterviewden en de bronnen uit het deskresearch geleid tot een hernieuwde en betere situatie voor bewoners, ondernemers en andere stakeholders. Hoewel verschillend van aard, werd in beide wijken gekomen tot een andere manier van samenleven en samenwerken. In beide gevallen stond de leefwereld van mensen centraal.
Strijp-S veranderde van een verlaten industrieterrein naar de creatieve hotspot van Eindhoven, een trekpleister voor mensen die houden van hoogstedelijkheid. Eindhoven stond aan het begin van de eeuw voor de uitdaging internationaal aantrekkelijker te worden voor hoogopgeleide technici uit het buitenland. Maar hoe? Tegelijkertijd trokken studenten van de opkomende Design Academy na afronding van hun studie zo snel mogelijk weg uit Eindhoven omdat het er zo ‘boring’ was. Dat bood kansen. Creatieve pioniers en ondernemers van onder ander de Design Academy kregen de ruimte om op het immense voormalige Philips-terrein hun ding te gaan doen. Dat heeft de basis gevormd van de mensgerichte bottom-up beweging die tot stand kwam die meer reuring en levendigheid in het gebied heeft gebracht. Cultuur en economische bedrijvigheid is dus gebruikt om de transformatie in gang te zetten.
Woensel-West veranderde van een no-go area met veel criminaliteit naar een bloeiende, levendige en kleurrijke wijk met sterke sociale verbanden en toekomstperspectief voor de jeugd. Er was eerder al van alles geprobeerd om de situatie in de wijk te veranderen, vooral met fysieke ingrepen, maar mensen kampten nog steeds met veel problemen en weinig toekomstperspectief. Met stenen alleen verander je de wijk niet. In deze wijkvernieuwing werd daarom de emancipatie van burgers centraal gesteld: maak de bewoners sterker en bied toekomstperspectief, te beginnen met de kinderen. Eén van de eerste interventies was een experiment met ‘inplaatsingen’. De oorspronkelijke gedachte daarachter is simpel. Wil je minder mensen met problemen in de wijk? Breng er dan ook mensen binnen zonder problemen. Het vernieuwende idee volgt snel: laat die mensen iets doen in Woensel-West. Nieuwe huurders krijgen honderd euro korting op de huur, als ze tien uur vrijwilligerswerk per maand doen. De maatregel trekt al snel een ander soort huurders: maatschappelijk geëngageerde, jonge en enthousiaste mensen. De mensgedreven transformatie komt daarmee op gang. Ook fysieke ingrepen in deze transformatie waren essentieel, maar ondersteunend aan de mensgerichte aanpak. Ze waren er vooral op gericht dat er een aantrekkelijk voorzieningenniveau is, het aantal inwoners stijgt, de wijk in trek raakt en een bloeiende wijkeconomie kent.”
“In beide cases ontstond door een samenloop van omstandigheden momentum om met de transformatie aan de gang te gaan. In Woensel-West was dat door een gedreven woningcorporatie en de benoeming van Woensel-West tot Vogelaarswijk. In Strijp-S ontstond momentum toen het oude Philipsterrein vrijkwam en VolkerWessels, die het terrein kocht, de Driehoek aan Trudo gunde: het terrein met de meeste iconische en cultuurhistorische gebouwen.”
Drie katalysatoren die op elkaar inspelen, waren belangrijk om de transformatie op gang te brengen:
“Deze drie katalysatoren samen gaven vorm aan de manier waarop de transformatie wordt ingezet. Welke katalysator het startpunt vormt, is afhankelijk van de context van de transformatie. Zo werd in Woensel-West de urgentie gevoeld om iets te veranderen, maar was in eerste instantie nog niet precies duidelijk wat er moest veranderen. Er kwam een coalitie van vernieuwers, vanuit Trudo en gemeente Eindhoven, die aan de slag ging. Door te experimenteren met initiatieven zoals de ‘ingeplaatsen’-interventie, kregen de vernieuwers een steeds scherper beeld van waarop ze wilden inzetten, en ontstond de vernieuwende zienswijze. Bij de start van de transformatie van Strijp-S had Trudo al een vernieuwende zienswijze. Het was vooral de vraag hoe de beweging in die richting op gang kon komen. Eerst werd een coalitie van vernieuwers gevormd door VolkerWessels en Trudo, en daarna werd de coalitie uitgebreid met de creatieve pioniers. Zij gingen experimenteren vanuit de visie om de transformatie op gang te brengen.”
“Zeker. Bijzonder in Woensel-West was dat er werd ingezet op het versterken van de bedrijvigheid om de wijk sociaal economisch te veranderen. Daarbij werd goed gekeken naar wat er past in de wijk, zoals een mediterraans restaurant, een tweedehands kledingwinkel en een nagelstudio. Maar ook werd ingezet op manieren om mensen die normaal gesproken niet in deze wijk komen, te trekken door bijvoorbeeld een glutenvrije buurtsuper en een biologische groentewinkel, en zo de perceptie van het gebied te veranderen. De wijkeconomie diende als instrument voor de transformatie van de wijk. De meest beruchte straat van de wijk, de Edisonstraat, veranderde daardoor in een levendige straat met winkels en horeca – multicultureel, lokaal, artistiek en biologisch. Iedereen in Eindhoven zegt nu: ‘die Edisonstraat is leuk geworden. Zullen we daar een keer heengaan?’ Er is echt een bruisende wijkeconomie ontstaan.
Zoals ik eerder aangaf werd op Strijp-S bedrijvigheid gebruikt om de mensgedreven transformatie bottom-up in gang te zetten. Momenteel ligt daar gentrificatie op de loer, nu de wijk geliefd is. Om de eigenheid van Strijp-S te behouden moet er ruimte blijven voor pioniers en minder kapitaalkrachtigen. Anders dreigt het gevaar dat grote winkels of appartementencomplexen de creatieve geest van Strijp-S verdrukken, waardoor de eigenheid van het terrein verloren gaat.”
“Doorslaggevend in beide transformaties was om de emancipatie van mensen centraal te stellen. Natuurlijk is de fysieke omgeving belangrijk, maar ondersteunend aan de mensgerichte aanpak. Nu het Rijk honderden miljoenen gaat uittrekken voor de wijkaanpak, dreigt de focus toch weer op fysieke maatregelen en woningen te komen liggen. Ik hoop dat daar nog verandering in komt.
In zo’n mensgerichte aanpak is het essentieel om je te verdiepen in de leefwereld van bewoners en in gesprek te gaan met hen om te horen wat er speelt. Je moet voeling hebben bij wat er speelt en aanwezig zijn in de wijk. Alleen dan kan je aansluitend bij de leefwereld van bewoners een transformatie op gang brengen die een wezenlijk verschil kan maken.”
Marieke Wenneker is docent-onderzoeker aan Fontys Hogeschool en pleit in haar postdoc-onderzoek voor een mensgerichte aanpak van wijktransformaties.
Meer weten over gebiedsgericht en integraal werken in de wijk? Het platform WijkWijzer biedt beleidsmakers, wijkprofessionals en actieve bewoners een bundeling van relevante inzichten, publicaties en praktijkvoorbeelden over gebiedsgericht werken.