Energiearmoede: Arnhem investeert in het sociale weefsel van de wijk
Werken aan verbindingen tussen bewoners en sociale partners om energiearmoede in de wijk Geitenkamp te bestrijden.
5 lessen uit Nijmegen
Maar waarom wil Talis eigenlijk zijn nek uitsteken? Want strikt genomen is het geen taak van de corporatie om zorg te dragen voor het verduurzamen van woningen die niet onderdeel zijn van hun bezit. Kim Kerckhoffs, beleidsadviseur bij Talis, verwoordt de vraag als volgt: “In de toekomst, als je de energietransitie vorm gaat geven, hoe zorg je er nou voor dat je niet alleen je eigen huurders betrekt, maar dat je óók een rol kunt vervullen richting de kopers?”. Daarmee verwoord zij de visie van Talis: het creëren van duurzame en vitale leefgemeenschappen.
Er was geen vooraf uitwerkt plan, maar bij Talis gingen ze gewoon aan de slag. Hierbij kozen ze voor een learning-by-doing aanpak. Daarbij stuitten ze vanzelf op de uitdagingen die komen kijken bij het collectief verduurzamen van gespikkeld bezit. Veel is geleerd tijdens dit traject. In dit artikel bespreken we de 5 lessen van hoe woningcorporatie Talis de wijkgerichte gezamenlijke verduurzaming, een van de grootste uitdagingen bij het verduurzamen van de bebouwde omgeving (Duinmayer, 2018), in de wijk Hatert heeft aangepakt.
Wat je in deze casus ziet, is dat de bestuurder van Talis, Ronald Leushuis, als aanjager het belangrijk vindt dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om mee te doen in de energietransitie. De corporatie is dan ook medeondertekenaar van de Startmotor van Aedes (een plan om de woningvoorraad in Nederland sneller te verduurzamen). Leushuis zei: “Het maakt me niet uit hoe je het doet, desnoods ga ik bij iedereen langs, maar ik vind dat iedereen mee moet kunnen doen: de ‘inclusieve energietransitie’ dus”. Hillina Wolters Nijkamp, projectmanager bij Talis: “We vonden dit heel ambitieus, maar we hebben dit wel voor onszelf als doel gesteld.” Daarnaast gaven ze aan: je kijkt als corporatie naar de hele buurt. Je wilt graag een goede buur zijn. Dus op het moment dat je aan de slag gaat met je eigen bezit, dan wil je je buren meenemen. In dit geval de particuliere eigenaren.
De projectleiders bij Talis geven aan dat het soms frustrerend kan zijn om als corporatie alleen een faciliterende rol te kunnen oppakken. Toch benadrukken ze dat je moet doen wat je kan doen. Maar wat kan je zoal doen als corporatie? Zoals vaak bij grote opgaven, speelde ook geld deze keer een rol. Dus vroegen ze zich bij Talis af: waar kunnen wij een rol spelen? Hoe kunnen wij het wél mogelijk maken? Dat hebben ze gedaan door bij de gemeente aan te kloppen over wat er mogelijk is qua duurzaamheidsleningen en subsidies en zo bewoners te informeren over de financiële mogelijkheden.
Om bewoners te informeren en enthousiasmeren heeft Talis een bewonersavond georganiseerd. Daarbij kwam aan bod: wat zijn de werkzaamheden die wij willen uitvoeren? Wat houdt dat in? De avond werd redelijk goed bezocht. Het idee was om verder te gaan met de bewonersavonden of een bezoek aan de demo/voorbeeldwoning (de woning waar de maatregelen al zijn toegepast). Helaas is dat door het uitbreken van de coronapandemie in het water gevallen.
Denk vooraf na over de rol van de betrokken partijen en stem onderling de taken en verantwoordelijkheden in overleg af. Collectieve verduurzaming van de gebouwde omgeving is een gedeelde verantwoordelijkheid. Ook gemeenten kunnen een rol vervullen. Informeer als gemeente inwoners in een vroeg stadium over het verduurzamen van hun woning. Dit geeft bewoners de kans om na te denken over of en hoe hun woning te verduurzamen. Als de woningcorporatie dan op deur klopt, is het makkelijker om daarop aan te haken. Wat hielp, is dat Kim Kerckhoffs, beleidsadviseur bij Talis, voorheen werkzaam was bij de gemeente Nijmegen. “Dat maakt de lijntjes kort. Je schiet je oude collega’s even aan, legt je plan voor en krijgt gelijk te horen of iets wel of niet mogelijk is.”
In Hatert is er uiteindelijk maar één eigenaar meegegaan. Kwantitatief bekeken, wat vaak de standaard is om ‘succes’ te tellen en te meten, valt het resultaat tegen. Maar wat bijzonder is, is dat deze ene eigenaar wél besloot om mee te doen. Ondanks dat het resultaat cijfermatig tegenviel, is er veel geleerd. Dat stemt de corporatie optimistisch. Maar wat valt er te leren van deze ervaring? Het is interessant om te achterhalen wat zijn/haar beweegredenen waren om wel tot verduurzaming over te gaan.
Op het moment dat de woningcorporatie op de deur klopt, ligt er al een uitgewerkt plan klaar. Voor de huiseigenaar begint het proces dan pas. Wil ik meedoen? Hoeveel gaat dat kosten? Hoe krijg ik de financiering rond? Geef huiseigenaren meer tijd door hen eerder te betrekken. De corporatie ziet hier ook een rol voor de gemeente. Bijvoorbeeld door bewoners al in een vroeg stadium te informeren over het eventueel verduurzamen van hun woning. Op het moment dat de corporatie dan aanklopt, hoeven ze niet vanaf nul te beginnen.
Er komt veel kijken bij het verduurzamen van een woning. Heel veel. Daarom zullen er bewoners zijn die het hele proces liever uitbesteden. Er zijn verschillende bedrijven actief die eerst kijken naar welke mogelijkheden er zijn om een woning te verduurzamen, en vervolgens ook de voorgestelde maatregelen uitvoeren.
En: ga vooraf langs bij particuliere huiseigenaren. Vraag waar zij behoefte aan hebben en pas het programma aan op hun informatievraag. Kies voor een laagdrempelige benadering: kies een locatie in de buurt, denk na over een handig tijdstip en zorg dat het niet te lang duurt. Organiseer ook vaker een bewonersavond en een bezoek aan een modelwoning, zodat de bewoners die om wat voor reden dan ook eerder niet aanwezig konden zijn, nu wel kunnen aansluiten.
Wil je als gemeente ook verduurzaming stimuleren onder bewoners? Platform31 onderzocht diverse aanpakken voor de collectieve verduurzaming van gespikkeld bezit en dit najaar bundelen wij alle inzichten en uitkomsten in een handige uitgave vol interessante aanpakken, succesfactoren, lessen en verschillende methodische benaderingen en strategieën.