Investeren in ‘sociaal rioleringsstelsel’ helpt tegen gezondheidsongelijkheid
Wijkbewoners kennen hun buurt. Werk samen aan een gezonde omgeving door hun netwerken en ontmoetingsplekken te versterken.
Guydo Reyneveld, mede-orpichter van Groupius Wonen was al enige jaren actief in het ontwikkelen van vastgoed. Steeds vaker kreeg hij de vraag van met name oudere mensen: ‘Heb je geen woning voor ons, kun je niet wat voor ons regelen?’ Dit zette Reyneveld aan het denken. “Ik vond dit opvallend. Ik dacht altijd dat ouderen altijd thuis willen blijven wonen, in hun eigen vertrouwde omgeving. Maar dit is niet altijd zo. Als ouderen alleen komen te staan, bijvoorbeeld door het verlies van hun partner, of zorgbehoevend worden, dan is een aangepaste (of kleinere) woning helemaal niet zo’n gek idee. Als je kijkt naar de huidige markt, zie je vaak zorgflats of de typische seniorenwoningen. Daar staan niet alle ouderen om te springen, het oog wil immers ook wat. Dit besef was eigenlijk het begin van Groupius Wonen. Na een zorgvuldig onderzoek, waarbij we onder andere met de doelgroep en verschillende betrokkenen gesproken hebben en ook gekeken hebben naar manieren waarop huisvesting voor ouderen in andere landen wordt vormgegeven, zijn we van start gegaan.”
De naam Groupius is afgeleid van Walter Gropius, één van de oprichters van de Bauhaus-groep. Gropius geloofde in de synergie tussen kunst en ambacht, teamwork en de kracht van het collectief. Deze waarden staan bij Groupius wonen ook hoog in het vaandel. Bewust heeft Groupius Wonen de letter “u” ingevoegd, waardoor het woord “group” ontstond. Hiermee benadrukken ze het belang van ‘het gemeenschappelijke’.
In principe zijn de seniorenwoningen van Groupius Wonen gewone woningen. “We vinden het erg belangrijk dat de woningen niet zichtbaar zijn voorbereid op de toekomst”, licht Reyneveld toe. “Niemand wil volgens mij wonen in een woning waar de beugels al in het toilet hangen terwijl je die nog niet nodig hebt. Mensen moeten zich niet laten definiëren door zorg, maar door wie ze zelf zijn.”
In Apeldoorn wordt begin volgend jaar gestart met het eerste project. Daar worden ongeveer 35 appartementen gebouwd, variërend van 50m2 tot 110m2. De huurprijzen zijn conform de markthuurprijzen in Apeldoorn. “Ook realiseren we een gemeenschappelijke ruimte met een keuken, waar bewoners kunnen koken en waar activiteiten georganiseerd kunnen worden”, vult Reyneveld aan. “Op het terrein in Apeldoorn staat een kerk met pastorie. Daar willen we naast de nieuwbouw deels woningen en deels gemeenschappelijke ruimte(n) realiseren. Er zal minimaal één dag per week een gastvrouw – met achtergrond in de zorg en hospitality – aanwezig zijn die functioneert als ‘sociale thermometer’. Zij houdt in de gaten of alles goed gaat met de bewoners. We bieden geen zorg aan, wel zijn we in gesprek met een aantal thuiszorgverleners die zich eventueel op locatie vestigen.”
Groupius Wonen richt zich op een relatief brede doelgroep. “We zijn er eigenlijk voor iedereen, van jongere (55-65 jaar) tot de wat oudere senioren. We vinden het heel belangrijk dat mensen elkaar kunnen vinden en het gevoel hebben dat ze met gelijkgestemden wonen. Wel is er één gemene deler: alle senioren zitten wat betreft inkomen in het middensegment”, vertelt Reyneveld . Voor het project in Apeldoorn is inmiddels een lange lijst met geïnteresseerden. “Bij de opstart van ieder project beginnen we met een Facebook-campagne, geïnteresseerden kunnen zich vervolgens aanmelden voor de specifieke locatie. Zij moeten dan ook een enquête invullen, waardoor we heel goed inzicht krijgen in de doelgroep. Vervolgens hebben we verschillende informatiebijeenkomsten voor alle betrokkenen georganiseerd en een klankbordgroep van potentiële bewoners opgezet. Mensen kunnen dan zelf aangeven wat ze fijn vinden in het toekomstige complex. Niet alles is natuurlijk haalbaar, maar het is al heel fijn om korte lijntjes te hebben met de toekomstige bewoners. Daar zetten we ook echt op in: veel communicatie met de toekomstige bewoners en mensen geïnformeerd houden.”
Wat zijn voor jullie tot nu toe hobbels op de weg gebleken? Na een korte stilte antwoordt Reyneveld: “Het grootste probleem is niet de financiering of het goede idee, maar het vinden van een geschikte locatie voor een geschikte prijs. Dit is momenteel erg lastig, helemaal als je ook nog verkeersruimten – bijvoorbeeld een galerij, lift of trappenhuis – en een gemeenschappelijke ruimte nodig hebt. Deze vierkante meters zijn moeilijk terug te verdienen zonder de woningen duurder te maken voor ouderen.
Volgens mij zouden gemeenten een meer bemiddelende rol kunnen spelen tussen verschillende marktpartijen en meer kunnen sturen met een visie en bestemmingsplan. Je hebt vaak namelijk toestemming nodig van de gemeente om ergens te starten en de kansen liggen vaak op plekken die niet voor de hand liggen (denk aan het terrein mét kerk in Apeldoorn). Hierin ligt dan tegelijkertijd ook onze tip voor nieuwe initiatiefnemers verscholen: een goed idee is leuk, maar een goed idee mét locatie is pas een project. Ga dus pas met een gemeente praten als je daadwerkelijk een locatie hebt.”