Aan de slag met de wooncoach!
Deze factsheet biedt gemeenten, corporaties en andere organisaties handvatten bij de keuze voor het inzetten van een wooncoach.
In Rozenburg en in Zuidland zijn recent twee woon-zorgcomplexen bestaande uit elk 28 woningen voor mensen (met name met dementie) die zware zorg nodig hebben (zorgzwaartepakketten 5 en 6) in gebruik genomen: Het Hart van Rozenburg en Het Hart van Zuidland. De woningen zijn gebouwd en worden geëxploiteerd door de plaatselijke corporatie, in beide projecten biedt dezelfde zorgondernemer de zorg. De complexen hebben een aantal bijzondere kenmerken. Ze zijn kleinschalig (zowel wat betreft de grootte van een groep waarvoor een verpleegkundige de verantwoordelijkheid heeft als de totale omvang). De corporatie is eigenaar en verhuurder van de royale appartementen (60m2), die als een ‘gewoon’ rijtje passen in het straatbeeld. Tot slot zijn de voorzieningen gerealiseerd in het hart van een kleine kern en ook in principe als ‘zorgplek’ bedoeld voor de dorpsbewoners.
Martin Damen, senior onderzoeker en partner bij RIGO Research & Advies vertelt: “Op verzoek van beide corporaties, beide gemeenten, de bouwer en de zorgaanbieder heeft RIGO samen met Michiel de Nooij een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) uitgevoerd om het project te evalueren. De beslissing was al genomen, de voorziening gebouwd, de zorg werd al aangeboden en de opdrachtgevers wilden weten of hun verwachtingen met betrekking tot de effecten en baten waren uitgekomen. Achterliggende gedachte is dat bij een hechte kleine gemeenschap zorgaanbod niet zou mogen verdwijnen. De gemeenten willen levensloopbestendige zorg kunnen bieden in de kern, woningcorporatie en zorgondernemer ondersteunen deze visie. De partijen willen op basis van een MKBA bepalen of het is gelukt om maatschappelijke baten te realiseren afgezet tegen de kosten van het project.”
“De belangrijkste uitkomst is dat het maatschappelijk saldo positief is, maar het saldo is niet gelijk over de partijen verdeeld. Gemeente, bewoners, mantelzorgers en buurtbewoners hebben meer baten dan kosten. Rijk en de zorgverlener hebben daarentegen meer kosten dan baten. Dit zijn bij uitstek twee partijen die cruciaal zijn om dergelijke complexen te realiseren”, vervolgt Damen.
De grootste kostenpost is de lagere zorgefficiëntie door de kleinere groepen en de kleinere vestiging. Per zorgverlener worden minder cliënten verzorgd in vergelijking met een traditioneel (grootschalig) alternatief. Met name in de nachtdienst is de personeelsinzet en dus de kosten hoger. Daarbij blijkt het huidige organisatiemodel van de zorgaanbieder ingericht op het efficiënt managen van grootschalige zorgvoorzieningen. Ook exploiteert de zorgaanbieder een centrale keuken terwijl in de kleinschalige woonzorgvoorziening onder begeleiding door de bewoners zelf gekookt werd. Verder vereist het werken in een kleinschalige opzet relatief ervaren en zelfstandig functionerend personeel.
“Bewoners gaan er veel op vooruit, doordat hun levenskwaliteit toeneemt, met name door minder dwalen, minder agressie en betere nachtrust. Mantelzorgers gaan er nog meer op vooruit al was het maar door reistijdwinst. Tot slot profiteren buurtbewoners flink van de wetenschap om lokaal ‘oud’ te kunnen worden. Het bedrag per persoon is relatief gering, maar het aantal mensen waar het voor geldt, is relatief groot”, aldus Damen.
Voor de zorgaanbieder was het goed om te zien dat een samenwerking met de corporaties het mogelijk maakte om lokaal huisvesting en zorg te blijven aanbieden. De zorgaanbieder ziet ook dat kleinschaligheid binnen de huidige financieringsvorm en organisatie een flinke aanpassing vergt, vanuit het oogpunt van de zorgaanbieder maken een grotere omvang van het complex en wijzigingen in het organisatiemodel, de woonzorgvorm meer haalbaar. Voor de kleine corporaties was een belangrijke winst dat in gezamenlijkheid een dergelijke interventie zorgvuldig kan worden geëvalueerd.