Aan de slag met de wooncoach!
Deze factsheet biedt gemeenten, corporaties en andere organisaties handvatten bij de keuze voor het inzetten van een wooncoach.
In samenwerking met
In het nieuwe Woonakkoord (2021) staat de afspraak dat er in tien jaar tijd een miljoen extra woningen bij komen in Nederland. Van dat aantal bouwen we meer dan honderdduizend woningen voor ouderen, inclusief de benodigde voorzieningen, om zo het schreeuwend tekort aan woningen op te lossen. De criteria die bepalen of een project geslaagd is, hebben daarbij vaak uitsluitend betrekking op functionele zaken. En is een project eenmaal gerealiseerd, dan wordt het als afgerond beschouwd. Dat kan ook anders…
Door primair uit te gaan van de sociale functie en de spontane interactie tussen mensen. De sociale en de technische functie lopen vloeiend in elkaar over, van het begin tot het einde van het ontwikkel- en bouwproces. En juist daarna, want pas als de mensen er wonen en leven kun je echt ervaren hoe de ideeën in de praktijk werken. Het is dus nooit af.
De primaire keuze voor de sociale functie van wonen is fundamenteel. Die keuze weerspiegelt mijn visie op wonen. Wonen is veel meer dan alleen een dak boven je hoofd hebben. Wonen heeft ook te maken met geborgenheid, gezondheid, veiligheid en geluk. Met jezelf verbonden en betekenisvol voelen. Met erbij horen en met sociale interactie.
In 2019 voelde 1 op de 10 Nederlanders zich sterk eenzaam. Die eenzaamheid komt in het bijzonder voor onder de meest kwetsbaren, waaronder een aanzienlijke groep (zorgbehoevende) ouderen. Door de toenemende vergrijzing van Nederland zullen nog meer ouderen die vooral op zichzelf zijn aangewezen steeds langer op zichzelf wonen. Sociale verbondenheid met hun wijk of buurt kan dan helpen om gevoelens van eenzaamheid te verminderen.
Maar sociale verbondenheid reikt verder. Verbondenheid met de wijk of buurt draagt ook bij aan betekenisvol oud worden. Het nodigt uit om mee te doen en bijvoorbeeld aan de slag te gaan als vrijwilliger. Daarmee help je niet alleen anderen. Het geeft jezelf ook voldoening, brengt structuur in je dagelijks leven en je breidt je sociale contacten ermee uit. Zo draagt sociale verbondenheid met je woonomgeving in hoge mate bij aan geborgenheid, veiligheid en geluk. En in het verlengde daarvan aan gezondheid.
Hoe ontstaat nou een sterke sociale woonomgeving? Door het creëren van verrassende verbindingen die eigenlijk als heel vanzelfsprekend aanvoelen. Vaak door in één buurt of gebouw wonen te combineren met zorg en onderwijs. Met daarbij voorzieningen als een restaurant, een winkel, medische- en sportfaciliteiten of zelfs een kerk. Zo ontstaan leefomgevingen waarin niet alleen wordt gewoond, maar waarin ook wordt geleerd of gewerkt. Vervolgens richten wij die omgeving zo in dat tussen de bewoners en andere gebruikers op een natuurlijke manier sociale interactie ontstaat. Bijvoorbeeld door gebruikers via dezelfde hoofdingang te laten binnenkomen. We betrekken toekomstige bewoners en gebruikers, maar ook omwonenden en specialisten daarom ook bij het hele ontwikkeltraject.
In zo’n woonomgeving die is ingericht op het ontstaan van toevallige ontmoetingen, begint het bij alledaags en vluchtig contact. Dat is de bron voor het ontstaan van langdurige contacten en uiteindelijk van een sociaal sterke woonomgeving waarin je elkaar herkent en jezelf ook gezien voelt. Een woonomgeving waarin buren, buurtgenoten en andere mensen die er komen, prettig en vertrouwd met elkaar samenleven, elkaar helpen en een oogje in het zeil houden. In zo’n omgeving kun je je echt thuis voelen. Niet voor niets is ons motto ‘Waar je leeft, waar je ontmoet’.
Ik zie het als onze opgave om woonomgevingen te ontwikkelen waarin mensen naar elkaar omkijken en een betekenisvol eigen leven kunnen leiden. Of dat nu in een rijtjeswoning of in een wooncomplex is. Daarom creëren wij sociaal sterke woonomgevingen waarin de toevallige ontmoeting tussen mensen een centrale rol speelt. Eerst de mens, dan het gebouw.
Een voorbeeld van de ontwikkeling van een sociaal sterke woonomgeving is Kloosterkwartier in Veghel. Dit project is een herbestemming van het erfgoed van de Congregatie der Zusters Franciscanessen. Hier mixen we wonen, zorg, onderwijs en maatschappelijke functies. Wonen, werken, leren, ontmoeten, ondersteunen, (be)leven en omkijken naar elkaar: dat staat centraal in Kloosterkwartier.Het gebied is acht hectare groot en is sinds 2018 in ontwikkeling. In de eerste fase zijn de leegstaande gebouwen in gebruik gegeven. In de tweede fase zijn de eerste 150 woningen, zowel reguliere als zorgwoningen, opgeleverd. In het oude kloostergebouw vinden jongeren met autisme hun plek in 30 appartementen. En er is een kinderdagverblijf voor kinderen met een extra zorgbehoefte gekomen. Op dit moment werken we hard aan de derde fase waarin nog eens 350 woningen en appartementen worden toegevoegd.
Dé ontmoetingsplek van Kloosterkwartier is de 30.000 vierkante meter grote kloostertuin. Dat is een voor iedereen toegankelijk park geworden. Een groen hart midden in Veghel dat wordt onderhouden door mensen met een zorgvraag. Om ontmoeting tussen de verschillende groepen in het Kloosterkwartier verder te stimuleren zijn en komen er ook allerlei voorzieningen. Zo is de oude eetzaal van de zusters omgetoverd tot overdekte jeu-de-boules-baan. Ook kun je hier yoga beoefenen en er is een buurtmoestuin en een speeltuintje. Een restaurant en een ontmoetingsruimte waar iedereen welkom is, zijn in ontwikkeling. En binnenkort wordt een ruimte met flexwerkplekken opgeleverd. In het Kloosterkwartier zijn er inmiddels veel mogelijkheden om gemakkelijk en op een laagdrempelige manier bekende en nieuwe mensen te ontmoeten. En voor wie dat wil, zijn er steeds meer leuke en uitdagende vrijwilligerstaken.