Tips Kwaliteit leefomgeving

Zes tips voor veilige, speelse en kindvriendelijke straten

26 maart 2025 | Leestijd: 6 minuten
Kinderen hebben steeds minder plek om op straat te spelen en veilig te bewegen. Waar kan je tegenwoordig nog stoepranden of als achtjarige zelfstandig op de fiets naar school of je vrienden? Toch is het mogelijk. We geven zes praktische tips aan gemeenten voor kindvriendelijke ‘leefstraten’ met veilige speel- en beweegruimte. Zo wordt de straat een fijne en leefbare plek voor kinderen én alle andere bewoners.

Kinderen spelen steeds minder buiten terwijl het juist zo goed voor ze is. https://nos.nl/artikel/2515314-kinderen-zeggen-er-vrolijk-van-te-worden-toch-spelen-ze-minder-buiten 1 Er is vaak wel aandacht voor de formele speelplekken in Nederland, voor voldoende, interessante, speeltuinen in de buurt of wijk. Maar met de informele speelplekken zoals de bosjes en grasveldjes tussen de huizen, en de routes naar de speeltuinen en de school, gaat het minder goed. https://www.nji.nl/nieuws/minder-kinderen-fietsen-naar-school 2 En dat terwijl kinderen ook graag willen spelen op andere plekken dan in de speeltuin. En vanaf een bepaalde leeftijd zelfstandig naar school, sport en vriendjes willen gaan. Straten zijn vaak druk, onoverzichtelijk, en worden als onveilig ervaren (vooral door de ouders https://decorrespondent.nl/15617/door-deze-vier-maatschappelijke-ontwikkelingen-spelen-kinderen-niet-buiten/4608999d-be82-03e3-33a0-e289bb36c53 3 ). Bovendien zijn de straten tegenwoordig vooral ingericht om mensen makkelijk en snel, meestal met de auto, van de ene naar de andere plek te laten gaan. Ook parkeerplekken voor auto’s neemt veel ruimte in. Door straten radicaal anders te benaderen en ze niet alleen vanuit een mobiliteitsoogpunt te ontwerpen, kan de straat kindvriendelijker worden.

1. Herdefinieer de straat: van verkeersruimte naar verblijfplek

De straat wordt vaak alleen benaderd als een plek voor verkeer en een middel om van A naar B te komen. Frank Kwanten (Stichting Lab of Thought) stelt dat we straten weer als verblijfplekken moeten gaan benaderen zoals vroeger: “Toen waren er nog bijna geen auto’s en werd de straat voor allerlei doeleinden gebruikt. Het moet weer een multifunctionele ruimte tussen gebouwen zijn die meerdere doelen dient. Straten kunnen functioneren als speelruimte, ontmoetingsplek, een verlengde van de woonkamer en nog veel meer.” Volgens hem vraagt dit om een radicale verandering van het narratief als we spreken over de straat. “We moeten niet focussen op wat er wordt weggenomen als we de straat een fijne plek willen maken. Focus juist op de voordelen van multifunctionele straten, zoals veiligheid, speelruimte en meer groen.” https://decorrespondent.nl/15617/door-deze-vier-maatschappelijke-ontwikkelingen-spelen-kinderen-niet-buiten/4608999d-be82-03e3-33a0-e289bb36c53 4

2. Veranker principes in omgevingsvisie, -plannen en -programma’s

Met de komst van de Omgevingswet zijn gemeenten nieuwe visies, plannen en programma’s aan het maken. In veel omgevingsvisies is ruimte voor bewegen, sporten en spelen opgenomen, maar vaak nog in algemene bewoordingen en ambities. Een aantal gemeenten benoemt daarbij ook dat ze kinderen meer ruimte wil geven op straat. Kwanten geeft aan dat gemeenten het belang van kindvriendelijke straten kan benadrukken door bijvoorbeeld net als de gemeente Wageningen in het beleid op te nemen dat kinderen vanaf acht jaar zelfstandig naar school moeten kunnen.

Den Bosch (foto: Nanda Sluijsmans)

Voor een brede afweging bij ontwerp en (her)inrichting van de openbare ruimte en straat ontwikkelde de gemeente Groningen de Ontwerpleidraad Leefkwaliteit Openbare Ruimte. Met deze leidraad wordt de straat benaderd vanuit tien dimensies waarbij mobiliteit er slechts een van is. Andere dimensies die kindvriendelijke straten bevorderen zijn volgens Erwin Kloen (gemeente Groningen) bijvoorbeeld toegankelijkheid, veiligheid, sociale interactie en gezondheid. Per dimensie zijn er specifieke maatregelen gericht op kindvriendelijke straten. Bijvoorbeeld bij de dimensie ‘de straat is voor iedereen’ worden straten ontworpen voor alle leeftijden van 0 tot 99. Bij de dimensie veiligheid komen de maatregelen ‘ontwerp de straat overzichtelijk en leesbaar’ en ‘voldoende en veilige oversteekplekken’ ten goede aan kindvriendelijke straten. En bij de dimensie gezondheid zijn ontmoetingsplekken en voldoende formele en informele speelplekken belangrijke elementen om kindvriendelijkheid te bevorderen. 5 “Deze integrale blik op de straat maakt het volgens Kloen mogelijk straten te ontwerpen die voor iedereen toegankelijk zijn, van jong tot oud. “De straat wordt een veilige en toegankelijke plek met voldoende speel- en ontmoetingsplekken.” In deze aanpak wordt in bijzonder extra aandacht geschonken aan de routes naar belangrijke ontmoetingsplekken zoals scholen en winkelcentra waardoor deze plekken voor jong en oud toegankelijk zijn.

Het opnemen van ambities en principes die bijdragen aan een kindvriendelijke straat is niet voldoende. Dit moet natuurlijk ook worden toegepast in concretere programma’s, regels en plannen met betrekking tot mobiliteit, parkeernormen, groen en inrichting van specifieke straten en buurten. Kwanten noemt voorbeelden zoals maximumsnelheden onder de 30 kilometer per uur, inrichting van speciale schoolstraten of een aangepaste parkeernorm. Ga met collega’s van verschillende afdelingen aan tafel zitten om perspectieven en belangen af te wegen. Betrek dus bijvoorbeeld ook de jeugdambtenaar bij het ontwerp van een straat. Zorg er vervolgens voor dat deze samenwerking ook standhoudt in de uitvoering.

3. Benut koppelkansen en wees flexibel

Grote projecten zoals de aanleg van een warmtenet of de vervanging van het riool bieden een uitgelezen kans om straten te herinrichten en zodoende kindvriendelijker te maken. Zo wordt er in Groningen bij werkzaamheden aan infrastructuur met de leidraad onder de arm gekeken hoe de leefkwaliteit verbeterd kan worden. Kloen vertelt dat ze bewoners, door het aangrijpen van koppelkansen, maar eenmalig hoeven te belasten met grote ingrijpende veranderingen. Ook besparen ze vaak kosten. Het benutten van koppelkansen vraagt echter wel enige flexibiliteit. Je moet je kunnen aanpassen op planningen van anderen en inspringen op kansen die zich voordoen.

Leefstraat Leiden (foto: Nanda Sluijsmans)

4. Betere plannen en draagvlak: betrek kinderen en bewoners bij planvorming

Als je plannen gaat maken om straten aan te passen en ze kindvriendelijker te maken, is het belangrijk om bewoners, ook kinderen, zo vroeg mogelijk te betrekken. Volgens het internationale kinderrechtenverdrag hebben kinderen het recht om mee te praten als het om hun eigen leefomgeving gaat. (Her)inrichting of onderhoud van de openbare ruimte biedt kansen om met kinderen aan de slag te gaan met het creëren van fijne plekken.

Met diverse participatievormen – denk aan buurtwandelingen, placemaking en ontwerpsessies – kunnen kinderen en bewoners worden betrokken bij het inrichten van de openbare ruimte. De juiste aanpak is hierbij wel belangrijk. Door kinderen en bewoners te bevragen wat ze belangrijk vinden en waarom, kan je als gemeente tot nieuwe inzichten komen. Zo kunnen de plannen goed aansluiten bij wat kinderen zelf willen en hoe ze de ruimte gaan gebruiken, en kan je het draagvlak vergroten. Kwanten licht toe: “Mensen horen niet graag: we gaan parkeerplaatsen vervangen door groen. Dan komen er allerlei bezwaren en tegenwerpingen. Maar als je ze vraagt wat ze belangrijk en fijn vinden, kan je gaandeweg aangeven dat dit mogelijk is, maar dat dan parkeerplaatsen opgegeven moeten worden. Dan is de weerstand vaak minder.”

Kinderen en bewoners goed betrekken bij de planvorming en hun ideeën serieus nemen zorgt er ook voor dat ze na oplevering zich verantwoordelijk voelen voor de ruimte. Nina de Koeijer, gemeente Terneuzen: “Doordat de kinderen hebben meegedacht over de nieuwe plek in de buurt Lievenspolder en leefregels hebben opgesteld, voelen ze zich ook verantwoordelijk voor het naleven van de regels. Zo voelen ze zich medeverantwoordelijk voor de plek. Er ontstaat zo een soort van sociale controle onderling.”

Leefstraat Eindhoven (foto: Nanda Sluijsmans)

5. Focus op veilige, overzichtelijke en toegankelijke straten voor alle leeftijden

Het inrichten van kindvriendelijke straten en wijken draagt bij aan het welzijn en de veiligheid van alle bewoners. https://www.platform31.nl/artikelen/kindvriendelijke-openbare-ruimte-biedt-fijne-plek-voor-iedereen/ 6 Voor kinderen is het belangrijk dat straten overzichtelijk zijn en het (verkeers)veilige situatie biedt. Denk hierbij aan een lage maximumsnelheid, een duidelijke scheiding tussen fietsers, auto’s en voetgangers en overzichtelijke oversteekplaatsen. Brede stoepen bevorderen de toegankelijkheid: kinderen kunnen er spelen en ouders hebben ruimte voor de kinderwagen. Een focus op veilige, overzichtelijke en toegankelijke straten komt niet alleen spelende kinderen ten goede. Door maatregelen zoals het verlagen van de maximumsnelheid is de straat ook toegankelijker en veiliger voor alle voetgangers en fietsers, ook voor ouderen en mensen met een beperking.

6. Experimenteer, wees geduldig en volhardend

Een radicaal andere benadering van straten gaat niet vanzelf en kost tijd. Een narratief radicaal veranderen en zodoende straten op een andere manier benaderen vraagt geduld. Ook het betrekken van kinderen vereist enige mate van lef, geduld en commitment. “Verandering wordt vaak tegengehouden door angst”, vertelt Kwanten. “Als je straten in wilt richten als leefstraten, dan is de vraag waar het verkeer heen moet. Maar door geduld te hebben, volhardend te zijn en te expermenteren kan worden aangetoond dat leefstraten mogelijk zijn. Zo kunnen angsten voor verandering overwonnen worden.” Kwanten toont experimenten waarbij parkeervakken bijvoorbeeld tijdelijk worden ingericht als groene zitplek of koffietafel of straten die volledige beschilderd zijn als zebrapad. Het zijn volgens hem experimenten die goed aantonen dat er een alternatief is en dat mobiliteitsstraten weer leefstraten kunnen worden. Ook in andere gemeenten worden dit soort experimenten en tijdelijke veranderingen van de straat met bijvoorbeeld een pop-up speeltoestel, plantenbakken of zelfs een hottub, uitgevoerd. ‘Parkeer eens wat anders’: even geen auto maar een zwembad, bioscoop of hottub op parkeerplaatsen in Utrecht. 7

Als koplopers volhouden en betrokkenen met experimenten laten ervaren hoe een andere straat eruit kan zien en gebruikt kan worden, kunnen zij ook overtuigd raken van deze benadering en kunnen stapjes gezet worden naar veilige, speelse en kindvriendelijke straten.

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het webinar Aan de slag met een gemeentelijke visie voor een kindvriendelijke wijk. De tips zijn deels samengesteld op basis van de presentaties van Frank Kwanten (Stichting the Lab of Thought), Erwin Kloen (gemeente Groningen) en Nina de Koeijer (gemeente Terneuzen).

Contact

Astrid van Egmond 06 57 94 18 91 LinkedIn

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan