Verdieping Woonwagenbewoners Corporaties en sociale huur

Woonwagenwachtlijsten: naar een transparant toewijzingsbeleid

24 oktober 2023
De wachttijd voor een woonwagen of standplaats is vaak nog vele malen hoger dan voor een ‘reguliere’ sociale huurwoning. Het belang van een transparante toewijzing om woonwagenzoekenden zo eerlijk mogelijk aan woonruimte te helpen, neemt toe. Ook zijn er wettelijke richtlijnen om rekening mee te houden. In dit artikel schetsen we hoe de toewijzing van (huur)standplaatsen aan woonwagenbewoners anno 2023 gebeurt. We gaan in op de verschillende loketten waar woonwagenbewoners zich inschrijven, de voorrangsregelingen, en op toewijzing in regionaal verband, via het regionale woonruimteverdeelsysteem.

Woonwagenbewoners in Nederland

Naar schatting wonen er zo’n 60.000-70.000 mensen in Nederland bij wie woonwagenbewoning onderdeel is van de culturele identiteit. Het gaat hierbij met name om Roma, Sinti, reizigers (van oorsprong nomadische handelaren, marskramers en ambachtslieden) en kermis- en circusfamilies. De schattingen naar het aantal Roma en Sinti en andere woonwagenbewoners lopen echter zeer uiteen. Ook verschilt dat aantal per regio of gemeente sterk. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2018). Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid. 1

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman spraken zich in 2017 uit tegen het beleid van veel Nederlandse gemeenten. In dat ‘uitsterfbeleid’ verdwenen woonwagenstandplaatsen en werden geen of nauwelijks vervangende plaatsen gerealiseerd. Daardoor liep de vraag onder woonwagenbewoners steeds verder op. Zo ook onder ‘spijtoptanten’: oud-woonwagenbewoners die in het verleden (noodgedwongen) hebben ingestemd met een ‘reguliere’ sociale huurwoning. Nieuw gemeentelijk woonwagenbeleid moet de gevolgen van het uitsterfbeleid wegnemen en de wachttijd terugdringen naar hetzelfde niveau als voor reguliere sociale huurwoningen.
De gemeente of woningcorporatie kan ook regels opstellen over het toewijzen van woonwagens om deze groep op een zo eerlijk en ordentelijk mogelijke manier te huisvesten. Niet onbelangrijk in tijden van schaarste. Hoe verloopt de toewijzing anno 2023? En waar kan een woonwagenzoekende zich inschrijven? Die twee vragen onderzocht Platform31 voor meerdere aandachtsgroepen in Nederland in de publicatie ‘Woningtoewijzing aan aandachtsgroepen’. Platform31 bracht daarin ook de situatie voor woonwagenbewoners in kaart.

Hoe kom je op een wachtlijst?

Transparant toewijzen begint met duidelijkheid over de aanmelding. Het is niet altijd even duidelijk waar een woonwagenzoekende zich kan inschrijven. Woonwagenzoekenden worden soms geacht zich bij de gemeente in te schrijven, soms bij de woningcorporatie, soms bij een beheerorganisatie of bij het regionaal woonruimteverdeelplatform van samenwerkende woningcorporaties. Dat laatste is vrij normaal tegenwoordig als je een sociale huurwoning zoekt, maar nog niet als je een sociale huurwoonwagen zoekt. Bij Woonkeus Stedendriehoek (in de regio Apeldoorn, Deventer en Zutphen), Woonnet Rijnmond (regio Rotterdam) of Thuiskompas in Drenthe is die mogelijkheid er nu ook voor een woonwagenzoekende. Dirks, F., Van Egmond, A. (2023). Woningtoewijzing aan aandachtsgroepen: Loketten en voorrangsregelingen in beeld. Platform31. 2

In enkele gemeenten is er zelfs helemaal geen wachtlijst waarop je je kunt inschrijven. Dat bleek bijvoorbeeld uit een rondgang van Omroep Gelderland bij de Gelderse gemeenten. Ook zeggen 34 Gelderse gemeenten geen zicht te hebben op de tijd die de langst wachtende in hun gemeente op een woonwagenplek wacht. Waar er wel wachtlijsten zijn in Gelderland, staan mensen daar soms tientallen jaren op. Cuijpers, L. (2023, 4 juli). Families staan tientallen jaren op de wachtlijst voor een woonwagen. Omroep Gelderland. 3

Anno 2023 beheren woningcorporaties in 49% van de Nederlandse gemeenten de woonwagenlocaties. Van Leer, R., & Rottier, A. (2023, 27 juli). Woonwagenstandplaatsen in Nederland [Conceptrapportage]. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 4 Gemeenten doen dat beheer ook nog vaak zelf. In een aantal regio’s zijn er speciale beheerstichtingen, meestal opgericht door samenwerkende woningcorporaties, die de woonwagenlocaties beheren en waar een woonwagenzoekende zichzelf inschrijft, zoals Stichting Woonwagenbeheer Zuidwest-Nederland Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland. (z.d.). Verhuur, beheer en onderhoud. 5 of PIM-Zuid PIM Zuid. (z.d.). Over ons. 6 . Bijzondere combinaties van loketten bestaan er ook, zoals in Oss, waar de gemeente en woningcorporatie samen met een intermediaire partij het loket vormen voor woonwagenbewoners.

Kopen of huren met een hoger inkomen

Het maakt ook nog verschil of iemand een woonwagen en/of -standplaats wil kopen of huren. Woningcorporaties zijn primair op aarde voor de laagste inkomens. Daardoor zijn zij niet de meest logische en eerst aangewezen partij om aan te kloppen voor een koopstandplaats of het huren van een standplaats voor het plaatsen van een eigen woonwagen. De Woningwet bepaalt dat woningcorporaties, waaronder ook beheerstichtingen opgericht door woningcorporaties, sociale huurwoonwagens (met een huurprijs tot € 808, prijspeil 2023) in principe moeten toewijzen aan inkomens lager dan € 44.035 voor eenpersoonshuishoudens of lager dan € 48.625 voor meerpersoonshuishoudens (prijspeil 2023).

Er is wel maatwerk mogelijk. Zo mogen woningcorporaties 7,5% (tot 15%) van hun woningen en dus ook hun woonwagens verhuren aan huishoudens met een hoger inkomen. Met die vrije ruimte kunnen woonwagenbewoners op de wachtlijst die (inmiddels) een hoger inkomen hebben toch worden gehuisvest. Het geven van een extra huurkorting aan deze inkomensgroep is dan niet perse nodig. Maar wat te doen als je inkomen stijgt en je wel een grotere kavel zou willen (kopen)? Waar klop je dan aan als woonwagenbewoner en kun je als koper dan terecht? Ook daarin verschillen de loketten tussen gemeenten. In dit artikel gaan we echter puur in op de huurwoonwagens.

Familie gaat voor

De toewijzing aan woonwagenbewoners gebeurt meestal op basis van een wachtlijst. Vrijwel altijd hanteert men daarbovenop een voorrangsregeling. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties adviseert in het Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid om in ieder geval voorrang te verlenen aan volwassen kinderen (op volgorde van leeftijd) van dezelfde woonwagenlocatie die nog bij hun ouders wonen, en vervolgens aan eerstegraads familieleden van bewoners van de locatie. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2018). Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid. 7 Dit komt voort uit de uitspraak van het Hof voor de Rechten van de Mens dat in beleid rekening gehouden moet worden met de culturele wens om in familieverband samen te leven. Durmus, A., Danopoulos, A., Tiggeloven, P., & Klouwen, A. F. (2021). Wegwijzer gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid. VNG. 8 Bij de toewijzing geldt daarom het zogenaamde afstammingsbeginsel, dat de toets vormt of iemand een woonwagenbewoner is. We zien dat dat lokaal op verschillende manieren wordt ingevuld.

Lokale invulling

De gemeente en/of woningcorporatie bepaalt in welke volgorde voorrang verleend wordt aan familieleden en/of afstammelingen van woonwagenbewoners. We zien dat over het algemeen inwonende kinderen en kleinkinderen de prioriteit krijgen, in lijn met de richtlijnen uit het landelijk beleidskader. Woonwagenbewoners en oud-woonwagenbewoners, de ‘spijtoptanten’, gaan daarnaast vrijwel overal voor op niet-woonwagenbewoners. Verschil kan er wel zijn in de volgorde van toewijzing; gemeenten of woningcorporaties brengen soms net wat andere nuances aan.

  • Over het algemeen gaat eerstegraads familie voor op tweedegraads familie, en die weer op derdegraads familieleden. Dit zien we in beleid veel voorkomen, zie bijvoorbeeld Nijmegen Beleidsregels voor toewijzing van standplaatsen voor woonwagens Nijmegen 2022. (2022). Geraadpleegd van https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR675674 9 , Oldenzaal WBO Wonen. (z.d.). Woonwagens en standplaatsen. 10 en Rotterdam Gemeente Rotterdam. (2020). Rotterdams woonwagenbeleid: Een eigen plek voor woonwagenbewoners en kermisexploitanten, p. 19. 11 . In ’s-Hertogenbosch gaan (klein)kinderen ook voor, maar staat tweedegraadsfamilie lager op de voorrangsladder. Inwonende standplaatszoekenden en standplaatszoekenden uit de eigen gemeente gaan voor tweede en derdegraads familieleden die wat verder weg wonen. Spijkers, F. (2022, 27 september). Familie krijgt voorrang bij toewijzing woonwagens in Den Bosch. DTV Nieuws. 12
  • Soms gaan doorstromers nog voor inwonende (klein)kinderen, zoals in Amsterdam Gemeente Amsterdam. (z.d.). Wachtlijst woonwagenstandplaats. 13 en in de regio Vechtdal Vechtdal Wonen. (z.d.). Woonwagens en standplaatsen. 14 . Als er op een woonwagenlocatie een woonwagen vrij komt, mag een huidige woonwagenbewoner eerst doorstromen, mits hij of zij al op de locatie woont. De woonwagen die de doorstromer achterlaat, komt dan vrij voor een inwonend kind of familielid van een van andere woonwagenbewoners die ook op deze locatie wonen.
  • In Nijmegen geldt het nieuwe toewijzingsbeleid alleen voor nieuwe standplaatsen. Voor de bestaande standplaatsen (80 koopwoonwagens en 27 sociale huurwoonwagens) blijft het oude ‘voordrachtstelsel’ bestaan, waarbij vertrekkende bewoners of nabestaanden een kandidaat kunnen voordragen voor de bestaande standplaats.
  • Als meerdere woningzoekenden volgens de toewijzingsregels evenveel recht hebben op de woonwagen, kan (notariële) loting worden opgenomen in de toewijzingsregels (zoals bijvoorbeeld in Alphen aan den Rijn). Holland Rijnland. (z.d.). Wijziging Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019 ten behoeve van wachtlijst woonwagenstandplaatsen. 15 Bij een gelijke stand wordt ook wel voorrang gegeven aan de oudste van de twee kandidaten (Nijmegen) of diegene met de langste inschrijftijd (Rotterdam).

Door het vooralsnog beperkte aanbod van nieuwe woonwagens en de geldende voorrangsregelingen blijken in de praktijk vooral – inwonende – kinderen van woonwagenbewoners in aanmerking te komen voor een standplaats. Zij staan immers bovenaan de prioriteitenlijst. Wanneer het tekort minder groot is, zullen categorieën lager op de ladder ook een kans maken.

Puntensysteem

Een voorbeeld van zo’n toewijzingssysteem kun je vinden in het regionale huisvestingsverordening van regio Holland Rijnland (regio Leiden). Holland Rijnland. (z.d.). Wijziging Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019 ten behoeve van wachtlijst woonwagenstandplaatsen. 16  Zij werken met een puntensysteem. Inwonende of studerende kinderen van woonwagenbewoners én kinderen die minder dan 10 jaar geleden verhuisden naar een reguliere woning (spijtoptanten) krijgen de meeste punten (100). Daarna kinderen die tussen de 10 en 20 respectievelijk 20 en 30 jaar geleden verhuisden naar een reguliere woning (85 respectievelijk 75 punten). Elke maand dat een standplaatszoekende ingeschreven staat of stond levert ook een punt op. Dat biedt zeer lang ingeschreven standplaatszoekenden – die geen familie zijn – ook een kans.

Regionaal afstemmen

In de samenwerkingsregio Noordoost-Brabant Volkshuisvesting Nederland. (2021). Noord-Brabant waagt sprong in het diepe met nieuw woonwagenbeleid. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 17 stelden de samenwerkende gemeenten ook een gezamenlijk regionaal toewijzingskader en handelingskader vast, samen met de woningcorporaties en bewonersorganisaties. In Nederland zien regio’s dus voordelen in het regionaal afstemmen van de toewijzingsregels. Geleidelijk wordt de toewijzing van woonwagens en -standplaatsen opgenomen in reguliere regionale toewijzingssystemen en -beleid. Deze regionale afstemming draagt bij aan een steeds transparantere toewijzing.

Contact

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan