Regionale samenwerking organiseren en doen
Handvatten om aan de slag te gaan met de organisatie van regionale, gemeentelijke samenwerking voor aandachtsgroepen.
Handreiking voor het opstellen van een woonzorgvisie
Voor steeds meer mensen is het moeilijk passende woonruimte te vinden. Sommige mensen hebben nog minder kansen, omdat ze zich in een kwetsbare situatie bevinden. Zij zijn afhankelijk van zorg of begeleiding, of moeten hun leven (opnieuw) opbouwen. Denk aan studenten, uitstromers uit instellingen, dak- en thuisloze mensen en arbeidsmigranten. Deze mensen behoren tot de ‘aandachtsgroepen’ op de woningmarkt, omdat zij elkaar op dit moment verdringen en concurreren met regulier woningzoekenden om de schaarse betaalbare woningen.
Een deel van deze groepen heeft tijdelijk of structureel zorg en/of ondersteuning nodig. Deze mensen willen niet verhuizen naar waar zorg geboden kan worden, maar blijven graag wonen waar ze al wonen. Maar of het zelfstandig wonen een ´succes´ zal zijn, hangt af van de mate waarin burgers ondersteund worden. Waar de een aanpassingen in de woning nodig heeft, is er voor de andere een dagelijkse structurering nodig of ondersteuning van de mantelzorg. Dit vraagt om een variatie in woonvormen en soms ook een arrangement aan zorg en/of ondersteuning.
Om te zorgen voor voldoende woonruimte woonvormen met zorg en/of ondersteuning, hebben veel gemeenten de afgelopen jaren met hun samenwerkingspartners een woonzorgvisie opgesteld. Dit document verwoordt de beleidsvoornemens op het fysieke en sociale domein. Wanneer de Wet versterking regie volkshuisvesting in werking treedt, dienen gemeenten een volkshuisvestingsprogramma op te stellen met een visie op wonen en zorg, die in lijn is met het Wmo-beleidsplan.
In deze handreiking komen de volgende onderwerpen aan bod:
Waarom?
Wat?
Hoe?
"*" geeft vereiste velden aan
In deze publicatie gaan we in op de inhoud van het wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting en de lagere regelgeving die daarmee samenhangt. Het wetgevingstraject loopt nog. Het wetsvoorstel is in maart 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het kan zijn dat het wetgevingstraject tot andere uitkomsten leidt, dan nu staat beschreven in deze handreiking.