Terugkijken: Verdichting en leefbaarheid in kwetsbare wijken
Veel herstructureringsactiviteiten in wijken en buurten zijn gericht op verdichting. Hoe moeten we dat zien in relatie tot de leefbaarheidsopgave?
“Hoe kan het dat we zoveel adviseurs voor participatie en communicatie hebben die verdichting begeleiden, maar het toch niet lukt de afstand tussen planmakers en bewoners te overbruggen?” Het is deze paradox die steeds teugkomt in gesprek met Frans Soeterbroek en ook centraal staat in zijn essay ‘Omstreden plannen, onderschatte burgers’. Soeterbroek ziet een verwijdering tussen de systeemwereld van de overheid en instituties en de leefwereld van bewoners: “De traditionele systemen zijn erop ingericht dat de professionals plannen voorbereiden waarop de bewoner ten slotte kans krijgt om te reageren. Van samenwerken is geen sprake. Uiteindelijk doet de gemeente toch wat al bedacht is met onderzoekers, adviseurs en de regio.”
Participatietrajecten starten bij verdichting vaak te laat en er is te weinig ruimte voor daadwerkelijke inspraak, stelt Soeterbroek: “Dat voelen mensen, dus die haken af of gaan in de weerstand.” De afstand tussen bewoners en planmakers neemt nog verder toe doordat plannen steeds vaker worden ontwikkeld vanuit een regionale aanpak in samenwerking met het Rijk. Een technocratische benadering die letterlijk ver af staat van de bewoners in de wijken. Bewoners ervaren een paternalistische aanpak die geen recht doet aan de potentiële meedenkkracht en aanwezige kennis van bewoners. Het zorgt voor onderling wantrouwen, weerstand bij burgers en daardoor ook vertraagde projecten, ziet Soeterbroek.
Soeterbroeks pleidooi: het kan anders. Door burgers eerder te betrekken ontstaat er meer vertrouwen, neemt de weerstand af en ontstaan ook kwalitatief betere plannen. “Ik zie bij bewonersgroepen die ik begeleid dat ze zich meer verantwoordelijk voelen voor opgaven als zij serieus worden genomen.” Hij hoort bewoners dan vaak al snel zeggen dat ze niet overal tégen kunnen zijn. “Zo mobiliseer je gulheid en creativiteit. Dat missen we nog te vaak, terwijl je dat tegenwicht nodig hebt bij de echt grote tegenkrachten vanuit de buurt.” Door bewoners te betrekken, mobiliseren planmakers ook mensen die ruimhartiger staan ten opzichte van de plannen. “Ik maak heel vaak mee dat bewoners verdichtingsplannen niet omarmen, maar het acceptabel vinden mits ze het gevoel hebben dat er naar hen geluisterd is over randvoorwaarden die voor hen belangrijk zijn, zoals de hoogte van gebouwen.”
Deze aanpak, waarbij bewoners meepraten en echt invloed hebben op gebiedsontwikkeling, noemt Soeterbroek maatschappelijke gebiedsontwikkeling: “Dit is gebiedsontwikkeling die het publieke belang centraal stelt en dus niet als commerciële ontwikkeling wordt aangepakt. De samenleving draait hier mee aan de knoppen.”
Een voorbeeld van een aanpak waarbij bewoners actief werden meegenomen en constructief meedachten over de verdichting is de Amsterdamse Klaprozenweg. Hier leidde het aanvankelijke verzet van woonbootbewoners tot een alternatief ontwikkelplan van bewoners en grondeigenaren, dat met hulp van ontwerpers tot stand kwam. Hierdoor ontstond een beter, breed gedragen, nieuw plan waarin rekening werd gehouden met de verschillende belangen.
Het klinkt bijna als te mooi om waar te zijn: participatie die zorgt voor minder weerstand en betere plannen. Toch is de ervaring van Soeterbroek dat je zo snel mogelijk in de planvorming bewonersgroepen moet betrekken. “Er komt altijd gedoe, dan maar het beste zo snel mogelijk”, weet hij. “Projecten die snel naar buiten gaan leveren misschien op korte termijn gedoe op, maar dat win je later terug.” Anders bouwt de weerstand zich op en volgt de vertraging op een later moment. “Ik maakte een project mee waar de gemeenteraad al een half jaar zat te bakkeleien over een project waarin de bewoners woedend waren en dus de startnotitie maar niet vaststelde. Dat is het risico van proberen snel door te pakken.”
De angst dat bewoners bij een maatschappelijke gebiedsontwikkeling over alles inspraak willen is onterecht, ziet Soeterbroek. “Je kunt bewoners uitleggen dat er ook iets moet gebeuren met kabels en leidingen en archeologisch onderzoek, dat vindt iedereen normaal. Ze gaan heus niet co-creatief bodemonderzoek doen.” Bestuurders kunnen zich kwetsbaar opstellen en hun dilemma’s open op tafel leggen. Dat creëert meer draagvlak. Vroege communicatie is essentieel: “Kaders die er echt toe doen overleven dit soort gesprekken en het krachtenveld wel. Maar mensen willen niet achteraf worden doodgegooid met onderzoeksrapporten die ze niet kunnen lezen. Dan ben je ze kwijt.”
Om de afstand tussen bewoners en planmakers te verkleinen, doen gemeenten er goed aan om de processen voor verdichting te organiseren op de plek waar het gaat plaatsvinden, stelt Soeterbroek. De tekentafel op straat, noemt hij het – al zal het in de praktijk eerder een geïmproviseerd werkatelier zijn in een buurthuis, ruime schaftkeet of leegstaand winkelpand. “De opgave moet je niet van bovenaf vanuit het gemeentehuis meedelen, maar je gaat met de mensen in de wijk aan het werk.” Een voordeel hiervan is dat het bruikbare kennis oplevert voor de betrokken ontwerpers en ambtenaren: “Door veel met bewoners te werken leer je door hun bril kijken en leer je bepaalde gevoeligheden zien.” Zo komen inzichten naar boven die anders onder radar van planners blijven, zoals de maatschappelijke waarde van een ogenschijnlijk betekenisloos braakliggend stukje land.
Door in de wijk te werken komen ook de wensen van de zittende bewoners op tafel. Bij verdichting is vaak aandacht voor de risico’s, zoals schaduwwerking, lege plekken die verdwijnen en bouwoverlast. Soeterbroek wil dit omdraaien en samen met bewoners de verdichtingsopgave benutten om al lang gewenste toevoegingen een plek te geven, zoals een veilige speelplek, herinrichting van het parkje of betere zitgelegenheid op het plein. “De norm moet zijn dat een groot bouwproject winst voor de buurt oplevert, óók voor de zittende bewoner.”
Frans Soeterbroek is socioloog en deelt met ons zijn visie op participatie in de verdichtingsopgave.