Ouderen langer thuis dankzij zorgwoningen in Austerlitz
Een groep actieve bewoners kreeg het voor elkaar dat er zorgwoningen kwamen. Dat ging niet zonder slag of stoot.
“Als Zorgbutler begin je een eenmanszaak, je bent ondernemer van je eigen bedrijf maar ook verantwoordelijk voor de zorg van de bewoners. Dat ondernemen zat niet in mijn bloed, maar het zorgen wel”, zegt Kunne. De ondersteuning van De Drie Notenboomen bij het ondernemingsgedeelte en de opstart van de woonvoorziening, was voor Kunne dan ook erg welkom. Het concept zelf, de hulp bij het werven van bewoners en personeel en de mogelijkheid om ook zelf weer ‘aan het bed te staan’, trokken Kunne over de streep om twee jaar geleden volmondig ja te zeggen om als eerste Zorgbutler aan de slag te gaan.
In het begin was het een hele toer om een geschikte bewonersgroep te vinden. Maar liefst 75 aanmeldingen kwamen binnen, voor slechts 43 appartementen. “Ik bezocht iedereen die zich had aangemeld en maakte de selectie. De selectiecriteria die Kunne hanteerde waren: niet te veel zorgbehoefte, ook niet te weinig. Ze stelde zich de vragen: “Hoe zit het met het vermogen en de inkomsten, heeft iemand recht op dit sociale huur-appartement?”, volgens Kunne. De een- en tweepersoons appartementen worden nu bewoond door senioren die grotendeels zelfstandig zijn en recht hebben op een vergoeding uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Sommigen hebben daarnaast een zwaardere indicatie en krijgen vergoeding vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw).
De Zorgbutler is een initiatief van De Drie Notenboomen een franchiseorganisatie die woonvoorzieningen voor verschillende doelgroepen ontwikkelt. De woningcorporatie SOR is eigenaar van het complex. De Drie Notenboomen richtte eerder al het Thomashuis voor mensen met een verstandelijke beperking en de Herbergier voor mensen met dementie op. Allemaal kleinschalige woonvoorzieningen, ontstaan uit onvrede over de reguliere zorgverlening. De Zorgbutler is hun meest recente formule en biedt senioren met een kleine portemonnee en een lichte tot matige begeleidingsbehoefte een zelfstandige woonruimte in de sociale huursector. Dit bleek duidelijk in een behoefte te voorzien: “Elk appartement is bewoond én er is een wachtlijst”, vertelt Kunne opgetogen.
Kunne is verantwoordelijk voor de inkomsten en uitgaven. “Nu ik onderneemster ben, houd ik mij ook bezig met de administratie. Dat doe ik vaak in de weekenden, omdat dit door de week niet altijd lukt. Een eigen bedrijf is 24/7 inzet.” De inkomsten komen uit huur die bewoners betalen, servicekosten en uit de Wmo en Zvw. Hiervan betaalt Kunne onder andere het personeel, de huur van het gebouw en de avondmaaltijd die twee keer per week op tafel staat. “Het is lastig als een bewoner overlijdt of naar een verpleeghuis moet. Dan raak ik buiten een geliefd persoon óók inkomenszekerheid kwijt.” In zo’n situatie moet Kunne dan ook haar personele capaciteit snel kunnen aanpassen. “Daarom werk ik met flexibele personeelscontracten”, vertelt Kunne. “Zo kan ik inspelen op tijden waarin minder- of juist meer personeel nodig is. Maar ik probeer altijd een nieuwe bewoner te vinden die past in het huidige financiële plaatje, en bij de groep natuurlijk.”
Over het contact met de gemeente Rotterdam is Kunne ronduit positief: “Het contact met de Wmo-consulenten is erg goed, indicaties zijn snel rond en ik heb een vast contactpersoon. Het contact met de zorgverzekeraars daarentegen…”, verzucht Kunne. “Ik heb wel geleerd dat je je moet vastbijten als een pitbull om te krijgen van zorgverzekeraars waar je recht op hebt.” Met haar bewonersgroep krijgt Kunne soms te maken met onverwacht intensieve zorgsituaties. Om deze zorg te kunnen leveren vraagt ze een Persoonsgebonden Budget (PGB) voor verpleging en verzorging aan via de zorgverzekeraar. “Maar dit budget komt je niet makkelijk toe en de administratieve last is ontzettend groot.”
Bij de Zorgbutler kunnen ook de familie en vrienden altijd aanschuiven in de gemeenschappelijke ruimte. Goed contact met de familie van de bewoner is voor Kunne belangrijk. Wekelijks spreekt Kunne met hen, via de app, op de locatie of via de telefoon. “Even horen hoe het gaat, vragen beantwoorden, soms doe ik verzoek aan de familie voor een nieuwe fles shampoo of schoonmaakmiddel.” Grotere verzoeken legt Kunne liever niet bij familie neer. “Mantelzorgers zijn noodzakelijk. Maar mantelzorgers zijn óók familieleden, kinderen of partners en moeten ook dat kunnen blijven”, vindt Kunne.
Kunne was de afgelopen twee jaar niet weg te denken uit de gemeenschappelijke ruimte in het appartementencomplex. “Ik was hier eigenlijk bijna altijd”, vertelt Kunne. Doordat ze vaak aanwezig is, houdt zij zicht op de bewoners. Niet iedereen heeft even veel behoefte aan gezelschap, maar ze probeert mensen wel te betrekken. “Als iemand niet aanwezig is bij het avondeten, dan klop ik wel aan. En natuurlijk ook voor het extra glaasje wijn of het advocaatje met slagroom op de vrijdagmiddag… of als Feyenoord speelt!”, zegt Kunne lachend. De gemeenschappelijke ruimte is de plek voor een gesprekje, eten met elkaar, samen tv kijken. “Maar iedereen is hier vrij om te gaan en staan waar hij of zij wil, dat is waar ik voor sta. Gewoon een fijne plek voor elke bewoner.”
Angela Kunne werd in 2017 de eerste Zorgbutler van Nederland.