Aan de slag met maatschappelijke voorzieningen voor een sterke en leefbare stad
Scholen, buurthuizen en sportaccommodaties zijn onmisbaar voor een leefbare stad. Hoe zorg je voor afstemming, geld en ruimte?
Stadsverdichting is naast een ruimtelijke strategie ook een gesprek over sentiment. Ideeën over verstedelijking en verdichting zijn niet nieuw en hangen samen met (toekomst)visies. Een van de eerste visies op stedelijke ontwikkeling en het drukker worden van de stad, is die van de Duitse regisseur Fritz Lang in zijn film Metropolis (1927). Hierin schetst hij een verhaal over een volgebouwde stad in 2026. Een stad met twee werelden, waar de rijken (de denkers) goed kunnen vertoeven in groene en gezonde omgevingen, terwijl de armen (de arbeiders) werken in een drukke en vervuilende energiecentrale.
Anno 2024 lijkt de gemiddelde Nederlandse stad dit lot te zijn bespaard. Toch zijn er tekenen dat deze situatie meer realiteit heeft dan aanvankelijk lijkt. Zo kopte het Sociaal en Cultureel Planbureau in april 2024 dat arm en rijk elkaar steeds minder ontmoet. Ook vanuit een electoraal, ruimtelijk oogpunt is dit steeds meer het geval. In de Atlas van afgehaakt Nederland schetst politiek geograaf Josse de Voogd de invloed van de ruimtelijke omgeving op stemgedrag. Je kan hier ook wel spreken van ‘aangehaakte’ en ‘afgehaakte’ groepen. Is deze trend onoverkomelijk, of zijn er ruimtelijke strategieën rondom stadsverdichting en verstedelijking om hiermee om te gaan?
Er valt te sturen op de voor- en nadelen van stedelijke verdichting. De bekendste nadelen zijn bijvoorbeeld geluidsoverlast, verminderen van de leefbaarheid en druk op de gezondheid. Voordelen die daartegenover staan zijn onder andere klimaatadaptatie, de stad als bestemming (persoonlijke ontplooiing) en slimmer ruimtegebruik door functiemenging. Een recent uitgebracht advies van PosadMaxwan gaat verder in op de ruimtelijke toepassingen van verdichting, waarbij er ‘andersom’ wordt geredeneerd en de gebruiker, groene en blauwe omgevingen centraal staan.
Maar wat maakt stedelijke strategieën voor stadsverdichting dan goed of slecht? De kunst en truc ligt hem in de manier waarop je ruimtelijk stuurt om nadelen tegen te gaan. Stadsverdichting zal tot een bepaalde gradatie altijd negatieve gevolgen met zich meebrengen. Het inzetten op de voordelen van stadsverdichting is hoe je hiermee om zou moeten en kunnen gaan. En, wat in de praktijk ook al gebeurt.
Haven-Stad in Amsterdam is een voorbeeld van hoe de nadelen van stadsverdichting succesvol worden aangepakt. Dit gebeurt door juist in te zetten op vergroening en duurzame stedelijke ontwikkeling. In dit grootschalige binnenstedelijke verdichtingsproject worden veel nieuwe woningen en werkplekken in voormalige havengebieden gebouwd. Tegelijkertijd wordt de openbare ruimte vergroend. Door luchtvervuiling en hittestress tegen te gaan en bewoners toegang te bieden tot parken en groene daken, bevordert deze aanpak een hogere levenskwaliteit.
Den Haag Centraal 2040 is een voorbeeld van hoogstedelijke verdichting met slimme combinaties met nadruk op voetgangers, fietsers en groene ruimtes. Door de bouw van nieuwe hoogbouw in de omgeving van het centraal station, kan de stad zich verder ontwikkelen zonder dat er extra druk komt te staan op bestaande woonwijken (Transport Oriented Development). Tegelijkertijd worden auto’s minder dominant in het straatbeeld, doordat ruimte wordt vrijgemaakt voor brede trottoirs, fietspaden en pleinen met groen. Dit vermindert verkeersopstoppingen en vervuiling, terwijl het de mobiliteit en kwaliteit van leven voor bewoners en bezoekers verhoogt.
In Utrecht wordt ingezet op een ruimtelijk verspreide verdichting bij negen kleinere station. De concepten ‘poly-centrische stad’ en de ‘10 minuten stad’ vormen de kern. In plaats van alle nieuwe woningen en voorzieningen te concentreren in het stadscentrum, wordt de groei verlegd naar verschillende knooppunten in de regio. Hierdoor neemt de druk op het hoofdstation en het centrum af. Deze aanpak voorkomt overbelasting van bestaande infrastructuur en draagt bij aan een betere verdeling van voorzieningen en mobiliteit over de stad. Door nieuwe woon- en werkgebieden rond de kleinere stations te ontwikkelen, ontstaan negen nieuwe 10-minuten gebieden binnen de stad.
De samenhang tussen voor- en nadelen van stadsverdichting komt dus neer op de manier waarop deze dichtheid wordt toegepast en beheerd: it is all in the eye of the beholder. Succesvolle stadsverdichting vereist een integrale benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van alle stedelijke bewoners. Van gemixte woon-werkgebieden tot het behoud van groene ruimte. Het is essentieel dat stadsplanners en beleidsmakers werken met langetermijnvisies die niet alleen focussen op economische groei, maar ook op duurzaamheid en inclusiviteit.