Energiearmoede aanpakken: een goede campagne is het halve werk
Met een professionele campagne lukt het Dordrecht om bij de juiste mensen achter de voordeur armoede aan te pakken.
Sleutelpersonen zijn mensen die een bijzondere positie innemen in een wijk. Zij weten wat er speelt en kennen hun buurt door en door. De gemeente en andere instanties hebben daar veel baat bij, maar meestal doen sleutelpersonen hun werk op vrijwillige basis, vanuit compassie en plichtsbesef tegenover hun medemens of vanwege hun persoonlijke overtuigingen.
In Amsterdam besloten Phlip Korthals Altes en Piet van Diepen van opbouwwerk-stichting Wikistad om hier iets aan te doen. Hun idee was simpel: door de sleutelpersonen in de buurt een volwaardige baan bij een welzijnsorganisatie aan te bieden als BuurtBaner, leren ze op die manier om te gaan met het stramien van werk en inkomen. Tegelijkertijd wordt de sociale cohesie van de buurt op een gestructureerde manier verbeterd. Na verloop van twee jaar kan de sleutelpersoon doorstromen naar vast werk of een eigen bedrijf of stichting en komt er ruimte vrij voor een nieuwe BuurtBaner. Het is een win-winsituatie.
In gesprek met Platform31 vergelijkt Van Diepen het opzetten van BuurtBaan met het planten en onderhouden van een tuin. Tijd en toewijding zijn de twee belangrijkste factoren om de tuin tot volle bloei te brengen. BuurtBaners hebben die tijd en toewijding, en worden bovendien opgeleid in de omgang met buurtbewoners die in een kwetsbare financiële of sociale positie zitten. Namens één van de lokale maatschappelijke organisaties leggen zij verbindingen tussen bewoners, maar ook tussen bewoners en maatschappelijke partijen als de gemeente. Daarbij geldt wel dat ze voldoende ruimte moeten krijgen om zich te ontwikkelen, in plaats van aan beleidseisen te moeten voldoen. Te veel druk kan juist een averechts effect hebben.
De BuurtBaner is op die manier een cruciale verbinder tussen mensen, een spin in het web. BuurtBaners Khadija Bouazza, Astrid Gils en Rupa Singh beamen dit. “Het is echt een voltijdbaan!”, stelt Gils. Iedere bewoner vraagt een eigen aanpak. Afhankelijk van de situatie van de bewoner moet de BuurtBaner inschatten wat het juiste moment is om hem of haar aan te spreken. Het doel is om de bewoner uit diens isolement te halen en, voor zover dat mogelijk is, een weg te laten vinden naar de gemeenschap van de buurt.
Singh geeft hierbij het voorbeeld van haar buurman Piet (70), die geen sociaal netwerk heeft en weinig buiten komt. Door het opbouwen van een vertrouwensband, waar meerdere jaren overheen gingen, lukte het haar om meer te weten te komen over Piets levensverhaal en hem uiteindelijk met enige regelmaat mee te nemen voor een kopje koffie in het buurthuis.
Het is in zulke situaties echter belangrijk om je grenzen te kennen, vertelt Bouazza. Je moet je werk niet mee naar huis nemen. Hierdoor komt een belangrijk aspect van BuurtBaan om de hoek kijken: dat je BuurtBaner bent moet ook aansluiten op de ontwikkeling die je zelf doormaakt. Korthals Altes en Van Diepen leggen uit dat aanstaande BuurtBaners het vermogen moeten hebben om zowel in de leefwereld van bewoners als in de systeemwereld van de overheid te leren navigeren. Ze moeten snappen wat er nodig is om bewoners te helpen zonder beloftes te doen die ze niet met zekerheid kunnen waarmaken. Begeleiden kan altijd, maar het is belangrijk dat bewoners hun onafhankelijkheid (terug)krijgen. Het zijn de bewoners die uiteindelijk zelf in actie moeten komen om uit hun isolement te breken.
Het steeds terugkomende thema in de gesprekken met BuurtBaan is verbinding. Als je (energie)armoede wilt bestrijden is het op ooghoogte spreken met bewoners de eerste stap. “Duurzaamheid bereik je niet alleen door techniek, het gaat ook om de mensen”, zeggen Bouazza, Gils en Singh. Hebben ze nog meer tips voor gemeenten? “Zorg ervoor dat je sleutelpersonen, of in ons geval BuurtBaners, als volwaardige collega’s ziet”, adviseert Bouazza. Het zou ook goed zijn als de gemeente niet alleen de subsidieverstrekker is, maar BuurtBaners ook in dienst neemt en een bestendige samenwerking met ze opzoekt, voegt Gils daaraan toe.
Ook een plan voor na het traject zou helpen: hoe komt het leven van de BuurtBaner eruit te zien nadat de twee jaar om zijn? En zorg voor structurele financiering, voegt Korthals Altes toe. Alleen wanneer je voldoende tijd en aandacht kunt besteden aan de buurt, met een solide financiële basis, zul je de mensen tot bloei zien komen.