Praktijkvoorbeeld Wonen senioren

Senioren zoeken woonvormen met ontmoeting: zes principes voor het ontwerp

18 juni 2024 | Leestijd: 5 minuten
Senioren zoeken naar nieuwe woonvormen waar zij met anderen kunnen wonen en aanspraak hebben. Het kan eenzaamheid tegengaan en bijdragen aan de gezondheid en vitaliteit. Het is dan ook raadzaam om rekening te houden met deze behoefte, bij het ontwerp van de woningen, routes en collectieve ruimtes. Zowel woningcorporaties als architecten zoeken naar doordachte ontwerpen waarmee ontmoeting kan plaatsvinden rond het wonen in geclusterde woonvormen.

Tijmen Kuyper en Philip Krabbendam van CoWonen, adviesbureau voor het ontwerpen van collectieve woonvormen, stellen dat er nog een wereld te winnen valt bij het ontwerpen van geclusterde woonprojecten. Kuyper: “Het is essentieel om te begrijpen dat ontmoeting veel meer is dan simpelweg een ontmoetingsruimte met activiteiten. Architecten zijn vaak nog onvoldoende thuis in het ontwerpen voor ontmoeten in geclusterde woonvormen. We zien dat de opleidingen bouwkunde hier langzaamaan aandacht aan gaan besteden, maar de meeste architecten zijn er niet in geschoold.” Ook woningcorporaties zijn zoekende. Met de opdracht om 40.000 geclusterde woningen voor senioren te realiseren, komen er allerlei vragen op: wat kun je meegeven in een programma van eisen? En hoe kun je de kansen tot ontmoeting verbeteren in de bestaande bouw?

Zes basisprincipes voor ontwerp voorzieningen

Krabbendam en Kuyper stelden zes basisprincipes vast die mensen kunnen helpen bij het opstellen van een programma van eisen voor een woongebouwwaar wordt ingezet op ontmoeting. “Denk bijvoorbeeld aan eigenaarschap. Als je het gevoel hebt dat een ruimte ook deels van jou is, dan ga je ervoor zorgen”, zegt Kuyper. “Een ander principe is privacy: als er geen plek is waar je je veilig kunt terugtrekken, dan werkt gemeenschappelijkheid niet. Je kunt niet de hele tijd on stage zijn. De principes kunnen ook helpen bij het analyseren waarom ontmoeting in een gebouw niet tot stand komen.”

Zes basisprincipes voor ontwerpen van ontmoeting en gedeelde voorzieningen
  • Privacy: Privacy is controle over openbaarheid en als daar niet goed voor ontworpen wordt, trekt men zich volledig terug: de privacy paradox.
  • Eigenaarschap: Het ontwerp en het proces moet de ruimte bieden aan bewoners om het zich deels toe te eigenen. Dan gaan mensen er zelf sociaal en fysiek zorg voor dragen.
  • Sociale schaalniveaus: Collectief en privé is niet iets binairs, maar is een spectrum van sociale schaalniveaus waar openbaarheid en eigenaarschap verschillen. Niet elke woonactiviteit past op elk schaalniveau.
  • Spontane interactie: De terloopse ontmoeting wordt vaak voor lief genomen. Hiervoor is goed ontwerp van routes en overgangszones veel belangrijker dan een ‘ontmoetingsruimte’.
  • Geplande interactie: Geprogrammeerde ontmoeting met een agendapunt. Hiervoor kan een hoge kwaliteit ontmoetingsruimte wel uitkomst bieden.
  • Sociale continuïteit: Goede banden hebben veel tijd nodig om te ontstaan. Als er een groot verloop is in bewoners dan worden banden minder waardevol.

Werk met sociale schaalniveaus

Krabbendam is in zijn proefschrift ‘Betrokkenheid’ dieper ingegaan op sociale schaalniveaus. “In een gebouw is een opbouw in schalen wenselijk, dit voorkomt ook een harde scheiding tussen privé en openbaar. Die schaalniveaus maken het mogelijk om als individu, en daarnaast ook als cluster en als project, tot je recht te kunnen komen. Het zorgt voor inbedding van het individu in de sociale context. Wat vaak misgaat bij het ontwikkelen van gezamenlijke ruimtes is de omvang ervan. Dan kunnen zestien personen een keuken gebruiken of 50 huishoudens een wasmachineruimte. Dat werkt vaak niet. Per activiteit is het belangrijk om te bepalen welke intimiteit nodig is, en welk schaalniveau daarvoor in aanmerking komt. Tegelijkertijd leidt het werken met meer niveaus er ook toe dat mensen hun tijd moeten verdelen over privé, cluster, project en buurt. Er zit dus wel een grens aan het aantal niveaus versterkend werkt voor de sociale cohesie. Als het er teveel worden, moet je je tijd over teveel schalen verdelen.”

Besteed aandacht aan looproutes

In zijn projecten besteed Krabbendam veel aandacht aan looproutes. “Dagelijkse routes moeten langs plekken komen waar mensen verblijven. Door een raam of de deur moet je kunnen zien wat er in de ruimte gebeurt, zodat je je uitgenodigd voelt om binnen te stappen. Een ontmoetingsruimte op een bovenste verdieping levert misschien een geweldig uitzicht op, maar werkt niet als er geen andere reden is om er te komen. Zorg dat gemeenschappelijke ruimtes in de loop liggen. Dat kan ook door een ruimte waar mensen moeten komen, zoals de wasmachineruimte, ernaast te plaatsen.” Kuyper vult aan: “Ontmoeting moet wel een keuze zijn. Ontwerp het complex zo dat mensen ook rechtstreeks – zonder sociale contacten – naar hun woning kunnen komen. Dat noemen we ook wel de ‘nu-even-niet route.”

Overgangszone

Een aandachtspunt bij het ontwerpen van ontmoeten zijn overgangszones tussen sociale schaalniveaus. Als er geen overgangszones wordt ontworpen, dan gaan mensen deze maken door bijvoorbeeld een bankje of plantjes te plaatsen. Mag dat niet, dan doen ze hun gordijnen blijvend dicht”, vertelt Kuyper. “We zien dat de overgangszone heel belangrijk is: 80 procent van de informele sociale contacten vindt hier plaats. Het is de plek waar de identiteit van de bewoners tot uitdrukking kan komen.” Krabbendam: “In het ontwerp kun je hier vorm aan geven door de overgangszone tussen het huis en bijvoorbeeld de straat één tot twee meter diep te maken. Als de voortuin dieper is, plaatsen mensen sneller struiken of een andere afscheiding. Is de voortuin minder diep, dan past er geen bankje. Op een galerij zijn de marges smaller. Om te voorkomen dat mensen teveel ruimte claimen, kun je de zone zichtbaar maken door ander materiaal te gebruiken.” Het toe-eigenen van de overgangszone leidt geregeld tot discussie. Strenge brandveiligheidseisen staan bijvoorbeeld het plaatsen van bankjes, deurmatjes en dergelijke in gangen niet altijd toe wat ten koste gaat van ontmoeting.

Laat bewoners participeren: het belang van ‘eigenaarschap’

Kuyper en Krabbendam geven aan dat het belangrijk is om de toekomstige bewoners al bij de planfase te betrekken. Krabbendam: “Vaak zien we dat bewoners pas bij het vrijwel definitieve ontwerp worden betrokken of zelfs helemaal niet. Het is dan moeilijk om nog aanpassingen te doen, en bewoners voelen zich dan geen ‘eigenaar’ van het plan, wat ertoe kan leiden dat gemeenschappelijke voorzieningen niet goed werken.” Beheercoöperaties waar een bewonersvereniging veel zorgen en risico uit handen neemt van corporaties is een bewezen succesformule. Worden mensen vroeg betrokken in het proces, dan haken ze soms toch af tijdens de planvorming. Volgens Kuyper is dat geen probleem: “Ook als mensen in het ontwerpproces afhaken, is hun inbreng waardevol. Ze geven hun eigenaarschap en ideeën over en zo leidt het tot variatie in de woningbouw. En dat is belangrijk, want een woning die prima is voor iedereen, is voor niemand interessant.”

Tijmen Kuyper en Philip Krabbendam van CoWonen

Contact

Annette Duivenvoorden 06 35 11 58 12 LinkedIn

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan