Kennis- en inspiratiedossier BuurtSaam, voor een gezonde, veilige en sociale buurt
Waardevolle inzichten en handreikingen voor lokale initiatieven van gemeenten en partners, gebaseerd op ontwerpend onderzoek.
De wijk Stenfert is niet toekomstbestendig. Er zijn 1.000 eengezinswoningen, veelal in bezit van corporatie Vivare. Maar dit woningaanbod voldoet niet meer. Van de circa 1.800 inwoners is inmiddels de helft alleenstaand en ruim 50 procent 65+. Meerdere buurten zijn versteend, er is een weinig divers woningaanbod en er zijn veel woningen van slechte kwaliteit. Een echte centrale plek in de wijk ontbreekt en er is behoefte aan meer ruimte voor maatschappelijke activiteiten. Speelplekken zijn verouderd. Qua bevolking is de wijk de laatste jaren veel diverser geworden, met steeds meer mensen die een vorm van ondersteuning nodig hebben. De sociale samenhang staat onder druk, onderling begrip neemt af, de overlast toe. Aanleiding voor de gemeente Rheden en de woningcorporatie Vivare voor een wijkaanpak.
Er kwam een integrale wijkaanpak in Dieren Stenfert op initiatief van wethouder Gea Hofstede, met volkshuisvesting en sociale basis in haar portefeuille. “De aanpak gaat over alle beleidsvelden, denk aan veiligheid, jeugd, openbare ruimte, verduurzaming en klimaatadaptatie. Daarom is het belangrijk dat die collegebreed wordt gedragen. De integrale werkwijze heeft een lange aanloop gekend. Die komt voort uit een analyse van Circusvis, een adviesbureau op heet terrein van sociale volkshuisvesting, die nog eens bevestigde dat de wijk Dieren Stenfert extra aandacht nodig had.”
Het college besloot voor een visie en agenda niet vanuit portefeuilles te beginnen, maar bij het inwonersperspectief. Daarmee bouwde ze voort op de visie uit de nota Samenredzaamheid uit 2018 en het Koersdocument sociaal domein uit 2024. Die beschrijven hoe de gemeente inwoners in en met hun sociale omgeving wil ondersteunen. En benoemen een andere manier van werken: van stapsgewijs bouwen zonder blauwdruk, met erkenning voor fluctuaties in energie bij inwoners en gericht op vertrouwen. In de nota staat ook al te lezen dat deze werkwijze voor het sociaal domein in de toekomst liefst ook toegepast wordt op andere, geschikte, werkterreinen.
De ruimtelijke ontwikkelvisie voor Stenfert werd daarvoor een pilot. Omdat er ‘anders dan anders’ gewerkt zou worden kwam er voor Stenfert eerst een Wijkvisie en leidende principes; een politiek gedragen veranderstrategie. In lijn met deze visie trok de gemeente op met Samen Stenfert, woningcorporatie Vivare en met Incluzio Rheden, de welzijnsorganisatie in de wijk. De gemeente en Vivare gaven samen opdracht aan bureau INBO, een ruimtelijk ontwerpbureau dat gewend is inwoners bij hun werk te betrekken, om een brede ruimtelijke ontwikkelvisie op te stellen. Met ook aandacht voor bijvoorbeeld klimaatverandering, gezondheid, veiligheid en de samenredzaamheid.
In 2022 begonnen de gesprekken met inwoners, naast de usual suspects in de wijk, ook bijvoorbeeld passanten op straat. Daarnaast werden professionals in de wijk benaderd, zoals de huisarts, fysiotherapeut, de buurtcoach… Dit leidde tot de wijkvisie Stenfert 2042, met ambities op het terrein van samenredzaamheid, kansen van mensen, de openbare ruimte, het woningaanbod en duurzaamheid. In aanvulling daarop maakte INBO een brede wijkanalyse op grond van data over bijvoorbeeld de bevolkings- en huishoudsamenstelling, de sociaaleconomische positie van mensen, type en kwaliteit woningen, aantal en plek van voorzieningen, groen, biodiversiteit, verkeer en veiligheid, cultuurhistorische waarden.
In de Ruimtelijke agenda van 2024 zijn de inwonersvisie en data-analyse samengebracht. In de ontwikkelvisie staan de voorstellen met welke maatregelen deze buurten duurzaam versterkt zouden kunnen worden, bijvoorbeeld met gerichte sloop, nieuwbouw voor bijvoorbeeld ouderen, jongeren en kwetsbare bewoners, aanpassing van wegen, vergroening en transformatie van bestaande gebouwen voor maatschappelijke activiteiten.
Margriet Loeven, programmamanager gemeente Rheden en Erny Reuling, beleidsadviseur inwonersparticipatie, kijken terug op het proces. “Het was een hele kunst om de leefwereld van de bewoners en de formele wereld van de gemeente en Vivare goed te verbinden. Er kwam regelmatig druk op het werken vanuit het inwonersperspectief – bijvoorbeeld omdat de organisaties binnen hun beleidscyclus wilden kunnen begroten of investeringen wilden doen of weten wat te slopen. Zonder het eerdere bestuurlijke commitment aan de veranderstrategie, goede persoonlijke werkrelaties en geven en nemen, had de pilot niet kunnen slagen.”
Rond de buurt-toekomstschetsen schuurt het nu niet echt, tussen inwoners en de gemeente. Dat kan veranderen in de fase van concrete uitvoeringsplannen. Het vraagt van gemeente en Vivare helderheid naar inwoners waar wel en geen discussie over mogelijk is. En goed doorvragen over wat achter bezwaren en zorgen ligt; dan wordt het vaak makkelijker om er met elkaar uit te komen, is de ervaring van Reuling.
De Raad gaat niet beslissen over de ruimtelijke ontwikkelvisie, wel over het uitvoeringsplan dat er moet komen. De uitvoering zal uit een combinatie van reguliere middelen voor verschillende opgaven betaald moeten worden, denk aan gelden voor gemeentelijk groen, riolering, wegen. Dat zal waarschijnlijk lukken. Behalve op ruimtelijk gebied is er in Stenfert ook op sociaal gebied meer nodig, liefst structureel terwijl de gemeente waarschijnlijk zo’n 25 procent op dit domein moet bezuinigen. Dat vraagt creativiteit, maar is niet genoeg. Loeven wil verkennen hoe het college invulling wil geven aan het principe van ongelijk investeren voor gelijke kansen dat in het Koersdocument voor het sociaal domein genoemd is. Hoe dan ook komt er een go/no go moment voor de plannen van Stenfert. De pilot is afgesloten, in de fase van uitvoering wil de gemeente opnieuw aansluiten bij het inwonersperspectief. Loeven: “Dat vraagt ook een kijk naar binnen van de betrokken professionele organisaties: kunnen we nu voldoende dichtbij komen óf moeten we sommige dingen anders gaan doen?” Wethouder Hofstede: “Het kan hier niet gaan om een initiële actie van een jaar; je moet je je langjarig committeren als gemeente. Het mag niet afhankelijk zijn van een college maar moet echt geborgd zijn voor de inwoners.”