Leefbaarheid groeikernen onder druk; toekomst van New Towns vraagt aandacht van Rijk
Hogere inkomens verlaten verouderde wijken. De gemeenten zien armoede, eenzaamheid en ondermijning toenemen.
Rijk, provincie en gemeenten werken in de provincie Utrecht samen aan leefbare, veilige, groene en gezonde wijken met gelijke kansen voor iedereen. De Regio Deal Vitale Wijken Overvecht (Utrecht), Batau (Nieuwegein) en Vollenhove (Zeist) werd in 2020 gesloten tussen deze gemeenten, provincie Utrecht en een zestal ministeries. Naast budget van het Rijk leveren de partners cofinanciering voor de wijkenaanpak. De partijen werken samen als één overheid om snel te kunnen schakelen in het oplossen van knelpunten, zoals bijvoorbeeld in wet- en regelgeving. Provincie Utrecht en gemeente Amersfoort hebben daarnaast een overeenkomst gesloten voor de wijk Soesterkwartier en kunnen de ervaringen en lessen zo nog breder delen in de provincie.
Door deze provinciale benadering ontstaat er meer samenwerking tussen gemeenten. De provincie zet in op onderlinge kennisdeling en heeft een gezamenlijk kennis- en monitoringsprogramma opgezet samen met de RIVM en de GGD-regio Utrecht. Daarnaast versterkt de provincie de uitvoering door te helpen in het contact met de Rijksoverheid, gerichte kennisdeling en het zoeken naar (aanvullende) financieringsmogelijkheden. Voor Martine Smit, programmamanager wijkaanpak Betere Buurten voor de gemeente Nieuwegein, heeft de provinciale aanpak veel meerwaarde: “Door met andere gemeenten in de provincie samen te werken kunnen we van elkaar leren en zijn de lijntjes korter geworden. Daarnaast is het ook leuk om een kijkje in elkaars keuken te nemen.”
In kwetsbare wijken komen opgaven uit meerdere domeinen samen. Een integrale benadering is dus cruciaal om tot een succesvolle aanpak van de opgaven te komen. De gemeente Nieuwegein zorgt er daarom voor dat het projectteam van de wijkaanpak bestaat uit betrokkenen van verschillende afdelingen. Zo ontstaat er samenwerking tussen collega’s die zich bezighouden met gezondheid, armoede en participatie, maar bijvoorbeeld ook medewerkers die zich bezighouden met het ontwerp van de openbare ruimte. Smit ziet dat het fysieke en sociale domein elkaar daardoor beter weten te vinden: “Mensen dagen elkaar uit om mee te denken. De verschillende perspectieven helpen bij het aanpakken van de opgaven.”
Samenwerken in integrale teams vergt wel aandacht en tijd. Teambuilding is nodig om iedereen betrokken te laten zijn. Het is daarbij belangrijk om ook de uitvoerende ambtenaren mee te nemen in domeinoverstijgend samenwerken. Dit kan bijvoorbeeld door stakeholdersoverleggen te organiseren met alle gemeentelijke afdelingen. Het draagt bij aan het spreken van een gezamenlijke taal. In Overvecht hebben ze daarnaast ook ambtenaren met een verbindende functie: zogenoemde ‘sociaal architecten’. Dit zijn beleidsadviseurs die werken op het snijvlak tussen fysiek en sociaal domein. “Een sociaal architect werkt verbindend en helpt om elkaars taal te begrijpen”, legt Wieb Hendrix uit als gebiedscoördinator fysiek Utrecht Overvecht en coördinator van de Regio Deal.
Naast ambtelijke samenwerking is betrokkenheid van het college van burgemeester en wethouders cruciaal voor eens succesvolle wijkaanpak. De collegeleden geven de ambtenaren die actief zijn voor de wijk immers mandaat. Door naast de coördinerende wethouder ook andere collegeleden (deel)eigenaar te maken van de wijkaanpak ontstaat er meer draagvlak. In de gemeenten Nieuwegein, Utrecht en Amersfoort heeft de verantwoordelijke wethouder zelfs een spreekuur in de wijk, waar actieve bewoners en initiatieven met hun vragen en zorgen terechtkunnen.
Bij een wijkaanpak zijn veel verschillende partijen betrokken, zoals bijvoorbeeld woningcorporaties, ontwikkelaars, zorg- en welzijnspartijen, politie, cultuur-, sport- en onderwijsinstellingen en bewonersinitiatieven. De gemeenten vormen wijkcoalities om deze (lokale) partijen duurzaam te verbinden aan de wijkaanpak. Tussen de verschillende actieve partijen in een wijk bestaat nogal eens concurrentie. Zij maken bijvoorbeeld aanspraak op dezelfde subsidiepotjes of kunnen in elkaars vaarwater zitten met vergelijkbare activiteiten. Zo ontstaat een risico op inefficiëntie in de wijkaanpak en verwarring bij bewoners.
Om te zorgen voor een integrale wijkaanpak die ook op de lange termijn succesvol is, moet er vertrouwen ontstaan tussen de samenwerkingspartners en initiatieven in de wijk. Daarbij is het nuttig om het netwerk in de wijk in kaart te brengen. Bij de wijkaanpak in Vollenhove gebeurt dat door middel van een netwerkstructuur. Hans Goorhuis, programmamanager Vollenhove Vooruit bij de gemeente Zeist, ziet een hecht lokaal samenwerkingsverband: “Je wilt een brede vertegenwoordiging van de belangrijkste partijen goed aangehaakt krijgen en houden vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. Op deze manier samenwerken geeft extra binding en betrokkenheid. Onze basis is het ambitiedocument dat we met partners en bewoners hebben opgesteld.”
Ook in het Utrechtse Overvecht gingen partijen gezamenlijk aan de slag met het opstellen van ambities. Wieb Hendrix geeft aan dat ze erg trots is op de integraliteit en de samenwerking met de partners in deze wijk: “We hebben gezamenlijk een mooi netwerk opgebouwd en gewerkt aan het ambitiedocument ‘Samen voor Overvecht’ met wijkprofessionals en bewoners. Ook is er een ‘Wijkakkoord Overvecht’ gesloten met de corporaties, ontwikkelaars en twee belangrijkste bewonersorganisaties.”
Deze betrokkenheid van bewoners is cruciaal. In het Soesterkwartier in Amersfoort werd in cocreatie een wijkperspectief opgesteld door een werkgroep die voor ene helft bestaat uit bewoners en voor de andere helft uit ambtenaren. Procesmanager Anke Hendriks licht toe: “De werkgroep bracht de hele wijk in beeld en dat vormde de basis voor de aanpak.” Cocreatie met bewoners vraagt een gedragsverandering bij professionals, Hendriks geeft aan: “Collega’s hebben veel van het proces geleerd en een andere kijk gekregen op de samenwerking met bewoners.” Bij het betrekken van bewoners is het belangrijk om niet alleen bij de start van de wijkaanpak het contact te zoeken, maar ook gedurende de uitvoering en monitoring actief met bewoners te communiceren. Daar komt verwachtingsmanagement bij kijken: wees transparant over de mogelijkheden en planning.
Dit artikel is gebaseerd op acht interviews in het kader van een onderzoek voor de provincie Utrecht. Het doel van de interviews was om de geleerde lessen in kaart te brengen van de wijkaanpakken in Utrecht, Nieuwegein, Zeist en Amersfoort. Platform31 interviewde onder andere programmanagers van de wijkaanpakken, diverse wijkprofessionals en een bewoner.