Energiearmoede aanpakken: een goede campagne is het halve werk
Met een professionele campagne lukt het Dordrecht om bij de juiste mensen achter de voordeur armoede aan te pakken.
In gesprek met Platform31 leggen Hans Nijp (wijkconsulent bij het sociaal verhuurbedrijf WoonFriesland) en Renze Holwerda (energiecoach bij gemeente Noardeast-Fryslân) uit hoe de persoonlijke aanpak ook voor andere gemeenten kan werken.
Nadat de prijzen van energie in de loop van 2021 hard begonnen te stijgen, hebben veel gemeenten allerhande regelingen, initiatieven en projecten opgetuigd. Maar het bereiken van bewoners blijft een uitdaging, zo bleek uit de bespiegelingen van deelnemers tijdens de Platform31-masterclass Energietransitie, armoede & gedrag. Hans Nijp weet wel raad met die onzekerheid. Zijn methode: wanneer er al iemand in de wijk is die door bewoners wordt vertrouwd, een ‘sleutelpersoon’, is het veel gemakkelijker om een nieuw persoon, zoals de energiecoach, bij bewoners te introduceren.
Vanuit deze gedachte nam Nijp als wijkconsulent Renze Holwerda mee op sleeptouw in Kollum. In vier middagen bezochten ze zo’n honderd woningen. “De energiecoach móét mee langs de deuren,” zegt Nijp stellig. Hoe kun je anders verwachten dat mensen hun weg naar de gemeente weten en durven te vinden? Ze hebben een gezicht nodig, iemand die ze de hand hebben geschud. Nijp kenden ze al; via hem leerden ze ook Holwerda te vertrouwen.
Zo worden bewoners enthousiast en kunnen ze als ‘promotors’, zoals Nijp ze noemt, optreden richting hun buren. En als het eenmaal begint te lopen, kan het bereiken van bewoners ‘als vanzelf’ gaan. De energietransitie wordt dan een sneeuwbal die steeds meer mensen aan zich weet te binden – en ook aan elkaar.
Nijp en Holwerda werkten actief aan het opbouwen van een band met de bewoners – dat was hun voornaamste doel wanneer er voor het eerst werd opengedaan. Want de bewoner staat in Noardeast-Fryslân centraal. “Je moet mét mensen doelstellingen formuleren”, is Nijps uitgangspunt. Iemand vertellen wat er tegen tocht te doen is vormt slechts een eerste stap, maar het duurzaam veranderen van iemands woonomstandigheden zit vooral in het toewerken naar een situatie waarin ook de bewoner het gedrag verandert.
Gedurende minimaal het eerste kwartier mag het volgens Holwerda niet over de energietransitie of aanverwante onderwerpen gaan. Veel mensen hebben zelfs nog nooit van de term gehoord. Maar waar kun je het dan wel over hebben? “Geef een compliment, vraag eens naar het verhaal achter een foto die in de kast staat”, adviseert de energiecoach. “Maar”, waarschuwt Nijp, “je moet je dan wel aanpassen aan het tempo en het taalgebruik van de bewoner.” Het gesprek te veel willen sturen of uit de hoogte praten helpt niet in het opbouwen van vertrouwen. Het gevolg is dan weliswaar dat in het eerste gesprek regelmatig nog geen spijkers met koppen kunnen worden geslagen. Maar op de lange termijn pluk je toch de vruchten van dat eerste contact.
Hoe beter de energiecoach op de hoogte is van wat er speelt in de wijk en het leven van de bewoner, des te beter verloopt het gesprek. Maar wat als je echt bij het begin moet beginnen? “Ga gewoon eens de wijk in, maak een wandeling, spreek mensen aan”, stellen Nijp en Holwerda voor. Je moet ergens beginnen, en vaak zijn er genoeg aanknopingspunten, zoals de wijkraad of de bibliotheek, weet Holwerda; “Hoe je het ook doet, begin kleinschalig en bouw van daaruit je netwerk op.”
Het derde advies is niet even zichtbaar, maar daarom niet minder belangrijk. “Zorg dat je je backoffice op orde hebt,” zegt Nijp. Wanneer het contact met de bewoner eenmaal is gelegd, moet je kunnen leunen op een gedegen en flexibele organisatie. Er moet bijvoorbeeld altijd iemand zijn die de telefoon opneemt wanneer een bewoner belt op een moment dat de energiecoach even niet beschikbaar is. In Noardeast-Fryslân heeft men daartoe de contactlijn ondergebracht bij het klantencontactcentrum van de gemeente.
Hoe dit allemaal geregeld en onderhouden moet worden, kan van gemeente tot gemeente verschillen. In Noardeast-Fryslân neemt een coördinerende medewerker de verantwoordelijkheid voor de ‘achterkant’ van de aanpak, terwijl de sleutelpersonen en energiecoaches naar de buitenwereld toe als ‘voorkant’ optreden. Samen vormen alle medewerkers één team. Op die manier ontstaan sterke banden tussen de energiecoach en andere specialismen binnen de gemeente die de bewoner met andere zaken kunnen helpen, zoals gezondheid of financiën.