Beter benutten bestaande woningbouw
Welke barrières en mogelijkheden kun je verwachten bij intensiever gebruik van de bestaande woningvoorraad?
In één decennium wil de SOR circa 2.000 ouderenwoningen – geclusterd en zorggeschikt – toevoegen in Rotterdam. Voornamelijk in het sociale huursegment en met oog voor zorg, welzijn en de bewoners zelf. Nieuwbouw duurt relatief lang. Toch wil de SOR snel, eenvoudig en goedkoop woningen toe te voegen. De huisvester maakte ontwerpstudies van het woonbezit en ontwikkelde vijf oplossingsrichtingen voor het toevoegen van woningen en voert die nu ook uit. “Denk groots”, stelt Remco Bouter, manager vastgoed bij de SOR. “Het heeft veel potentie. En als het hier in Rotterdam kan, kan het elders ook. Er zijn veel woongebouwen in Nederland waar de BIG5-aanpak mogelijk is. Stop niet na het eerste project.”
De SOR is van start met de uitvoering van de BIG5-strategie. Op het wooncomplex ‘Klapwiek’ met 244 appartementen komen extra 44 woningen. “Het toevoegen van de woonlaag paste binnen het bestaande bestemmingsplan. Dat is het laaghangend fruit. Daar starten we mee.” Samen met de bouwer is in de fabriek een zogeheten ‘Smartbox’ ontwikkeld. De module bestaat uit lichte materialen, zoals hout. De Smartbox wordt in zijn geheel op het wooncomplex geplaatst, waardoor de duur van de bouwoverlast voor de bewoners beperkt blijft. SOR wil in een groot deel van hun complexen deze ontwikkelstrategie doorvoeren. Andere realisatieplannen liggen inmiddels ook al op tafel, waarbij de ouderenhuisvester verschillende BIG5-strategieën combineert, zoals bij de transformatie van de Tuinlaan in Schiedam. Telkens wordt gekeken naar wat past bij de mogelijkheden van het woongebouw. Op deze wijze willen zij duurzame woningen toevoegen aan de stad.
SOR vindt het belangrijk om bouwoverlast zoveel mogelijk te beperken, door een groot deel van de woning te prefabriceren en te bouwen met lichte materialen (hout). Dat scheelt niet alleen ontwikkeltijd, maar ook de overlast op locatie wordt zoveel mogelijk geminimaliseerd. Via informatieavonden en -bulletins krijgen seniore bewoners voorlichting. Ook hebben zij de mogelijkheid een modelwoning te bezoeken. “We spreken bewoners aan met argumenten als: er is woningnood, we proberen overlast te beperkten, u bent de eerste, want we gaan het op meerder plekken doen. Zo voelen onze huurders zich betrokken je krijgt er 200 adviseurs bij.”
Kijk hieronder naar toelichting van de BIG5-strategie en uitvoering: door Remco Bouter en Erik de Rooij, van SOR.
Naast het toevoegen van woningen werkt SOR aan prettige woon- en leefomgevingen van ouderen. Zo speelt de huisvester in op het langer zelfstandig thuis wonen van senioren. Adviseur Stefan Kusters noemt in dat kader de benadering van de twintig wonen, welzijn, zorg-clusters (WWZ-clusters) die samen met ander corporaties, zorg- en welzijnsorganisaties georganiseerd worden. Aan de hand van een gebiedsanalyse en de ligging van woongebouwen met veelal oudere bewoners, wordt gewerkt aan een arrangement van wonen welzijn en zorg. “De partijen in de wijk hebben elkaar nodig. Je moet de deuren of voor elkaar openen”, aldus Kusters. Per cluster brengt de SOR, ook samen met bewoners, de uitdagingen in kaart. En zoeken zij samen naar passende oplossingen. Deze clusters beperken zich niet tot het complexniveau, maar betrekken ook de directe omgeving van het woongebouw hierbij. De WWZ-clusters sluiten bovendien ook aan op de Thuisplusflats die door de gemeente Rotterdam worden georganiseerd.
Bekijk hieronder de toelichting van Stefan Kusters op de gebiedsaanpak van Communities voor wonen-welzijn-zorg