Elke regio knelt anders
Kansarme gebieden in grote steden en in rurale regio’s vergen een verschillende aanpak om tot oplossingen te komen.
De Nederlandse bevolking groeit flink door immigratie en dat baart zorgen. Het was een belangrijke reden voor de verkiezingsoverwinning van de PVV in november 2023. Immigratie krijgt de schuld van een overvol Nederland. In België woedt momenteel een soortgelijke discussie voor de aanstaande landelijke verkiezingen. Opvallend is dat België zelfs bij een grote immigratie en bevolkingsgroei van de huidige bijna 12 miljoen inwoners naar 16 miljoen in 2075 nog onder de bevolkingsdichtheid in Nederland blijft. Zoals ik eerder heb betoogd gaat het dan ook niet om een absoluut bevolkingsaantal dat een probleem vormt, maar om grote, snelle veranderingen in dat aantal.
In het licht van de afgelopen verkiezingen in Nederland en de aanstaande in België is het nuttig een blik te werpen op twee belangrijke adviesrapporten voor de Nederlandse regering. Het rapport Gematigde Groei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 van januari 2024 en het rapport Elke regio telt! van drie adviesraden voor de Nederlandse regering van maart 2023. De titels van de rapporten zijn al veelzeggend. Maar telt elke regio nog steeds in het meest recente advies van de staatscommissie?
Het rapport van de staatscommissie is veelomvattend (407 volle pagina’s) en munt uit in genuanceerde analyses over de bevolkingsgroei, de economie en de dilemma’s voor beleid. De staatscommissie constateert dat Nederland door de sterke bevolkingsgroei vastloopt op ruimtelijke ordening en voorzieningen waaronder de woningmarkt, de zorg en het onderwijs, de infrastructuur en het milieu. Tegelijkertijd groeit Nederland slechts nog vanwege immigratie. Zonder immigratie krimpt de bevolking, en dat beschouwt de staatscommissie als ongewenst. De staatscommissie stelt dat immigranten weliswaar de vele vacatures opvullen voor de korte termijn, maar de problemen die er al zijn verergeren. Immigratie kan volgens haar geen langdurige oplossing zijn voor de vergrijzing omdat de immigrantenpopulatie zelf zal vergrijzen.
In Gematigde groei ziet de staatscommissie enerzijds de noodzaak tot immigratie en anderzijds de problemen die ontstaan door een vanwege immigratie sterk groeiende bevolking, van de huidige 18 miljoen naar 21 à 23 miljoen in 2050. Zij zoekt een middenweg in een gematigde groei naar 19 à 20 miljoen mensen in 2050. Dat komt neer op een gemiddeld migratiesaldo van ca. 50.000 migranten per jaar. Dat is grofweg bijna een halvering van de hoge instroom gedurende de laatste jaren. Om dit te bereiken en de economie en maatschappij in goede banen te leiden, is er zowel direct beleid gericht op arbeidsmigratie, asiel- en gezinsmigratie als indirect, flankerend beleid nodig. Dat beleid gaat ook over vragen als welke economie en maatschappij we willen zijn. Als we kiezen voor een kennisintensieve economie, hoort daar een zekere instroom van kennismigranten bij, en dient de instroom van ongeschoolde arbeidsmigranten voor de land- en tuinbouw juist te worden afgeremd. De instroom van buitenlandse studenten in het Nederlandse onderwijs dient volgens de commissie ook aangepast te worden aan wat er nodig is op de binnenlandse arbeidsmarkt. Behalve keuzes maken over wat er geproduceerd en geleverd wordt, is het nodig de productiviteit te verhogen. Van groot belang daarvoor zijn volgens de staatscommissie een grotere arbeidsparticipatie en investeringen in nieuwe technologieën, scholing en leven lang ontwikkelen.
Het rapport van de staatscommissie bespreekt ook het in maart 2023 verschenen rapport Elke regio telt!, waarin de regio centraal staat. Opvallend is dat de staatscommissie in navolging van de drie adviesraden van dit rapport op bezoek zijn geweest in de krimpregio Parkstad Limburg, i.e. de stadsregio Heerlen met zes omliggende gemeentes. Er wordt door de staatscommissie erkend dat er per regio verschillende demografische ontwikkelingen zijn, met groei- en krimpregio’s. De laatste hebben dus andere opgaven als het gaat om wonen, zorg, onderwijs en werkgelegenheid. Als de rijksoverheid daarin niet voldoende investeert, met een visie op de regionale brede welvaart, haken deze regio’s af van de landelijke politiek. De staatscommissie laat eigenlijk niets onbesproken, waarvoor alle lof.
Toch sneeuwt het regionale karakter van de demografische ontwikkelingen gemakkelijk onder, vooral in de aanbevelingen. Het spreiden van de bevolking en van banen wordt door de staatscommissie genoemd als onderdeel van het beleid in de jaren 60, waarna de beleidsaandacht vooral is uitgegaan naar verstedelijking en investeringen in compacte steden. Ondanks dat zij pleit voor meer regie, is er niets waaruit blijkt dat de staatscommissie terug wil naar het tijdperk van de jaren 60. De analyse dat de perifere regio’s achterblijven bij de centrumregio’s die vollopen en waar de ontwrichtende werking van bevolkingsgroei zich sterk doet voelen, heeft voor een belangrijk deel een demografische oorzaak. Dat zou zich bij uitstek hebben kunnen lenen voor de vervolgstap naar rijksbeleid voor de regio’s. Het is daarom jammer dat Gematigde groei nauwelijks gebruik maakt van de aanbevelingen uit Elke regio telt!
De probleemanalyse uit Elke regio telt! is korter en minder veelomvattend dan in het rapport van de staatscommissie. De aanbevelingen zijn vanzelfsprekend meer op de regio gericht. Ze zijn echter ook concreter dan in het rapport van de staatscommissie. Het rapport bevat drie pijlers voor beleid, die de staatscommissie naar mijn mening had moeten bekrachtigen als het gaat om rijksbeleid voor de regio’s. De drie adviesraden die Elke regio telt! hebben opgesteld willen de investeringslogica van de rijksoverheid doorbreken. Deze eerste pijler van beleid dient te voorkomen dat er ook in de komende decennia weer vooral geïnvesteerd wordt in voorzieningen in de Randstad. Die investeringen zijn gebaseerd op de redenering dat de agglomeratievoordelen van bevolkings- en werkgelegenheidsconcentratie leiden tot meer economische groei op macroniveau. Door het eenzijdig en te optimistisch berekenen van agglomeratievoordelen in de traditionele maatschappelijke kosten-batenanalyse is er te weinig aandacht voor het streven naar kansengelijkheid en brede welvaart in álle regio’s van Nederland. Initiatieven die hierop gericht zijn moeten volgens de drie adviesraden langjarig en substantieel zijn, voor met name de meest achterblijvende regio’s, en vormen de tweede pijler van beleid. Een bundeling van budgetten uit diverse beleidsvelden ten behoeve van de regionale ontwikkeling moet daarbij mogelijk zijn.
De derde pijler is gericht op een betere samenwerking tussen het rijk en de regio’s, onder meer door een betere vertegenwoordiging van de regio’s in landelijke besluitvormingsprocessen en ook door meer voeling van rijksambtenaren voor wat er in de regio leeft. Er worden daartoe hele concrete voorstellen gedaan, zoals de oprichting van een comité van de regio’s en een aanpassing van het kiesstelsel. Daardoor kan het vertrouwen en de betrokkenheid van burgers in het hele land worden hersteld. Meest opvallend is daarbij dat de adviesraden zonder omhaal pleiten voor spreiding van werkgelegenheid van nationale overheidsdiensten, van kennis- en onderwijsinstellingen en van woningbouwprojecten. Ook is er aandacht voor de spreiding van zorg, cultuur en infrastructuur.
De locatiekeuze van (semi-)overheidsinstellingen waarop de regering invloed heeft moet dus gelijker over het land verdeeld. Behalve de spreiding van banen noemen de adviesraden ook de spreiding van woningbouwprojecten expliciet. Hoe logisch was het geweest als de staatscommissie in Gematigde groei deze aanbevelingen had opgepakt, bijvoorbeeld door naast het pleidooi voor gematigde groei tevens te pleiten voor gespreide groei? Zo bekeken is Gematigde groei helaas een stap achteruit. Het doet ook de vraag rijzen wat de houdbaarheidsdatum van belangrijke adviesrapporten voor de regering is. Elke regio telt!, maar voor hoe lang?
Prof. dr. Frank Cörvers, hoogleraar Demografische transitie, menselijk kapitaal en werkgelegenheid
Frank Cörvers combineert de leerstoel Demografische transitie, menselijk kapitaal en werkgelegenheid aan Maastricht University School of Business and Economics (SBE) met het onderzoeksprogramma Menselijk kapitaal in de regio bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).
Eind maart 2023 nam minister Bruins Slot van het ministerie van BZK het advies Elke regio telt! Een nieuwe aanpak van verschillen tussen regio’s in ontvangst. Daarin analyseren de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving de regionale verschillen in brede welvaart. En doen zij aantal belangrijke aanbevelingen voor een nieuwe aanpak op regionaal niveau om de verschillen in de brede welvaart tussen en binnen regio’s aan te pakken. Hun adviezen raken tal van onderwerpen waarvoor wij ons bij Platform31 inzetten.
De inhoud van dit advies maakt veel los. Dat merken we dagelijks in de contacten met ons netwerk en zien wij terug bij de diverse bijeenkomsten waarbij dit onderwerp al is en zal worden besproken. Omdat we de ideeën die we over dit onderwerp horen, niet voor onszelf willen houden, starten we een opinie-estafette. We bieden wetenschappers, bestuurders en professionals uit ons netwerk graag dit online-podium om hun visie, tips, ervaringen te delen met anderen in ons netwerk. En om zo samen te werken aan de brede welvaart in ons land.
Dit is het derde artikel in de reeks. Lees ook de artikelen Elke regio knelt anders van Henri de Groot, Mathieu Steijn (Vrije Universiteit) en Lex Veldboer (Hogeschool van Amsterdam) en ‘Elke Regio Telt’ uitvoeren is goed voor heel Nederland van Jouke van Dijk en Sierdjan Koster (Rijksuniversiteit Groningen).
Victor Everhardt, directeur-bestuurder Platform31