Stevige samenwerking rond huisvesting arbeidsmigranten in regio Rivierenland
Op verschillende plekken worden regionale banden verstevigd ter voorkoming van ‘lustgemeenten’ en ‘lastgemeenten’.
De regio Rivierenland kent veel sectoren die afhankelijk zijn van arbeidsmigranten. Zoals de bouw, logistiek, fruitteelt en tuinbouw. Net als in de rest van Nederland heerst er in de regio krapte op de woningmarkt. De opgave om een relatief grote groep arbeidsmigranten te huisvesten komt daar bovenop. Arbeidsmigranten verblijven vaak niet in de gemeente waar ze werken. In Rivierenland wonen bijvoorbeeld veel arbeidsmigranten in kerngemeente Tiel, terwijl deze bewoners in een van de andere gemeenten werken, zoals Neder-Betuwe. Daarmee is het huisvesten van arbeidsmigranten een bovenlokaal vraagstuk. In regio Rivierenland sloegen de acht gemeenten daarom de handen ineen om tot voldoende en goede huisvesting van arbeidsmigranten te komen. Toen wethouder Nees van Wolfswinkel in 2018 aantrad als wethouder, kreeg hij dit onderwerp op zijn bordje. “In het wethoudersoverleg over wonen stond het onderwerp vaak als laatste op de agenda en sneeuwde daardoor een beetje onder. We zagen echter een probleem ontstaan waarbij arbeidsmigranten woonden in de ene gemeente en werkten in de andere. Dit zet niet alleen druk op de lokale woningmarkt, maar zorgt ook voor veel onnodige vervoersbewegingen.”
In 2021 is daarom gekozen om regionaal samen te gaan werken op het huisvesten van arbeidsmigranten, en is Kees Stob (Public Result) aangesteld als regionaal kwartiermaker. “Dit ging niet meteen vanzelf. Er moesten stevige gesprekken gevoerd worden. Als Tiel besluit om harder te gaan handhaven, betekent dat dat andere gemeenten meer moeten gaan dragen. Als er dan geen goede afspraken zijn kan je als gemeente voor verassingen komen te staan.”
Tijdens een verkenning in 2021 werd de gezamenlijke opgave, en de verschillende belangen van de betrokken stakeholders daarom kaart gebracht. Op basis hiervan kon er gewerkt worden aan een gezamenlijk uitvoeringsprogramma. Hierin zetten gemeenten en marktpartijen (huisvesters, uitzenders en werkgevers) in Rivierenland hun voornemens voor goede samenwerking uiteen. Speerpunten voor het uitvoeringsprogramma zijn:
In 2023 werd een volgende stap gezet richting een gezamenlijk convenant. Het doel van dit convenant is het creëren van een gelijk speelveld waarin alle betrokken partijen zorgen voor goede huisvesting voor arbeidsmigranten. Van Wolfswinkel: “Marktpartijen benaderden ons al de hele tijd. Want voor hen is het alleen maar gunstig als hun medewerkers goede huisvesting hebben. Elke wethouder had al wel een lijstje van partijen met wie ze al contact hadden, zij zijn toen als eerste benaderd om mee in gesprek te gaan.”
Stob: “Je denkt misschien, waarom zouden partijen zich committeren aan zo’n convenant? Maar de marktpartijen zien in dat ook zij gebaat zijn bij een goede samenwerking. Voor het afstemmen met de marktpartijen waren doordat we eerder al gezamenlijk het uitvoeringsprogramma hebben opgesteld, maar twee rondjes nodig. Bovendien hebben we afgesproken dat we alleen nieuwe locaties ontwikkelen met partijen die het convenant hebben ondertekend. Ook voor kleine gemeente met minder capaciteit is dit convenant fijn. Waar een partij vroeger misschien bij een kleine gemeente makkelijker over de streef kon gaan, krijgt hij nu de hele regio tegen zich.”
Van Wolfswinkel: “Ik heb soms best stevige gesprekken met partijen. Voordeel is dat alle wethouders elke zes weken bij elkaar komen om elkaar op de hoogte te houden. Dan geven we elkaar signalen door van partijen waarvan we vermoeden dat ze zich niet aan de afspraken houden.”
Bekijk het ‘Convenant huisvesting internationale werknemers regio Rivierenland‘ (Pdf)
De verwachting van het convenant is niet dat het meteen grote effecten zal hebben op de verdeling van arbeidsmigranten, maar dat het over de tijd meer balans zal brengen. Van Wolfswinkel: “We gaan niet streng handhaven. We doen dit vóór de arbeidsmigranten. Iemand die al tien jaar ergens woont gaan we niet wegsturen. We proberen in de goede richting te sturen door eisen te stellen aan nieuwe projecten. Als het gaat om situaties waar wonen eigenlijk niet de bedoeling is, zoals campings, handhaven we wel.”
Het is niet alleen belangrijk om de arbeidsmigranten goed te huisvesten. Van Wolfswinkel: “We weten uit het verleden dat een arbeidsmigrant erg afhankelijk is van z’n huisvester en uitzendbureau. Maar ze moeten ook naar de tandarts en de huisarts. En ‘s avonds moeten ze zich kunnen vermaken.” Daarom wordt er nu een app uitgerold in de regio (in verschillende talen) waarin arbeidsmigranten kunnen zien waar verschillende voorzieningen zijn. Stob: “De app is bedoeld om de arbeidsmigranten meer centraal te zetten en een stem te geven. Zo kunnen ze via de app ook misstanden aankaarten.” Daarnaast wordt er gewerkt met een klankbordgroep waarin organisaties zoals kerken, verenigingen, huisvesters en ook arbeidsmigranten zelf vertegenwoordigd zijn.
Arbeidsmigranten zijn één van de groepen binnen het geheel van aandachtsgroepen. Het Rijk stuurt erop dat regio’s samen gaan werken op de huisvesting van alle deze groepen. De regio Rivierenland heeft nu een stevige samenwerking op arbeidsmigranten. Ook is er sinds 2021 een gezamenlijke inkoopstrategie voor de Wmo en Jeugdwet en wordt er gewerkt aan een regionale woonzorgvisie waarin afspraken komen te staan over de verdeling van woningzoekenden met een gecombineerde woonzorgvraag. De andere aandachtsgroepen worden wel door de wethouders in de regio besproken, maar er is nog geen apart traject of governance voor opgezet. Stob: “Dat we nu duidelijke afspraken hebben gemaakt rond arbeidsmigranten vergroot wel het draagvlak om in de toekomst voor andere groepen ook meer samen op te trekken.”
“Blijf met elkaar praten”, benadrukt van Wolfswinkel. “Door jarenlang met mijn collega-wethouders te praten heb ik geleerd dat ik bijna nooit het wiel zelf hoef uit te vinden. Vaak heeft een andere gemeente, ook buiten de regio, al iets slims bedacht op een probleem waar mijn gemeente nu tegenaan loopt.” Stob vult aan: “Durf als publieke partij de lat hoog te leggen richting marktpartijen. Maar luister ook goed naar ze. Als gemeente ben je vaak op twee momenten in beeld: bij het vergeven van een vergunning en bij handhaving. Alles daartussen is aan de markt. Je moet het dus samen doen. En daarnaast: staar je niet blind op de cijfers, maar begin gewoon. Je kan plannen maken maar uiteindelijk leer je het meeste in de praktijk.”
In het programma ‘Een thuis voor iedereen’ slaan overheden en andere partijen de handen ineen om ervoor te zorgen dat er in 2030 voldoende huisvesting voor kwetsbare groepen woningzoekenden is. Wij ondersteunen koplopers met kennis en kunde en delen hun lessen en oplossingen.