Actieve bewoners met voorrang in gerenoveerde L-flat: lessen uit Zeist
Twee belangrijke ingrediënten in de wijkaanpak in Vollenhove (Zeist): sociale ondersteuning en gerichte woningtoewijzing.
De kern van de wijkaanpak is voor mij het bevorderen van kansengelijkheid’, stelt wethouder Bianca Bremer over de wijkaanpak ‘Sterk voor Noord’ in Leidschendam-Noord. ‘Een kind bepaalt immers niet waar die geboren wordt, maar de omgeving bepaalt wel hoe een kind opgroeit’. Monique Veldhoven, programmamanager Sterk voor Noord vult aan: “De wijk moet net zo gemiddeld worden als alle andere wijken in de gemeente en iedereen moet dezelfde kansen krijgen.” Door extra inzet op onderwijs en meer aandacht voor de jeugd zet de wijkaanpak Sterk voor Noord stappen naar dat gemiddelde.
De gemeenteraad in Leidschendam-Voorburg signaleerde in de wijk Leidschendam-Noord dat mensen jarenlang in schulden en armoede leefden en er was veel overlast van hangjongeren. Na meerdere autobranden en toenemende maatschappelijke onrust besloten de raad en bewoners dat het tijd was voor actie. Het idee ontstond om een meerjarig plan samen met wijkpartners te starten. “Het doel was om te komen tot een structurele verandering in de samenleving”, vertelt Bremer. De plannen en ambities voor de wijk resulteerden in 2021 tot het programma ‘Sterk voor Noord’.
Onderwijs is een belangrijke focus in de wijkaanpak om de kansengelijkheid te bevorderen. Veldhoven licht toe: “We zorgen ervoor dat kinderen al vroeg naar school gaan door het bereik van de vroeg- en voorschoolse educatie te vergroten. Daarnaast werken we ook hard aan het versterken van de ouderbetrokkenheid.” Voorbeeld hiervan is dat er taalonderwijs aan ouders op de school van hun kinderen wordt gegeven. Ook kunnen moeders via het programma een zogeheten ‘moedertraining’ volgen. Bremer legt uit dat moeders daar leren hoe ze omgaan met pubers die wellicht verleid worden door criminele activiteiten. Tijdens de training krijgen ze handvatten hoe ze signalen herkennen en hoe ze vervolgens het gesprek aangaan. Volgens Bremer zijn de moeders heel trots als ze na afloop een diploma krijgen. “Het voelt voor hen als erkenning”, ziet ze.
Een andere manier om bij te dragen aan kansengelijkheid is het Jongeren Perspectief Fonds. Dit fonds richt zich op jongeren tussen de 18 en 27 voor wie de reguliere schuldhulpverlening niet passend is. Het fonds geeft de jongeren met schulden net wat extra aandacht. Samen met een begeleider brengen ze de schulden in kaart, krijgen ze grip op financiën en werken ze aan een toekomstplan. “Vaak zie je dat ze na wat goede aandacht zelf hun schulden kunnen oplossen en dat schuldsanering niet meer nodig is”, aldus Veldhoven. De aanpak wordt inmiddels ook toegepast als jongeren zich melden uit andere wijken.
De wijkaanpak werkt met deze projecten hard aan de kansengelijkheid, maar loopt daarbij ook tegen beperkingen aan. Een tekort aan geld is één van de grootste uitdagingen volgens Veldhoven en Bremer. “Soms kunnen we zaken niet oppakken omdat er geen potje voor is. Zo benaderen bewonersinitiatieven ons soms voor financiële hulp maar wij kunnen dat niet altijd bieden. Wel helpen we hen met het aanschrijven van fondsen zodat ze op die manier hun initiatief kunnen voortzetten”, vertelt Bremer.
Volgens Bremer is het ook een gemiste kans dat Sterk voor Noord, net als andere programma’s van vaak middelgrote gemeenten, niet toegelaten zijn tot het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Ze missen daarmee niet alleen de financiële middelen, maar ook de kennisinfrastructuur en kennisuitwisseling in dit programma. De wijken buiten het Nationaal Programma kunnen hier nog onvoldoende van profiteren. Bremer doet dan ook een oproep: “Betrek ons bij de vraagstukken! Wij willen ook leren en onze ervaringen delen.”
Het verbeteren van kansengelijkheid kunnen gemeenten niet alleen, ziet Bremer. Daarvoor is ook samenwerking met het Rijk nodig. “Om de situatie in kwetsbare wijken zoals Noord te verbeteren is een wijkaanpak niet voldoende”, stelt de wethouder. Ze licht het toe met een voorbeeld: scholen in heel de gemeente zijn regelmatig al vroeg in de middag klaar, dit komt vaak door het lerarentekort. De kinderen van veerkrachtige gezinnen kunnen dan naar huiswerkbegeleiding of een sportclub. In kwetsbare wijken hebben ouders veel meer moeite om hun kinderen op te vangen. Bremer stelt dat door schooldagen overal in Leidschendam-Voorburg langer te maken, zo neem je zorgen weg bij alle ouders en bied je alle kinderen gelijke kansen aan. “De structurele veranderingen die kansengelijkheid gaan bevorderen liggen niet in de wijk en ook niet in de gemeente”, constateert Bremer. “Landelijk moet het systeem veranderen.”
Ondanks de uitdagingen zijn Bremer en Veldhoven optimistisch gestemd. Sommige elementen van het programma in Noord hebben zich dusdanig bewezen dat ze ook in andere wijken worden toegepast, bijvoorbeeld het Jongeren Perspectief Fonds. “Uiteindelijk hopen we niet meer nodig te zijn”, zegt Bremer. “Over 20 jaar kunnen de bewoners het hopelijk allemaal zelf.” Er zit energie in de wijk en volgens Bremer is dat ook goed terug te zien: “Mensen zijn trots op hun wijk, ze spreken elkaar aan op ongewenst gedrag en komen op voor elkaar, zelfs op sociale media.”