Wijkbijeenkomst verbindt professionals voor een rookvrij leven
In Oud-Noord werkten zorgverleners en bewoners samen aan een rookvrije wijk — met concrete resultaten en hechte samenwerking.
Wie vanuit het gemeentehuis van Krimpen aan den IJssel naar buiten kijkt ziet een hele grote parkeerplaats, gelegen rond het overdekte winkelcentrum Crimpenhof. Veel blik en stenen, weinig groen. Zoals beeldend kunstenaar Edwin Stolk het prikkelend verwoord: “Het centrum van Krimpen aan den IJssel is gebouwd rond een parkeerplaats. Dat geeft een hele andere sfeer dan een dorp dat rond de kerk is gebouwd.”
Uit het bestuursakkoord van de gemeente blijkt dat het college dit graag anders ziet: “Ons staat een hart van Krimpen voor ogen. Mensen kunnen elkaar hier ontmoeten, winkelen, eten en drinken, uitgaan en van cultuur genieten. Het moet een kleinschalige ambiance bieden, met volop mogelijkheden om al wandelend Krimpen te beleven.” De realisering ervan is complex, want Krimpen aan den IJssel worstelt op deze plek met uitdagingen die we ook bij andere gemeenten zien. Een greep uit de hobbels op de weg naar een nieuw Hart van Krimpen: dominantie van de auto, particulier eigenaarschap van het winkelcentrum dat buiten de invloedssfeer van de gemeente ligt, de moeilijkheid van ingrijpen in een bestaande fysieke en sociale structuur en leegstand in het winkelgebied.
Voor een frisse blik op dit complexe dossier werd in het kader van het project Talentvolle Gemeenten de hulp ingeroepen van beeldend kunstenaar Edwin Stolk. Beleidsadviseur Cultuur, Taal en Evenementen Ellen Jacobs zag de ambitie voor een levendig Hart van Krimpen al lang bestond binnen de gemeente, maar de uitvoering ervan moeizaam gaat. Een oorzaak daarvan is onder meer dat het vraagstuk raakt aan veel verschillende beleidsdomeinen, ziet Jacobs. “Je hebt elkaar nodig om een beweging voor elkaar te krijgen, dat kun je niet alleen vanuit je eigen stukje beleid doen. Er is heel veel wil om dingen te doen, de ambities en dromen zijn er, tegelijkertijd is het ingewikkeld om vanuit rolopvatting bij te dragen aan het geheel.”
“Een nieuw perspectief van een kunstenaar helpt dan”, legt Jacobs uit. “Er is nog te weinig zichtbaar resultaat en dan is het goed om te kijken welke invalshoek we nog niet hebben.” Alleen al de gesprekken tussen de kunstenaar en beleidsmedewerkers helpen daarbij. “Voor mij is het echt heel inspirerend” vertelt Jacobs. “Het is ook gezond vind ik om buiten een bepaalde context te leren kijken en andere geluiden op te halen en te zien. Het is dus vooral ook een gespreksopener voor de betrokkenen bij deze opgave om tot nieuwe invalshoeken te komen.” Dat onverwachte perspectief zit ook al in het uitgebreide artistieke onderzoek van Stolk en de gesprekken die hij aangaat met ambtenaren, zonder dat de vorm ervan al vastligt. “Veel collega’s verwachten bij een kunstenaar een kunstobject zoals een beeld op het plein, maar ik vind het leuk dat we nu inspiratie krijgen zonder direct al te weten wat de uitkomst is.”
Wat Stolk opviel in zijn artistieke onderzoek over het gewenste Hart van Krimpen is dat de menselijke kant ervan weinig aandacht krijgt. “Wat ik heel erg mis is dat menselijke hart”, benadrukt hij, “want de plannen zijn heel planologisch en technisch. De woningen die gebouwd worden zijn ongetwijfeld erg goed, maar zullen ze ook de gemeenschap creëren die deze plek tot leven brengt? Dat is niet uit de plannen te lezen hoe dat gaat gebeuren”, constateert hij. Een hedendaagse Hart van Krimpen kan volgens Stolk bovendien alleen kloppen door historische wonden onder ogen te komen. “Er was vroeger eigenlijk een Hart van Krimpen, dat lag in Oud-Krimpen bij de IJsseldijk waar de pont aankwam. Door het nieuwe winkelcentrum werd dit oude hart leeg getrokken.” Het winkelcentrum werd in de jaren 60 gebouwd om plek te geven aan de groei van de gemeente.
De zoektocht naar de vraag hoe dit nieuwe hart geactiveerd kan worden bracht Stolk bij allerlei vervolgvragen: wie is dan die Krimpenaar? En wat maakt Krimpen aan den IJssel anders dan bijvoorbeeld buurgemeente Capelle aan den IJssel? Het antwoord op die vragen wil hij vinden in dialoog met iedereen die betrokken is bij het Hart van Krimpen. Stolk’s artistieke interventies zijn altijd aangepast op de specifieke lokale context en ontstaan in cocreatie met de omgeving. “Ik maak voorstellen die aanspraak doen op een gedeelde verantwoordelijkheid. Ik wil daarbij de democratische driehoek betrekken van burgers, bedrijven overheid.” Hij laat een bewerkte afbeelding zien waarin hij een grote lege sokkel op de parkeerplaats heeft geplaatst met daar omheen een bloemenperkje. Zijn voorstel voor deze interventie is precies op de plek waar het Hart van Krimpen moet verrijzen: “Op die lege sokkel moeten we de antwoorden vinden wie de Krimpenaar is.” Terwijl in het hele land omstreden figuren van hun sokkel worden getrokken, zal deze interventie zo een voetstuk geven aan verschillende mensen die richting kunnen wijzen in de zoektocht naar het Hart van Krimpen.
In het artistieke onderzoek van Stolk staat die zoektocht symbool voor de ontwikkeling die de gemeente doormaakt. “Hoe ga je een nieuw verhaal vinden voor een dorp dat groeit en meer verstedelijkt? Het verhaal van het religieuze Krimpen geeft geen goed beeld van de gemeente. Veel mensen die hier wonen zijn forenzen die niet in dat verhaal passen.” Voor het nieuwe verhaal ziet hij botsende visies. “Sommige mensen willen het dorp behouden en geen stad worden, terwijl anderen er veel minder moeite mee hebben dat het dichter bij Rotterdam komt.” Bevlogen vertelt Stolk over de elementen die onderdeel kunnen vormen van het verhaal. “De maritieme industrie van hier is over de hele wereld bekend!” En de stormvloedkering natuurlijk. “De Eiffeltoren van Krimpen”, noemt hij het. “Iedereen zeikt erop omdat ze daar in de file staan, maar het is een icoon dat Zuid-Holland droog houdt.”
Het valt Stolk op dat sommige mensen in de vergetelheid zijn geraakt. Hij noemt bijvoorbeeld de bekende architect en stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese, die na haar pensionering in Krimpen aan den IJssel woonde. Deze ontwerper van modernistische Rotterdamse woonwijken als Kleinpolder, Pendrecht en Ommoord is alvast een kandidaat voor op de sokkel. “Je moet hier nu nog zoeken naar haar naam. Dat vind ik vreemd voor iemand die een belangrijke rol heeft gespeeld in de wederopbouw van Nederland.” Ter ondersteuning van zijn stelling houdt hij een boek over haar leven en werk omhoog. Alleen al de titel daarvan inspireert voor een Hart van Krimpen, wil hij maar zeggen: ‘Want de grond behoort ons allen toe.’
Klik op afbeelding om te vergroten.