Tips Woningvoorraad benutten

Juridisch-planologische uitdagingen bij optoppen: negen aanbevelingen

5 maart 2025 | Leestijd: 5 minuten
Optoppen, het toevoegen van extra woningen op bestaande gebouwen, kan veel extra woningen opleveren. Eenvoudig blijkt dit niet: volgens deskundigen is het nodig om belemmeringen – waaronder juridisch-planologische – aan te pakken om kansen te kunnen verzilveren. Dit artikel behandelt negen aanbevelingen, bijvoorbeeld over parkeernormen, grondbeleid, welstand en fiscale aspecten.

In een brief aan de Tweede Kamer bestempelt minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer het bevorderen van optoppen als een belangrijke strategie om het woningtekort aan te pakken. In de afspraken over de Woontop uit december wordt optoppen maar liefst 18 keer genoemd. Kansrijk dus. Het ministerie stelt dat er met deze strategie 100.000 extra woningen bij kunnen komen tot en met het jaar 2030.

Het stimuleren van optoppen op grotere schaal vergt samenwerking tussen overheden, woningcorporaties, gebouweigenaren en andere stakeholders. Al deze partijen zien in de praktijk dat óók lokale regelgeving grootschalig optoppen belemmert. Deze uitdaging legde Platform31 voor aan juridisch deskundigen vanuit gemeenten, corporaties, adviesorganisaties, Rijksoverheid en ontwikkelaars.

Onderdeel van een reeks artikelen

Dit artikel is het derde in een reeks, waarin we telkens inzoomen op een thema dat belangrijk is voor het bevorderen van het optoppen van bestaande gebouwen. Het richt zich op het wegnemen en oplossen van vier categorieën knelpunten: bouwkundig/technisch, financieel, juridisch/planologisch en draagvlak.

Lokale juridisch-planologische regelgeving bij optoppen

De gemeente heeft altijd een rol bij optoppen. Er is veel lokale regelgeving die allemaal een eigen legitimiteit kent, maar als neveneffect mogelijkheden voor optoppen beperkt. Hieronder volgen negen conclusies en aanbevelingen om met deze juridisch-planologische uitdagingen in de lokale regelgeving om te gaan.

1. Parkeren: kun je andere normen hanteren voor optoppen dan voor nieuwbouw?

Kijk kritisch naar het type woningen, de woninggrootte, het beoogde soort huishoudens en bewoners, de nabijheid van hoogwaardig openbaar vervoer en de mogelijkheid van deelmobiliteit; allemaal factoren die de hoogte van een parkeernorm beïnvloeden. Kijk bovendien naar de feitelijke parkeerdruk in de buurt, en naar fysieke maatregelen die mogelijk zijn, zoals dwars- of schuin parkeren, instellen eenrichtingsverkeer of versmalling van straten. Denk daarbij niet alleen aan auto-parkeren, maar bijvoorbeeld ook aan fietsenstallingen en gehandicaptenvoertuigen. Binnenkort publiceren de provincies Zuid-Holland en Utrecht, Aedes en Platform31 een handreiking over het omgaan met parkeernormen bij woningbouw.

2. Grondbeleid: ‘roomt opbrengsten af’

Optoppen verhoogt de waarde van een pand. Als dat zich uit in veel hogere ozb-aanslagen of erfpachtcanons, kan dat de haalbaarheid van een project ondergraven.

  • Room niet standaard af, maar beoordeel de financiële haalbaarheid van een optopplan.

3. Leges: Hoge legeskosten kunnen een project onrendabel maken

Leges zijn de onkostenvergoedingen voor het ambtelijk apparaat om diensten, zoals het verlenen van vergunningen en plannen, te beoordelen.

  • Interessant is het project ‘Architect aan zet’, een werkwijze om zonder vergunning te bouwen en te verbouwen. Dat kan voor bepaalde bouwactiviteiten in Rotterdam en Groningen. Gekwalificeerde architecten regelen het proces, waardoor vergunningen automatisch worden verleend en legeskosten niet nodig zijn. Dat versnelt en vereenvoudigt het project.

4. Welstand: ‘elk project moet net weer anders’

De welstandscommissie is een onafhankelijke commissie die adviseert over de ruimtelijke kwaliteit van nieuwe (optop)projecten.

  • Kan de welstandscommissie bepaalde optopproducten niet in het algemeen (per wijk of gebied) beoordelen, in plaats van elk optopproject afzonderlijk? Met inachtneming van de omgevingskwaliteit. En daarbij geldt dat de welstandscommissie een adviserende rol heeft: neem het advies dan aan als advies.

5. Maak een gebiedsscan en werk met een omgevingsprogramma

Met een gebiedsscan kunnen gemeenten optopwijken aanwijzen waar de potentie hoog is en kan een doel worden gesteld: ‘een x-aantal optoppingen in deze wijk’. Een gemeentelijke visie op een gebied (omgevingsvisie) is globaal op hoofdlijnen en biedt helderheid over doelen. Een omgevingsprogramma geeft vervolgens uitvoeringskracht. Hierin staan situationele voorwaarden voor optoppen, zoals extra voorzieningen of een ov-lijn doortrekken. Een omgevingsprogramma geeft geen realisatieverplichting aan gebouweigenaren, maar bindt alleen het college van B en W. Een omgevingsplan is ten slotte bindend voor alle partijen en bevat concrete maatregelen om doelen te bereiken.

  • Werk gebiedsgericht en benut de (nieuwe) instrumenten uit de Omgevingswet.

6. Sectoraal beleid: elke afdeling of dienst kijkt vooral naar de eigen belangen

Dit speelt op alle niveaus, van (inter)nationaal tot lokaal: Nederland is ‘versilood’. Elke silo behartigt de eigen belangen, dat is immers hun kerntaak.

  • Werk met een plan op hoofdlijnen en overstijg de sectorale belangen. Dat kan met een omgevingsvisie. Toets niet elk (optop)project afzonderlijk, maar werk met een integrale aanpak per gebied (wijk), of per woningtype (de galerijflats, de portiekflats, etc.).
  • De gemeenteraad en het college van B en W wegen de sectorale overschrijdende belangen integraal af. Daarbij moeten ze zich ervan bewust zijn dat de stem van de woningzoekenden (‘extra woonruimte’) het vaak aflegt tegen de stem van bewoners (‘voldoende parkeerplekken’ (voor de deur), uitzicht, angst voor overlast, etc.).

7. Procesbegeleiding: het bekende ‘kastje en de muur’

Initiatiefnemers (partijen buiten de gemeente) klagen dikwijls over de onbereikbaarheid van ambtenaren, afdelingen en diensten. De nieuwe Omgevingswet biedt kansen voor een efficiënter en effectiever proces. In vijf gemeenten die voorlopen op het gebied van optoppen is in 2024 een verkenning gestart naar een succesvolle aanpak voor gebiedsgericht optoppen. Deze gemeenten zetten o.a. een ‘optopcoach’ in. De lessen uit deze aanpak kunnen benut worden op andere plekken in het land.

  • Maak één loket voor de ‘buitenwacht’. Dit loket (persoon of personen) regelt alles verder intern: een optopcoach.
  • Houd de ontwikkelingen in de gemeenten Ede, Eindhoven, Leeuwarden, Rotterdam en Zoetermeer in de gaten, waar nu wordt geëxperimenteerd met een optopcoach.

8. Bied duidelijkheid over bouwnormen voor optoppen

Is optoppen aanpassen van het bestaande gebouw, waarbij ‘rechtens verkregen niveau’ volstaat om op te toppen overeenkomstig de bouwnormering ten tijde van de bouw van het oude gebouw? Of is het nieuwbouw, en moet de kwaliteit volgens de huidige bouwnormen worden gerealiseerd? Welke eisen gelden er? En gelden de eisen voor de nieuwe optopwoningen vervolgens ook voor de oude onderbouw (bijv. qua liften, trappen, geluid, etc.). Bepaalde eisen, bijv. brandveiligheid, gelden altijd. Voor het overschrijden van de maximaal toegestane bouwhoogte is bovendien ook een omgevingsvergunning nodig voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). Hierover zal stedenbouwkundig advies moeten worden ingewonnen.

  • Bied duidelijkheid over de regels: de woningen moeten op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) voldoen aan de eisen voor verbouw en niet nieuwbouw. Een hogere bouwhoogte kan in het omgevingsplan al geregeld worden voor die gebouwen waar dat stedenbouwkundig gewenst is. Hiermee versnel je de procedure van het optoppen van een gebouw.
  • Standaardiseer optopproducten en certificeer waar mogelijk en nodig. Dat geldt ook voor de ‘intermediair’, de tussenlaag tussen oudbouw en opbouw, waar alle leidingen en aansluitingen komen.

9. Bied duidelijkheid over fiscale aspecten

Dit laatste punt is eigenlijk een landelijk onderwerp, maar we noemen het hier toch. Het is onduidelijk – en tevens ongewenst – dat optopwoningen in hoge tarieven vallen voor btw, overdrachtsbelasting en dergelijke.

  • Bied deze duidelijkheid en zorg dat fiscale afdrachten geen beperking vormen voor optoppen.

De volgende deskundigen hebben meegedacht over het thema juridische uitdagingen:
Paul van Roosmalen (gemeente Rotterdam), Eefje Remijn (gemeente Rotterdam), Claudia Siewers (Vastgoed Management Nederland), Alexandra Jansen (gemeente Amsterdam), Arlinde Dul (Stec Groep), Benjamin den Butter (FAIR Advocaten), Hans Sparreboom (De Optoppers), Hesly Bentvelsen (De Optoppers), Hilbert Kolk (Jorritsma Bouw), Joost Breed (Stek Wonen), Karim Jaspers (Team Topup), Kyran Goudzwaard (Woonin), Wilfred Gerritse (Waterweg Wonen), Joost van den Bergh (Waterweg Wonen), Mariam Shaaban (VRO), Eric Aerts (Woonbedrijf), Richard de Rooy (Zero stage), Anne van Summeren (Platform31), Frank Wassenberg (Platform31).

Contact

Anne van Summeren 06 17 85 48 53

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan