Ruimtelijk ontwerpen met bewoners in de wijk Stenfert
De gemeente Rheden wil de wijk Stenfert in Dieren duurzaam versterken door aan te sluiten op wat inwoners belangrijk vinden.
De inrichting van een buurt bepaalt hoe mensen bewegen, elkaar ontmoeten en naar elkaar omzien. Vergrijzing, individualisering en digitalisering vragen om nieuwe (ruimtelijke) strategieën voor de wijk. In BuurtSaam, een initiatief van het College van Rijksadviseurs, Platform31 en LSA bewoners, werken gebiedscoalities aan deze ruimtelijke toekomstperspectieven. Dat betekent dat er veel aandacht is voor het ontwerp van de buurt en de rol van de bewoners. In zes buurten gingen de deelnemende coalities aan de slag met ontwerpend onderzoek en werden concrete ontwerpvoorstellen voor eigen vraagstukken gekoppeld aan een buurtverhaal van bewoners.
Hoe ontwerp je aan een gezonde leefomgeving in een bestaande buurt? Een ruimtelijke strategie of ontwerp voor een bestaande buurt, begint bij goed te kijken en te luisteren. En met het bestuderen van het beschikbare kaartmateriaal, ambities, beleid en data en de behoeften in de wijk. De ontwerpteams geven vier tips mee:
Bewoners van de wijk betrekken, is het uitgangspunt bij ontwerpend onderzoek. Maar een goede participatie vraagt meer dan het organiseren van een bewonersavond. “Voor verbetering van een wijk is het wenselijk om een democratische vertegenwoordiging van bewoners te bereiken en niet alleen de usual suspects”, stelt onderzoeker en publicist Josse de Voogd. Hij ziet dat, in reactie op te weinig betrokkenheid, vaak meer van hetzelfde (informatiebijeenkomsten) wordt georganiseerd. Hij betoogt dat participatie voorbij het afvinklijstje moet komen. “Kijk naar het gebied en bekijk welke groepen van bewoners er te onderscheiden zijn en op welke manier zij input geven, hoe je al de inbreng weegt. Zorg als gemeente voor variatie in representatie.”
Josse de Voogd
Als onderdeel van het ontwerpend onderzoek voerde bureau Simply Community gesprekken in Kerkrade. Zij spraken 52 verschillende inwoners van de wijk in hun huiskamers, op straat en bij de winkels. Op basis van deze gesprekken en andere onderzoeksgegevens van de gemeente en corporatie, kwam antropologe Ruth Soenen tot vijf profielen die laten zien hoe mensen zich verhouden tot hun buurt. Dit zijn profielen van zowel de zichtbare inwoners, die vaak actief zijn in het verengingsleven, als de niet-georganiserde inwoners. “Door input van die verschillende groepen bewoners op te halen en oog te hebben voor de minder zichtbare bewoners, kan je sociale initiativen en ruimtelijke ingrepen beter afstemmen op de aanwezige verscheidenheid aan bewoners in de wijk.” LSA bewoners benadrukt de belangrijke rol voor de sociale professional bij het ophalen van diverse input van bewoners. Zij hebben aanvullende meerwaarde in een ontwerpteam.
Ruth Soenen
Voor de zes buurten zijn verschillende ruimtelijke interventies in schaal en tijd uitgewerkt. Het onderzoeken van mogelijke verbeteringen van de leefomgeving leidt soms tot uitgesproken reacties van bewoners. Soms wordt het groen met (sociale) onveiligheid geassocieerd. Een alternatief parkeerplan leidt vaak tot weerstand. Richt het proces zo in dat er allerlei openingen zijn voor co-creatie.
Je moet als wijkbewoners en professionele organisaties in dialoog zijn over de wijk. Het vraagt om lef: van de buurt en van de professionals. Zo kom je samen verder. Een buurtbewoner van de wijk Stenfert in Dieren: “Wij moeten het als buurt ook durven om een pilot te starten, fouten te maken en met elkaar zoeken. Verbinden maakt de buurt zachter. De buurt, de gemeente en de woningcorporatie moeten dan ook meebuigen. Dat is hier in Stenfert dat na enige inspanning gelukt.” De deelnemende gebiedscoalities beamen dit: “We gaan het ontwerptraject niet alleen aan met de betrokken organisaties, maar vooral met de inwoners. Realiseer je dat je als professional op bezoek bent in de wijk.”
Francesco Veenstra aan het woord
De uitkomsten van de ontwerpend onderzoeken zijn voor de gebiedscoalities geen eindresultaat. Het is een startdocument om stappen te zetten in het gezonder, socialer en veiliger maken van de leefomgeving. Hoe zorgen we dat de ontwerpstrategieën voor de leefomgeving ook echt opvolging krijgen? “De Omgevingswet biedt hiervoor een kapstok”, benadrukt Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. “We zijn volop aan het experimenteren met de Omgevingswet. In de wet staat de leefomgeving centraal en niet de regels, net als bij BuurtSaam. Dit is de plek waar deelnemers kunnen experimenteren met de geleerde lessen, de methodiek en aanpak van het ontwerpend onderzoek. Daarbij verdient de samenwerking tussen het sociale en fysieke doemein de aandacht. Dat geldt voor gemeenten intern, waar de sociale en fysieke opgaven vaak bij verschillende wethouders liggen. Maar ook tussen de verschilende betrokken partijen van wonen, welzijn en zorg. Dat vraagt om een andere manier van werken.”
Zes gebiedscoalities deden mee aan het ontwerpend onderzoek en gingen met ontwerpteams aan de slag om concrete ontwerpvoorstellen te koppelen aan een buurtverhaal van bewoners. De uitkomsten van de ontwerpend onderzoeken voor zes verschillende bestaande buurten bieden bruikbare strategieën om het buurtverhaal op te halen, te analyseren en te vertalen naar sociaalruimtelijk ontwerp en concrete interventies. De resultaten zijn te vinden op de website van het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa). Het CRa publiceert in maart haar inzichten en reflecties.
Elf verschillende gebiedscoalities startten in 2024 met het traject BuurtSaam, een initiatief van het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa), Platform31 en LSA bewoners en ondersteunt door de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. De gebiedscoalities bestaan uit professionals uit zowel het fysieke als sociale domein van gemeenten, partners in wonen, welzijn en zorg en (vaak) een vertegenwoordiging van bewoners.
Het ontwerpend onderzoek is nu afgesloten. Dit jaar organiseert Platform31 nog een werkplaats waarin acht gebiedscoalities werken aan hun doelen voor leefbare, sociale en inclusieve wijken en hoe dit kan landen in lokale plannen, zoals de omgevingsvisie, gebiedsvisie, uitvoeringsplan en/of de woonzorgvisie. Drie daarvan deden ook mee aan het ontwerpend onderzoek.
Platform31 ondersteunt ook in 2025 met de werkplaats gebiedscoalities om van visie naar uitvoering te komen. Verschillende kennisproducten zijn inmiddels beschikbaar of verschijnen binnenkort. Heb je interesse in de werkplaats, neem contact met Platform31 op.