Referentienormen: hulpmiddel bij kiezen van juiste voorzieningen
Ze dragen bij aan een afgestemd aanbod van maatschappelijke voorzieningen in de veranderende stad. Tips en voorbeelden.
Het Huis van Eemnes is een multifunctioneel gebouw en een plek waar veel samen komt: bewoners, lokale verenigingen, de bibliotheek, bedrijven, maatschappelijke organisaties, welzijnsorganisaties en de gemeente. “Het gebouw heeft een open karakter met veel verbinding”, vertelt locatiemanager Robert-Jan Vos. “We hebben functies écht gemengd en niet in hokjes gezet. In de brasserie staan bijvoorbeeld biebboeken over koken en bij de sportzaal vind je boeken over Max Verstappen.”
Om het gebouw voor zoveel mogelijk toepassingen geschikt te maken, zijn veel ruimtes zelf ook flexibel en multifunctioneel. Zo is de theaterzaal voorzien van een panelenwand en uitschuiftribune, zodat deze zaal gebruikt kan worden voor vergaderen, feesten en voorstellingen. “Dit kost natuurlijk allemaal geld”, stelt Vos, “maar als je je gebouw monofunctioneel inricht, dan ga je niet goed met gemeenschapsgeld om.” Om de businesscase van het Huis sluitend te maken, is de combinatie gemaakt met verschillende (commerciële) dragers, zoals de brasserie en de zaalverhuur. Om de zalen ook weer voor zoveel mogelijk doelgroepen geschikt te maken, hanteert Het Huis van Eemnes verhuurtarieven op vier verschillende niveaus.
Twee gebouwen, de Bibliotheek en De Hilt, zouden worden samengevoegd. Er is overwogen om de een van de twee gebouwen uit de jaren 70 te renoveren, maar uiteindelijk is gekozen voor nieuwbouw. “Het pand moest verduurzamen, en was hiervoor niet geschikt. Het dak kon het gewicht van zonnepanelen bijvoorbeeld niet aan.” De grond van de nieuwbouwlocatie was in bezit van de gemeente en de gemeente is eigenaar van het pand. Stichting Het Huis van Eemnes zorgt voor professionele exploitatie en beheer, in opdracht van de gemeente. “De basis op orde hebben is belangrijk”, vertelt Vos. “We hebben een kernteam van vier mensen: een directeur, locatiemanager, horecacoördinator en coördinator verhuur en planning. Dit zijn allemaal betaalde krachten. Verder werken we met een hele mooie mix van professionals, vrijwilligers en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.”
Om de programmering van activiteiten goed aan te laten sluiten op de wensen en behoeften van bewoners is er een programmaraad opgericht. Deze groep bewoners denkt mee over de invulling van wat er allemaal gebeurt in het pand. Bijvoorbeeld activiteiten voor jongeren of bingo voor ouderen, of activiteiten die eenzaamheid tegen gaan. “Daarbij is het logisch dat dan vervolgens welzijnsorganisaties betrokken zijn. We hebben elkaar nodig om een goede programmering te realiseren”, vertelt Vos.
Robert-Jan Vos vertelt wat voor hem de succesfactoren waren tijdens het proces van het oprichten van het Huis van Eemnes. Hij stelt dat het belangrijk was om aan de betrokken partijen de redenen te benoemen voor het samenvoegen van alle organisaties in één pand. Vos: “Er werd geroepen dat het een bezuinigingsronde was, maar dat is wat kort door de bocht. Ons doel was het efficiënt omgaan met gemeenschapsgeld en het bundelen van krachten op de inhoud.” De verschillende organisaties hadden namelijk raakvlakken in elkaars doelgroepen en konden elkaar onderling versterken. Daarnaast was communicatie essentieel. “Mensen moeten bewegen naar iets nieuws, dus communiceer met iedereen duidelijk over de wensen die iedereen heeft, anders sta je met één nul achter.”
Zorg verder dat helder is wie er in de lead is. “In ons geval was dat duidelijk de gemeente. Die stelde een projectleider aan die verantwoordelijk was voor het harde gedeelte van het gebouw. Deze persoon moet open staan voor wensen en meningen van organisaties.” Naast de projectleider was een ervaren kwartiermaker volgens Vos onmisbaar. “De kwartiermaker kan alle partijen op de inhoud verbinden.” Er was overlap in doelgroepen, maar organisaties verschilden sterk van visie en organisatievorm. “Die moet je kunnen begrijpen en partijen op de juiste manier motiveren om actief mee te werken aan een goed resultaat.” Als laatste raadt Vos organisaties met soortgelijke plannen aan om referentieprojecten te bezoeken. “Dit kan erg leerzaam zijn. Hierdoor wisten wij dat we een entree met een huiskamergevoel wilden, geen centrale hal met bordjes. Bij binnenkomst geven we mensen meteen een warm gevoel.”
Robert-Jan Vos deelde zijn verhaal tijdens een webinar over het combineren van maatschappelijke voorzieningen.