Kunst geeft Krimpen aan den IJssel nieuw perspectief op ontwikkeling van dorpshart
Een artistieke zoektocht naar de identiteit van Krimpen leidt tot verrassende invalshoeken voor de centrumontwikkeling.
“Uit recent onderzoek blijkt dat de plek waar je opgroeit en woont nog steeds veel invloed heeft op de kansen die je krijgt in het leven. Het blijft daarom belangrijk om gebiedsgericht te werken. Ook domeinoverstijgend werken is van belang. De oplossingen voor problemen in het sociale domein zijn vaak te vinden in andere domeinen, zoals wonen en veiligheid. Als je bijvoorbeeld inzet op goede woonvormen, los je tegelijkertijd veel problemen binnen het sociaal domein op. Op tijd alternatieve woonvormen creëren, vaak gecombineerd met een vorm van ondersteuning voor mensen met een kwetsbaarheid voorkomt onzekerheid en brengt rust. Denk aan sommige jongeren die zonder diploma van school komen en geen werk en onderdak hebben, of mensen met psychische problemen. Passende huisvesting en ondersteuning voorkomt dat ze alleen zijn, te veel in overlevingstand zitten. Hetzelfde geldt overigens voor inkomenszekerheid.”
“Als VNG vertegenwoordigen we alle gemeenten in Nederland. Ik ben zelf betrokken bij onderhandelingen en lobbywerk voor het sociaal domein richting het Rijk. We zien dat er op dit moment veel geld vrijkomt vanuit de Rijksoverheid, onder andere door corona. Dit is incidenteel geld, terwijl er structurele vraagstukken spelen. We hebben verschillende lobbydoelen richting het Rijk die de lokale wijkaanpak ten goede kunnen komen. Allereerst zetten we in op een structurele verruiming van het gemeentefonds. Dit geeft gemeenten de mogelijkheid om tot goede beslissingen te komen en lokaal maatwerk te leveren. Ten tweede is het voor gemeenten van belang dat ze vanuit hun eigen budgetten structureel extra geld vrij maken voor kwetsbare gebieden. Als dat lastig blijkt, onderzoeken we met gemeenten of hier vanuit het Rijk meer geld naartoe kan. Ten slotte willen we dat wettelijke regelgeving zo wordt ingericht dat gemeenten de sturingsmogelijkheid hebben om juist de bewoners die het meest kwetsbaar zijn te kunnen ondersteunen.
Neem bijvoorbeeld het jaarlijkse tekort in de jeugdzorg. Gemeenten hebben in 2019 1,6 tot 1,8 miljard euro meer uitgegeven aan jeugdzorg dan ze daarvoor van het Rijk kregen. Uit het rapport van AEF blijkt dat veel hoogopgeleide ouders, in tegenstelling tot laagopgeleide ouders, goed de weg weten te vinden naar de jeugdhulp. Daardoor ontstaat er verdringing. Hetzelfde geldt voor het abonnementstarief dat in de Wmo is ingevoerd: veel ouderen met een hoog inkomen zeggen hun huishoudelijke hulp op en gaan naar de gemeente voor huishoudelijke hulp. Dat deugt niet. De huidige definitie van de wet stelt nagenoeg geen kaders voor wie de hulp en daarmee het geld bedoeld is. Geld lekt dus onnodig weg en de tekorten bij gemeenten lopen op.
Tegelijkertijd is het complex om de financiële middelen die naar bijvoorbeeld jeugdhulp gaan op een andere manier in te gaan zetten. In het voorbeeld van de jeugdzorg zou een deel van deze financiering bijvoorbeeld in kwalitatief betere kinderopvang en onderwijs kunnen worden geïnvesteerd om juist te voorkomen dat jongeren jeugdhulp nodig hebben. Gemeenten en onderwijs werken al samen om de verbinding tussen jeugdhulp en onderwijs te versterken. Maar het vraagt echt een andere manier van kijken met elkaar en de moed om die verandering aan te gaan. Kortom: we hebben van het Rijk financiële ruimte nodig voor domeinoverstijgend maatwerk, maar tegelijkertijd ook heldere wettelijke kaders. Aan beide ontbreekt het nu.”
“Nu we opnieuw de volle aandacht richten op deze zestien kwetsbare gebieden denk ik soms: jeetje, ik hoop toch dat we er een beetje wijzer van zijn geworden. Gelukkig zie ik dat in veel gemeenten domeinen steeds beter met elkaar worden verbonden. Maar ik vind dat er nog steeds onvoldoende integraal en gebiedsgericht wordt gewerkt. Kleinere problemen aanpakken gaat misschien makkelijker met een sectorale benadering, maar integraal aan de slag gaan met een langetermijnvisie en aanpak: dáármee kun je pas echt stappen zetten in de wijk. Je moet weten welke kant je op wilt gaan met een gebied en daar goede en langdurige afspraken over maken met lokale partners zoals woningcorporaties, onderwijs, bedrijven, zorgpartners, politie en bewoners. Vanuit dit perspectief is het belangrijk om als gemeente goed naar je inkoop- en aanbestedingsbeleid in het sociale domein te kijken zodat je voorwaarden kloppen met je doelstellingen. Deze langetermijnbril geldt ook voor de gebiedsgerichte inzet van professionals. Bewoners hebben een hekel aan steeds maar wisselende professionals in de wijk.
Daarnaast moet je als gemeente ook duidelijke grenzen stellen in de wijk. Daarom is het belangrijk dat thema’s als handhaving, veiligheid en criminaliteit alle aandacht krijgen. In de veertigwijkenaanpak stelden we onszelf op een gegeven moment de vraag: hoe kan het dat er zoveel wordt geïnvesteerd in de wijk maar dat de sociale stijging stokt? Het bleek dat er criminele netwerken actief waren, waar makkelijker geld te verdienen was dan de weg van school naar een normale baan. We hebben toen ingezet op meer wijkagenten en het opsporen van ondermijnende structuren in deze wijken. Daarnaast is het belangrijk om inwoners van kwetsbare wijken toekomstperspectief te bieden, bijvoorbeeld door onderwijs en diploma’s direct te koppelen aan een baan. De aanpak in Rotterdam-Zuid is daar een prachtig voorbeeld van.”
“De obstakels springen inderdaad in het oog. Bestuurders hebben allemaal een vol takenpakket en voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen portefeuille en om daarbinnen hun opgaven te realiseren. Een succesvolle aanpak vraagt van een college van B&W een gezamenlijke visie en plan om domeinoverstijgend werken voor elkaar te krijgen. Soms zitten persoonlijkheden of politieke kleuren een goede samenwerking in de weg. Het blijft hard werken om daaroverheen te stappen.
Het is nog belangrijker dat ieder nieuw college van B&W beseft dat de aanpak moet worden doorgezet en niet na vier jaar weer verdwijnt.
We hebben als overheden met elkaar torenhoge ambities: de transformatie in het sociale domein, de woningbouw, het halen van klimaatdoelstellingen, invoering van de nieuwe Omgevingswet, goede digitale infrastructuur, en ga zo maar door. Dit zijn allemaal opgaven waarin domeinen elkaar raken en niet zonder elkaar kunnen. Beleid moet daarom uitvoerbaar en ingebed zijn. Er moet een vorm van realiteitszin zijn over de haalbaarheid, middelen en maatregelen. Daarvoor is nodig dat Rijk en gemeenten de komende periode gelijkwaardig met elkaar aan tafel zitten. Dat is pas mogelijk als de huidige financiële positie van gemeenten op orde is, voordat we verdrinken in frustratie.”
Ali Rabarison-van der Laan is directeur Beleid Inclusieve Samenleving en Financiën bij VNG
In het innovatieprogramma ‘Domeinoverstijgende gebiedsgerichte aanpakken in kwetsbare wijken’ formeert Platform31 een kennisgemeenschap van strategische beleidsmedewerkers uit gemeenten en corporaties. Het doel: op zoek gaan naar de werkzame bestandsdelen van domeinoverstijgende gebiedsgerichte aanpakken waar vernieuwende koppelingen tussen sociale en fysieke beleidsdomeinen centraal staan.
Meer weten over gebiedsgericht en integraal werken in de wijk? Het platform WijkWijzer biedt beleidsmakers, wijkprofessionals en actieve bewoners een bundeling van relevante inzichten, publicaties en praktijkvoorbeelden over gebiedsgericht werken.