Van centraal naar lokaal: een nieuwe mindset voor de energietransitie
Organiseer het energiesysteem niet langer centraal, stelt Pallas Agterberg van Alliander, maar met lokale energiegemeenschappen.
Aanpak biedt kansen voor sociaal ondernemers
Winkelpanden zijn in veel steden een aantrekkelijke plek voor criminele en/of ondermijnende activiteiten. In sommige gebieden komt daardoor de sociale en fysieke kwaliteit van winkelstraten of winkelgebieden onder druk te staan. Wanneer er steeds meer criminele en/of ondermijnende activiteiten plaatsvinden in winkelgebieden heeft dit bovendien een negatief effect op het ondernemersklimaat. Bonafide ondernemers trekken weg, met als gevolg dat de totale leefbaarheid van een gebied verslechtert. Gemeenten willen deze negatieve spiraal graag doorbreken, malafide bedrijven aanpakken en nieuwe ongewenste aanwas voorkomen.
Zicht op ondermijning in de stad is een uitdaging. De City Deal Zicht op Ondermijning lanceerde een tool waarmee gemeenten in helikopterview een indruk krijgen van (risicoplekken voor) ondermijning in hun stad. De tool biedt echter nog geen data op straatniveau. 1 En wanneer je weet welk gebied je wilt aanpakken, zijn er wel sturingsmechanismen, maar die kun je niet zomaar inzetten. Zie voor een overzicht van de beschikbare instrumenten: Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland (2021, november), handreiking interventies winkelgebieden van (kennisplatformondermijning.nl) 2 Frustrerend, want het onderbuikgevoel vertelt vaak dat er iets aan de hand moet zijn: vijf massagesalons op 200 meter? Hier klopt iets niet! Niet gek dus dat de City Deal Dynamische Binnensteden een aparte werkgroep heeft opgericht om door middel van de aanpak van ondermijning de leefbaarheid in winkelgebieden te vergroten.
In Den Haag lukt het tóch om effectief gebruik te maken van één van de reeds beschikbare sturingsinstrumenten: de ondernemersvergunning. De vergunning helpt om bestaande malafide bedrijven aan te pakken. Niet alleen in Laak, maar ook elders in Den Haag werd het instrument al succesvol ingezet. Door een integrale aanpak én de begeleiding van transformatiemanager Abdel Bouchibti werd bovendien leegstand voorkomen.
De wijk Laak is een bijzonder stadsdeel in de gemeente Den Haag. De wijk kent veel gezichten en betrokken bewoners, maar er speelt ook een stapeling van problematiek. De fysieke en sociale leefbaarheid staat al lange tijd onder druk. Stadsdeel Laak (2023, 31 maart), Actieplan Laak 4 Ook op het gebied van het lokale ondernemersklimaat: oude ambachtszaken zijn vertrokken en hebben plaatsgemaakt voor ondernemingen die in het ‘ondermijningsbeeld Den Haag’ worden genoemd als kwetsbaar voor ondermijning zoals avondwinkels, supermarkten en belwinkels. Gemeente ‘s-Gravenhage (2024, 30 augustus), Aanwijzingsbesluit vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten artikel 2:98 APV Den Haag 2024, Gemeenteblad 2024, 373868 5 De problematiek in het gebied is zo serieus dat bewoners in 2022 met een brandbrief aan de bel trekken. Dit leidt tot het Actieplan Laak waarin bewoners en de gemeente verschillende prioriteiten stellen waarmee ze aan de slag gaan.
Onderdeel van het actieplan is de ingestelde vergunningsplicht, die moet helpen malafide praktijken in de wijk tegen te gaan. De vergunningplicht geldt sinds 1 september 2024. Per 1 januari 2025 zal hierop gehandhaafd worden. 6 Naast de vergunningsplicht wordt er nog op tal van andere manieren integraal ingezet op het verbeteren van de leefbaarheid van het gebied.
Het is niet voor het eerst dat de gemeente Den Haag gebruikmaakt van de ‘vergunningplicht’. Vanaf november 2019 geldt ook voor de Weimarstraat en Beeklaan een ‘vergunningplicht bedrijfsmatige activiteiten’. Deze is nu verlengd en geëvalueerd. De regeling blijkt effectief: de evaluatie beschrijft dat verschillende (aantoonbaar) malafide ondernemingen uit het gebied verdwenen zijn.
Bouchibti vertelt meer over wat de evaluatie liet zien: “De Bibob-toets bracht bijvoorbeeld aan het licht dat een uitzendbureau sjoemelde met vakantiegelden en premies. Voor de verplichte vergunning waren er al wel vermoedens, maar dit instrument bood een mogelijkheid om daadwerkelijk te handhaven en exploitatie te verbieden.” Dit zorgt er overigens niet automatisch voor dat de onderneming ook uit het pand verdwijnt: na het weigeren van de vergunning, moet ook de verhuurder nog overtuigd worden om het huurcontract daadwerkelijk te ontbinden. Anders loop je risico op nog meer afgeplakte ruiten en (ogenschijnlijke) leegstand. “Daar heb ik heel veel tijd in gestoken”, benadrukt Bouchibiti. Je moet een verhuurder echt overtuigen. Die heeft natuurlijk behoefte aan continuïteit en wil geen risico lopen op huurderving.” Heel veel persoonlijk contact, vasthoudendheid en overtuigingskracht zijn succesfactoren. “Je wijst de verhuurder steeds op de risico’s van het niet ontbinden en benoemt de (toekomstige) voordelen van het wel ontbinden. En we hebben laten zien dat we ook wat te bieden hebben.”
De rol van de transformatiemanager is volgens de meeste betrokkenen van doorslaggevend belang geweest voor het succes van de aanpak. DSP Groep, Petersen A., L. Krouwel en O. Nauta (2023, oktober), Evaluatie vergunningplicht Weimarstraat & Beeklaan 7 Dat de vergunningsplicht en het tegengaan van leegstand in de aanpak hand in hand gaan is essentieel voor het effect van de maatregel. Leegstand heeft namelijk een negatief effect op de vitaliteit en leefbaarheid van een (winkel)gebied en kan ondermijning juist in de hand werken.
In de Weimarstraat en Beeklaan wordt alvast vooruitgekeken naar de toekomst. “We bouwen de maatregelen langzaam af, maar niet te snel, want dat is echt een valkuil”, vertelt Bouchibti. Het uiteindelijke doel is om het gebied weer volledig aan de markt over te laten. Over een paar jaar zal de vergunningsplicht naar verwachting grotendeels verdwijnen, met een mogelijke uitzondering voor enkele risicovolle locaties op pandniveau.
De gemeente kiest ervoor om de veranderingen niet in het bestemmingsplan te verankeren door brancheringsvoorwaarden toe te voegen. Volgens Bouchibti is dat een langdurige en complexe procedure die niet altijd het gewenste effect heeft. Toch wordt voor specifieke horecagelegenheden aan de Beeklaan de mogelijkheid onderzocht om via een bestemmingsplanwijziging ondermijnende horeca terug te dringen. “Dat proces vraagt veel tijd en geduld, maar het kan een oplossing bieden voor een heel ingewikkeld probleem”, aldus Bouchibti.
Gemeenten en provincies staan voor een groeiende uitdaging om (betaalbare) huisvesting te vinden en te behouden voor (startende) ondernemers en maatschappelijke initiatieven. De combinatie van een hoge woningbouwbehoefte en de stapeling van ruimtelijke opgaven maakt dit steeds complexer. Platform31 en KplusV (2023, 31 oktober) Toolbox ondersteuning impact ondernemen (citydealimpactondernemen.nl) 8 Dit geldt ook voor sociale (ook wel impact) ondernemingen. Dit terwijl sociale ondernemers met hun businessmodel bijdragen aan brede maatschappelijke opgaven zoals arbeidsparticipatie, circulariteit, cultuur en/of sociale cohesie. Juist ook in (kwetsbare) wijken die gevoelig zijn voor criminele en ondermijnende activiteiten. Toch bleek het ook in de Weimarstraat en Beeklaan lastig om sociale ondernemers te huisvesten.
“Al het bezit is hier van particuliere eigenaren en die vragen prijzen op commercieel niveau. Het is daardoor voor de gemeente lastig om panden vrij te maken voor sociale ondernemers. Terwijl hier natuurlijk wel kansen liggen voor de wijk”, aldus Bouchibti. “We hebben wel een pand beschikbaar gemaakt voor bewoners. Daar is nu een repair café, worden taallessen gegeven en kunnen mensen elkaar laagdrempelig ontmoeten.”
De uitleg van Bouchibti is begrijpelijk. Toch klinkt hier een veelgehoorde misvatting over sociale ondernemers door: ze zouden niet in staat zijn zelfstandig te concurreren in de markt. De groep sociale ondernemers is divers en natuurlijk zijn er die commerciële huurprijzen niet (zomaar) kunnen ophoesten. Recent onderzoek van Social Enterprise NL toont echter aan dat steeds meer ‘sociale ondernemers’ de opstartfase voorbij zijn en goed in staat zijn om hun eigen ‘broek op te houden’. Social Enterprise NL (2024, 8 oktober) Social Enterprise Monitor 2023-2024 9 Bovendien groeien de mogelijke financieringsvormen voor sociale (ondernemers) gestaag en kent de gemeente Den Haag met haar eigen programma ‘Impact City’ een groeiend ecosysteem voor sociale ondernemers. Een gemiste kans? Of juist een nieuwe kans voor de wijk Laak? De transformatie in Laak staat nog in de startblokken. Wie weet lukt het de gemeente daar wel om een extra plus op de transformatie te plaatsen. Van ondermijnende ondernemers naar ondernemers die impact maken.
Sociaal ondernemen (ook wel: impact ondernemen) kent vele definities. De rode draad in alle definities is dat de ondernemingen op een ondernemende wijze bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken. Tegelijkertijd verdienen ze ook ‘gewoon’ geld, want zonder gezond verdienmodel is de maatschappelijke impact niet van blijvende aard.
Het aantal impact ondernemers in Nederland groeit de afgelopen jaren stevig. Uit onderzoek van Social Enterprise NL blijkt daarnaast dat Nederlandse impact ondernemingen een bijdrage leveren aan het behalen van alle social development goals. Social Enterprise NL (2024, 8 oktober) Social Enterprise Monitor 2023-2024 10 Bovendien zijn steeds meer impact ondernemingen de afgelopen jaren uitgegroeid tot stevige volwassen organisaties. Toch kent de sector nog veel uitdagingen om verder te groeien.
In de City Deal Impact Ondernemen wordt al een aantal jaar innovatief samengewerkt om het ecosysteem voor impact ondernemen te verbeteren en stimuleren.