Leefbaarheid groeikernen onder druk; toekomst van New Towns vraagt aandacht van Rijk
Hogere inkomens verlaten verouderde wijken. De gemeenten zien armoede, eenzaamheid en ondermijning toenemen.
“Corporaties zijn in het leven geroepen om arbeiders die in armoede en ongezonde omstandigheden leefden, een gezonde woonplek te bieden. De bovenlaag pikte het namelijk niet langer dat epidemieën oversloegen op de rest van de bevolking”, aldus Marco de Wilde, bestuurder van Woonstede en een van de initiatiefnemers van het pamflet ‘Stenen én mensen’. “We zien nu dat tweehonderd wijken er zeer slecht aan toe zijn. De veerkracht staat er ernstig onder druk. Het Rode Kruis helpt Voedselbanken en scholen verstrekken maaltijden aan leerlingen. De bewoners leven er vaker in armoede, zijn ongezonder en zijn afgehaakt. Deze ontwikkeling moeten we een halt toeroepen.”
“Er is een ruimtelijke uitsortering van armoede en ongezondheid gaande. Met ernstige gevolgen”, betoogt De Wilde. “Mensen trekken zich terug, ze stemmen niet meer, er zijn nepnieuwsbubbels. Dit proces voltrekt zich geleidelijk en onzichtbaar, als onder water, waardoor we het niet scherp genoeg in de gaten hadden. Maar met deze ruimtelijke uitsortering krijgt uiteindelijk de hele samenleving te maken.”
Het vastgoed van woningcorporaties speelt een rol in de uitsortering. “Onze woningen zijn vaak wel goed, maar ze worden eenzijdig bewoond. We zien dat mensen met kansen vertrekken en dat mensen die problemen hebben, instromen. Baby’s die hier geboren worden, staan meteen met 6-0 achter. Het is een ontwikkeling die een veel te groot deel van onze samenleving raakt en die schade aanricht aan mensen, elke dag opnieuw. Het pamflet is dan ook een hartekreet. Er is echt iets aan de hand.”
De Wilde ziet een belangrijke rol weggelegd voor woningcorporaties: “Wij zijn de constante factor. Wij zijn de eigenaar van de huizen en langdurig aanwezig in deze wijken en buurten. Als woningcorporaties moesten we ons jaren op onze vastgoedtaken richten en we constateren nu dat dat onvoldoende is. Wij kunnen bijdragen aan bestaanszekerheid, gezondheid en het welzijn van de bewoners.”
“Als corporatie hebben we een beeld van wat er achter de voordeur gebeurt. We komen in actie wanneer problemen van huurders direct de eigen organisatie raken. Maar we kunnen ook eerder en integraler optreden. We weten bijvoorbeeld dat stress tot een slechtere besluitvorming leidt. Veel huurders hebben te maken met langdurige stress. Heel veel van onze huurder zijn geregistreerd bij het BKR. Kunnen we dan landelijk niet met elkaar tot doel stellen dat de totale schuldpositie van huurders in 2030 is gehalveerd?”
De Wilde merkt op dat gezamenlijk doelen stellen belangrijk is. “Ik heb dat eerder ervaren in een Vogelaarwijk in Arnhem. Daar waren twintig gezinnen volledig afgehaakt. Met een brede coalitie van onder andere gemeente, politie, welzijn en woningcorporaties hebben we toen tot doel gesteld dat we de helft van die gezinnen weer binnenboord wilden halen. De coalitie werkte daar al jaren samen maar toen we ons dat doel stelden, ging het echt fantastisch. Het werd een sport om gezin voor gezin weer te betrekken. En het lukte ons ook om het doel te bereiken.”
Volgens De Wilde is voor doorbraken zoals in Arnhem een andere manier van organiseren, financieren en verantwoorden nodig. “We hebben een programma van eisen geformuleerd voor het creëren van doorbraken. Van belang is een op mensen gerichte domeinoverstijgende gebiedsexploitatie, gericht op gezamenlijk gestelde welzijnsdoelen. Denk aan het wegnemen van schulden en stress, samenwerken aan een hogere levensverwachting en aan kansengelijkheid. Een dergelijke aanpak geeft energie en richting aan de inzet en samenwerking. Maar het staat haaks op de huidige gescheiden financieringsstromen en bijbehorende verantwoording. Willen we de kentering tot stand brengen, dan zullen ook landelijke partijen deze beweging moeten ondersteunen.”
De initiatiefnemers gaan in de tussentijd niet stil zitten. “We willen van weten naar doen. Als corporaties kunnen we zelf belangrijke dingen doen. Maar er is meer nodig, vooral in de samenwerking. Nu bewegen we ons als initiatiefnemers nog vooral tussen gelijkgestemde woningcorporaties. Maar we willen ook aansluiting vinden met andere relevante sectoren, zoals welzijn en de politie. De zes volkshuisvesters van het pamflet bouwen daarom lokaal aan coalities, die zich gezamenlijk voor een wijk of buurt willen inzetten. Die beweging zou zich als een olievlek uit moeten breiden over het land.”
Download