Raadswerkgroep energietransitie houdt politiek geharrewar buiten de deur
Apeldoorn zorgt met een raadswerkgroep dat de raad goed aanhaakt bij de warmtetransitie in de stad
Bert Hümmels, raadslid van Leefbaar Almelo, weet precies hoe het werkt: politici zijn vaak in beslag genomen door de waan van de dag. Complexe vraagstukken die een lange adem vragen, zoals de energietransitie en de overgang naar aardgasvrije wijken, zijn een stuk minder populair. “Iedereen vindt het onderwerp belangrijk, maar als het erop aankomt, houdt bijna niemand zich ermee bezig. Wie te weinig kennis heeft, zou erin moeten duiken en zich niet verschuilen achter een volle agenda. Want dan loop je echt met oogkleppen op: als je naar de lange termijn kijkt, kun je niet om de energietransitie heen.”
Sinds 2022 is Hümmels, samen met collega Herman Zwerink, vanuit Almelo afgevaardigd in de Initiatiefgroep Twente. Deze groep werd in 2019 opgericht door twee raadsleden, die een plek zochten om met en van Twentse raadsleden te leren welke stappen zij moeten zetten in de energietransitie (zie kader). De Regionale Energiestrategie, die destijds de aanleiding vormde, is inmiddels vastgesteld, maar de initiatiefgroep blijft voortbestaan om de uitwisseling tussen raadsleden te stimuleren. De provincie Overijssel ondersteunt de groep met de inzet van een secretaris, wat zorgt voor continuïteit van de bijeenkomsten.
Hümmels, inmiddels covoorzitter, ziet de groep als een belangrijke plek waar raadsleden die wél actief betrokken zijn bij de warmtetransitie elkaar kunnen vinden. Het voorkomt dat iedereen zelf het wiel moet uitvinden. De leden ontmoeten elkaar tweewekelijks (deels online) om uit te wisselen wat in hun gemeente speelt.
Ze zoeken daarvoor projecten en deskundigen die de groep kunnen bijpraten over relevante onderwerpen, zoals lokaal eigenaarschap van windmolens of warmtenetten. Regelmatig organiseren ze een werkbezoek om op locatie met elkaar, en vaak ook met bewoners, te spreken over plannen en projecten die met de energietransitie te maken hebben.
Vooral die bezoeken zijn stimulerend, zegt Hümmels. “Door het enthousiasme van andere raadsleden en bewoners raken we zelf ook geprikkeld. Want je wilt niet achterblijven en raakt dan extra gemotiveerd om ook aan de slag te gaan. Raadsleden beseffen allemaal dondersgoed dat ze wat moeten doen, maar vaak weten ze nog niet hoe en wat. Door die initiatieven zie je meer mogelijkheden, dat inspireert.”
Om die inspiratie en kennis vervolgens vanuit de initiatiefgroep over te dragen op de lokale gemeenteraden, is nog wel een uitdaging. “Onze communicatie naar de raden laat helaas nog te wensen over”, merkt Hümmels.
Deels doordat initiatiefgroepleden door tijdgebrek of vervoersproblemen in het uitgestrekte buitengebied zelf ook niet altijd bij de bijeenkomsten kunnen zijn. Maar soms ook doordat zij er niet in slagen om de terugkoppeling uit de initiatiefgroep structureel op de raadsagenda te krijgen. “In sommige gemeenten werken de griffie en het presidium daar niet aan mee. Er zijn er zelfs die geen raadslid willen afvaardigen naar de initiatiefgroep. En de raad laat het er dan bij zitten.”
Wat Hümmels betreft zouden ook ambtenaren en wethouders een grotere rol kunnen spelen, door raadsleden actief uit te nodigen voor werkbezoeken en informatiesessies. “Zij moeten raadsleden gedurende het hele traject informeren, niet alleen op de momenten dat het voor de besluitvorming belangrijk is.” Op die manier kunnen raadsleden goed geïnformeerd beslissingen nemen en ook gesprekken met bewoners voeren.
Voor raadsleden die zelf ook een initiatiefgroep met collega’s uit de regio willen oprichten, heeft Hümmels vier tips.
Het was bij de voorbereidingen voor de Regionale Energiestrategie in 2019 dat toenmalig Almeloos raadslid Monique van Saane constateerde dat gemeenteraadsleden nauwelijks wisten wat er speelde rond dat onderwerp. Met een collega uit Losser richtte ze de Initiatiefgroep RES Twente op. Met als doel om raadsleden te informeren, met elkaar te verbinden en te zorgen dat zij kunnen monitoren en sturen op de manier waarop de besluitvorming over de RES tot stand komt.
Wanneer je als raadslid pas in actie komt zodra boze bewoners protesteren tegen een windmolenvergunning, ben je te laat. Je moet vanaf het begin betrokken zijn, vindt Van Saane, maar als iedereen dat op zijn eigen eiland doet, schiet het met de regionale afstemming niet op. Andere raadsleden deelden deze mening: er meldden zich vertegenwoordigers uit bijna alle gemeenten aan, die ‘linking pin’ zijn tussen hun eigen gemeenteraad en hun regionale collega’s in de Twentse initiatiefgroep.
De initiatiefgroep ontwikkelde een laagdrempelige werkwijze, zegt Van Saane, met wekelijkse online overleggen. “We hadden geen kantoor of secretariaat en we werkten niet met notulen en mail. We deelden informatie snel via googledocs en in een actieve whatsappgroep. Op die manier hebben we veel bereikt.”
De groep organiseerde onder andere bijeenkomsten in de gemeenteraden, richtte een motiebank op en adviseerde over de besluitvorming. Na vaststelling van de RES 1.0 is de initiatiefgroep voortgezet om kennisuitwisseling tussen de volksvertegenwoordigers te faciliteren in het vervolg van de energietransitie.