Bestaansonzekerheid en gezondheidsproblemen: pak ze in samenhang aan
Overheden missen kansen met oplossingen vanuit enkel armoede- en minimabeleid. Vijf adviezen aan gemeenten en Rijk.
In samenwerking met
Vanaf 2020 werkt de gemeente Tilburg met een nieuwe visie op bestaanszekerheid. Aanleiding was de constatering dat er sprake was van hardnekkige armoede en een toenemende tweedeling, ondanks een behoorlijk ruimhartig minimabeleid. De vraag was: hoe kun je mensen beter helpen? Nathalie Peijs, beleidsmedewerker bestaanszekerheid, licht toe: “Er speelt vaak meer dan alleen armoede. Je moet dus goed inzicht krijgen in wat er breed speelt. En liefst met de inwoners meedenken over oplossingen, een wenkend perspectief. Per jaar willen we 250 mensen spreken met een laag inkomen, tot 130 procent van het sociale minimum, en hen een passend traject gaan bieden. Het gaat bijvoorbeeld om mensen met een kleine AOW, een klein pensioen of baan met weinig uren. We bedachten dat de methodiek van positieve gezondheid een heel goed kader voor dergelijke gesprekken kon bieden, want het is een holistisch en integraal concept. In de pilot zijn we gaan uitzoeken of dit goed werkte en leerden we met de uitvoerders over hoe je het beste het gesprek kunt voeren over financiën, gezondheid en andere zaken die spelen.”
“Begin 2020 gingen twee consulenten deur aan deur aanbellen in twee wijken waar relatief veel mensen uit onze doelgroep wonen”, vertelt Peijs verder. “Vooraf hadden we een vragenlijst gemaakt, met een aantal thema’s die aan de orde konden komen. Denk aan vragen als: hoe zit je in je vel, wat doe je aan dagbesteding en welke score geef je je gezondheid? Ze hebben op deze wijze om te beginnen vijftig gesprekken gevoerd. Die verliepen heel goed en we hebben daar veel informatie uit gehaald: ideeën over hoe het gesprek beter kon en wat er aan follow-up zou kunnen gebeuren. Maar toen kwam corona.”
“De gesprekken aan de deur stopten”, vertelt collega-beleidsmedewerker Meike Mommers. “Onze consulenten gingen door met telefonische gesprekken en spraken zo nóg eens vijftig bewoners. We leerden dat het beter werkt als bewoners en consulent elkaar in de ogen kunnen kijken, en als je de omgeving van iemand erbij betrekt. Want ook zo leer je veel over hun situatie. In de telefoongesprekken ging het meer over de financiën en minder over het bredere verhaal van positieve gezondheid. Dat is jammer, want het zijn vaak psychische of gezondheid gerelateerde problemen waardoor mensen geen inkomen kunnen genereren. Soms zitten mensen slecht in hun vel en kunnen ze niet solliciteren.”
Het vervolg op de gesprekken met bewoners is maatwerk. Peijs: “Grofweg zien we nu drie routes. De eerste: is het mogelijk de inkomenspositie van inwoners met kleine baantjes (denk aan een baan van 16 uur) te verbeteren? Kunnen zij meer uren krijgen of kunnen zij zich doorontwikkelen en doorgroeien naar een andere baan? De tweede is om met de inwoners op zoek gaan naar lifehacks om aan de kostenkant iets te winnen. We kijken dan naar concrete acties waarmee ze veel geld kunnen besparen, zoals doorlopende abonnementen opzeggen. Dat blijkt belangrijk voor veel mensen: zij willen er graag eerst financieel op vooruit gaan en van daaruit het gesprek verder voeren. De derde route is die van een brede verkenning. Hoe zit het met de gezondheid, sociale contacten, participatie, et cetera? Op dit soort thema’s kijken we hoe we iemand meer in beweging kunnen brengen. Onze consulenten zijn uitstekend in staat om de eerste twee lijnen zelfstandig op te pakken. Voor de derde lijn zijn ze vaak aangewezen op onze partners om oplossingen te vinden. Zodra we weer bij mensen kunnen aanbellen willen we deze aanpak verder uitrollen.”
Nu per telefoon het goede gesprek voeren ingewikkeld is, willen de projectleiders ook op andere vindplaatsen aan de slag. Maud Homan, beleidsmedewerker publieke gezondheid: “We denken bijvoorbeeld aan consultatiebureaus. We zien dat armoede van generatie tot generatie impact heeft en het is belangrijk om dat patroon te doorbreken. Daarvoor beginnen we bij het kind, hoe kunnen we zorgen dat deze perspectief krijgt tijdens zijn/haar ontwikkeling? We zien kansen in de brede gesprekken die plaatsvinden op het consultatiebureau. We bespreken onze plannen ook in onze leerkring rond armoede en gezondheid. Daarin gaan we met een kleine groep betrokkenen en experts dit idee van verschillende kanten bekijken en hopen we goede feedback en suggesties te krijgen.”
Maud Homan, beleidsmedewerker publieke gezondheid en Nathalie Peijs, beleidsmedewerker bestaanszekerheid bij de gemeente Tilburg.