Tips Wijkaanpak Bewonersinitiatieven

Aan de slag met de buurtagenda? Neem deze lessen mee!

25 mei 2023 | Leestijd: 9 minuten
Verschillende gemeenten werken met een buurtagenda voor hun wijk of buurt. WijkWijzer volgde enkele van deze gemeenten het afgelopen jaar (en in één geval nog dit jaar). De lessen over het werken met de handreiking ‘Hoe maak ik een buurtagenda?’ delen we in dit artikel.

Auteur(s)

Annemiek van Tol, Radboud Engbersen en Silke van Arum

In samenwerking met

Platform31 en Movisie volgden het afgelopen jaar de gemeenten Den Haag (Moerwijk-Oost), Emmen (Klazienaveen), Barendrecht (Vrijenburg), Hardenberg (Baalder) en Berkelland (Gelselaar). In Haarlem (Slachthuisbuurt) ronden we het traject buurtagenda deze zomer af. Onder begeleiding van Platform31/Movisie werkten verschillende partners uit de wijken met de bouwstenen uit de handreiking aan hun buurtagenda.

In juni 2021 publiceerden Platform31 en Movisie vanuit WijkWijzer de handreiking ‘Hoe maak ik een buurtagenda – zeven bouwstenen voor een vliegende start’. De handreiking is bedoeld voor gemeenten, woningcorporaties, bewoners en andere partijen die aan de slag willen in hun wijk of buurt. Een buurtagenda brengt de beleving van een buurt door bewoners (de leefwereld of binnenperspectief) en de beelden die gemeenten en andere partijen hebben (systeemwereld of buitenperspectief) samen. Het samenbrengen van deze twee perspectieven zorgt voor een visie op de gewenste ontwikkeling van een gebied die door alle belanghebbende partijen wordt herkend en erkend. In het bijzonder de inbreng van bewoners en buurtprofessionals is daarbij cruciaal. De handreiking biedt in zeven bouwstenen een reflectie op wat een buurtagenda is en waar deze aan moet voldoen.

De zeven bouwstenen van de buurtagenda
  1. Zoek de urgentie
  2. Maak een buurtscan
  3. Breng relevante partijen samen
  4. Haal verhalen op
  5. Verbind tellen en vertellen
  6. Verbind ideeënvorming met gemeentelijk beleid
  7. Stel de buurtagenda op

Het afgelopen jaar hebben Platform31 en Movisie gewerkt aan het beter toepasbaar maken van de handreiking. Dit deden ze onder meer door de ontwikkeling van een instructiefilm en door het volgen en begeleiden van een zestal gemeenten bij het gebruik van de handreiking. Afhankelijk van de lokale context hielpen Platform31 en Movisie mee met het werken aan de verschillende bouwstenen. Ze boden met name hulp bij de bouwstenen ‘verbinden van relevante partijen’, ‘het maken van een buurtscan’ en ‘het ophalen van verhalen’. De begeleiding vond plaats door (online) coaching en hulp bij het opstellen van de buurtscan. In vier gemeenten organiseerden Platform31 en Movisie gezamenlijk een fysieke sessie met stakeholders uit en om de wijk. In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat het werken met de handreiking voor gemeenten behulpzaam is. De verschillende coalities gaven aan dat het methodisch werken houvast biedt terwijl er ook voldoende ruimte is voor lokale invulling. De geleerde lessen over het werken met de handreiking delen we op in vier onderwerpen:

  1. Algemene reflectie op de handreiking en bouwstenen
  2. Reflectie op het maken van de buurtscan
  3. Reflectie op het samenkomen van partners
  4. Geleerde lessen als tips voor het werken met een buurtagenda

Algemene reflectie op de handreiking en bouwstenen

  • Je kunt de bouwstenen door elkaar gebruiken: ze zijn niet per se volgordelijk. In de praktijk zagen we dat sommige gemeenten al intensief in gesprek waren met bewoners en soms zelfs al veel actiepunten hadden opgetekend, terwijl er nog geen buurtscan was gemaakt of de samenwerking met andere partijen nog minimaal was. Dit lijkt geen belemmering. Het is waardevol om (alsnog) met de eerdere bouwstenen aan de slag te gaan en aan te sluiten bij wat er al leeft in de wijk. Op deze manier wordt de energie in de wijk breder gedragen en is de buurtagenda beter onderbouwd. Ook zagen we dat in sommige buurten al nauw wordt samengewerkt met diverse partijen vanuit een gedeelde urgentie en ze daarmee al voldeden aan bouwstenen 1 en 3 en direct met elkaar konden beginnen aan de buurtscan (bouwsteen 2).
  • Het helpt om de handreiking toe te lichten aan de verschillende partners. In de praktijk zien we dat je niet kunt verwachten dat alle deelnemers de methode nauwkeurig bestuderen. Het is daarom belangrijk om kort en krachtig een toelichting te geven op de buurtagenda. Daarvoor kun je gebruikmaken van de instructiefilm en de PowerPoint-presentatie. De instructiefilm kan ook ingezet worden om andere partners in de wijk te enthousiasmeren om mee te doen. Een korte toelichting in een gezamenlijke bijeenkomst werkt goed als een kick-offmoment.
  • Partijen hebben verschillende motieven om mee te werken aan de buurtagenda. Partijen hebben bij de start van de samenwerking verschillende verwachtingen. De ene partij hoopt dichter bij de buurt te komen, de andere partij hoopt aan de slag te kunnen met eenzaamheid en weer een ander ziet de buurtagenda als kans om een buurtkamer in de wijk te ontwikkelen. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn.
  • Veel partijen willen graag meepraten, minder partijen zijn bereid intensief organisatorisch/uitvoerend werk te doen. Dit verschilde per gemeente. In sommige gevallen was er veel organisatorisch/uitvoerend potentieel aanwezig en ook de bereidheid deze in te zetten, op andere plekken ontbrak dit potentieel. Zowel bij gemeente, corporatie als bij bewoners ervaarden we een hoge bereidheid om mee te praten.
  • Daarnaast bleek het voor alle partijen belangrijk om vrijuit te kunnen spreken. De rol van voorzitter om het gesprek te leiden wordt als belemmering ervaren om tegelijkertijd ook persoonlijke input te leveren. Om die reden werd in een aantal gemeenten de onafhankelijke rol als gespreksleider van Movisie en Platform31 gewaardeerd. Het aanwijzen van een onafhankelijke coördinator bij het opstellen van de buurtagenda kan dus zinvol zijn. Ook om het vuur brandend te houden.

Reflectie op het maken van de buurtscan

  • Het maken van een buurtscan kost tijd! En roept vragen op. Want wat stop je er precies in? En waar begin je? In de praktijk zien we dat gemeenten en andere partijen het lastig vinden om te beginnen met de buurtscan. Moeten we niet eerst een goede vraag formuleren? Wat willen we precies weten? Met name het maken van de globale scan roept vragen op. Voor deze zes gemeenten hebben we voor de globale scan gewerkt aan de hand van de 8 domeinen (wonen, werk & participatie, onderwijs & opvoeding, veiligheid & criminaliteit, gezondheid, samenleven & integratie en leefomgeving & openbare ruimte) zoals beschreven op WijkWijzer én een hoofdstuk algemene gegevens (zoals leeftijdsopbouw, aantal inwoners etc.). Over elk onderwerp zochten we informatie op via met name de Leefbaarometer, CBS in uw buurt en de KIS Wijkmonitor en presenteerden we de informatie in een korte PowerPoint-presentatie of in een korte notitie van één of twee pagina’s. Het helpt om de globale scan vervolgens gezamenlijk te doorlopen en te bespreken met de betrokken partijen en de buurtscan te verdiepen en aan te vullen met eigen data van de partners (denk aan cijfers van woningcorporatie, wijkagent, GGD).
  • Het is zinvol om ook beleidsmatige gegevens toe te voegen aan de buurtscan. Het is belangrijk om te weten welke grote veranderingen er in de wijk/buurt aankomen. Worden er nieuwe huizen gebouwd? Gaat de school sluiten? Gaat een corporatie woningen renoveren of is de wijk aangewezen om binnenkort van het gas af te gaan? Dit soort gegevens wil je al bij de buurtscan in beeld hebben. Wacht hier dus niet mee tot je aan de slag gaat met bouwsteen 6.

Reflectie op het samenkomen van partners

  • Het netwerk van partijen kent elkaar vaak niet. In de praktijk zien we dat partijen elkaar niet altijd (goed) kennen. Het is daarom belangrijk om voldoende tijd te nemen om met elkaar kennis te maken en elkaar te leren kennen. Hou hier ook rekening mee bij het kiezen van de vorm van de samenkomst.
  • Het is waardevol om niet alleen de ‘usual suspects’ uit te nodigen. Soms werken verschillende partijen (juist) al lang met elkaar samen. Het is waardevol om het netwerk uit te breiden. Nodig ook de schooldirecteur of de medewerker van de bibliotheek uit. Zoek een ondernemer uit de wijk of een huisarts of religieus leider die mee wil denken. Mensen die net een andere kijk op de wijk hebben, zullen ook een ander beeld van de wijk inbrengen.
  • De lokale dynamiek bepaalt het tempo. In de verschillende gemeenten waarmee we hebben samengewerkt bleek het sterk contextafhankelijk met welke bouwblokken we aan de slag konden in de gezamenlijke sessie. In sommige gemeenten bleek de grond al rijp om direct aan de slag te kunnen met een verhalenavond. In andere gemeenten moest eerst het gesprek over de urgentie die zij ervaren nog gevoerd worden en vroegen verschillende partijen zich af of een samenwerking überhaupt zinvol is. In één geval is geconcludeerd dat het maken van een buurtagenda niet opportuun was. Het is belangrijk om eerst te bouwen aan een vertrouwensband. Wanneer deze er niet is, zullen partijen steeds opnieuw vertragen.
  • Maak optimaal gebruik van talenten in de buurt voor het vasthouden van energie en plezier. Kartrekkers in een wijk of buurt hebben volle agenda’s, terwijl actieve bewoners en eerstelijnsprofessionals kampen met overlegmoeheid en onderzoeksvermoeidheid. Om die reden is het niet alleen belangrijk om aan te sluiten bij bestaande bijeenkomsten en initiatieven (in plaats van extra tijd van bewoners en professionals te vragen), maar ook om het proces zo te organiseren dat betrokkenen er lol aan kunnen beleven. In Moerwijk-Oost is bijvoorbeeld gekozen voor een verhalenavond. Met de organisatie daarvan zijn tal van creatieve aspecten verbonden waar bewoners/eerstelijnsprofessionals een bijdrage aan kunnen leveren. Denk aan organiseren, communicatie verzorgen, trainen van verhalenvertellers, modereren, filmen, fotograferen en de catering verzorgen. Het gaf veel bewoners en eerstelijnsprofessionals de kans ergens in te excelleren.
  • Verschillende perspectieven bij elkaar brengen is essentieel. Een gezaghebbende buurtagenda profiteert van het bij elkaar brengen van verschillende perspectieven, vooral het bewonersperspectief weegt zwaar. Maar dé bewoner bestaat niet. Er zijn huurders, huiseigenaren, alleenstaanden, ouders, ouderen, jongeren, kinderen, bewoners met een beperking, et cetera. Deze verschillende groepjes buurtgebruikers vinden begrijpelijkerwijs vaak nét andere zaken belangrijk. De opgave is om bij het maken van een buurtagenda met de belangen van deze verschillende groepjes rekening te houden. Als dat lukt, krijgt een buurtagenda draagvlak en gezag.

Geleerde lessen als tips voor het werken met een buurtagenda

  • Het inzetten van burgerwetenschap. Waar nog een uitdaging ligt, is het inzetten van bewoners bij het verzamelen van kwalitatief materiaal. Er wordt in dit verband ook wel van burgerwetenschap of ‘citizen science’ gesproken. Buurtbewoners kunnen bijvoorbeeld mini-interviews houden, verhalen optekenen, foto’s maken met onderschriften of buurtwandelingen maken (en vervolgens observaties vastleggen). Onze eerste ervaringen met het maken van buurtagenda’s hebben geleerd dat dit goed mogelijk is, maar dat een betrokken en hartelijke ondersteuning van professionals daarbij een must is.
  • Het is belangrijk om te concretiseren. Een buurtagenda richt zich op de directe woon- en leefomgeving van bewoners, ofwel de omgeving die bewoners als ‘hun’ omgeving beleven en waar ze zich sterk mee verbonden voelen. Op hogere schaalniveaus (gemeente, stadsdeel, wijk) kun je de agenda nog in algemene termen formuleren (‘het terugbrengen van gezondheidsverschillen’, ‘sociale samenhang vergroten’, ‘bestaanszekerheid vergroten’), maar níet op het schaalniveau van buurten. Hier gaat het om concretiseringen. Wat moet er precies opgepakt worden? De kunst is om een buurtagenda te laten uitkomen met heel precies geformuleerde agendapunten (wat, waar en wanneer).
  • Wees je bewust van het belang van quick wins. Een buurtagenda richt zich op de (nabije) toekomst, terwijl veel bewoners in buurten in gevecht zijn met de dagelijkse realiteit. Ze hebben er baat bij dat zaken nú worden opgepakt, niet ver weg in de tijd. Daar moet een buurtagenda rekening mee houden. Bewoners begrijpen dat sommige zaken tijd vragen, maar ze hebben niet de luxepositie om daar jaren op te kunnen wachten. Kleine concrete en tussentijds bereikbare doelen zijn cruciaal, anders haken bewoners af.
  • Het maken van een buurtagenda vraagt geduld. Hoewel voor sommige zaken haast geboden is, is voor andere zaken juist geduld nodig. Het is belangrijk om bij het maken van een buurtagenda de tijd te nemen om elkaar te leren kennen en elkaar te leren vertrouwen. Vertrouwen opbouwen kost tijd en is snel verspeeld als er te weinig tijd genomen wordt voor het vasthouden, uitbouwen, onderhouden en versterken van onderlinge relaties.

Deze instructiefilm is gebaseerd op de eerder verschenen handreiking ‘Hoe maak ik een buurtagenda?

Tot slot

We hebben op verschillende plekken kunnen vaststellen dat het werken met een buurtagenda veel kan opleveren. Het brengt partijen bij elkaar, het raakt de directe omgeving van bewoners en doet een beroep op de creativiteit en talenten van bewoners en buurtwerkers. Maar vanzelf gaat het niet: wie eraan begint, dient er ook serieus in tijd en menskracht in te investeren.

Werkzame elementen
  • Oplossingsgericht werken: Construeer samen met bewoners oplossingen voor wat er speelt in de wijk. Elk probleem biedt mogelijkheden voor het vinden van eigen oplossingen. Stel bewoners in staat om op hun eigen manier en samen met anderen het probleem waarvoor zij hulp vragen aan te pakken (zie ook: Beslisbomen voor het werken aan leefbaarheid in de buurt (Movisie, 2022)).
  • Positieve benadering: Werk vanuit vertrouwen in personen, organisaties en in een positieve uitkomst.
  • Gelijkwaardigheid: Gemeente, professionals en bewoners werken op een gelijkwaardige basis samen.
  • Inclusief werken: Benader en betrek actief (andere) bewoners, zodat iedereen die wil, mee kan doen. Maak geen onderscheid in leeftijd, huidskleur, culturele achtergrond, gender, inkomen, talenten, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of beperkingen. Inclusie gaat over luisteren, verbinden en samenwerken. De uitdaging is om ook bewoners aan het woord te laten die niet snel gehoord worden.
  • Volg de energie: Werk vanuit gevoelde urgentie. Wat vinden de bewoners en partners in de wijk belangrijk? Welke ervaringen hebben zij in de buurt?
  • Relationeel werken: In gesprek gaan, mensen bij elkaar brengen, ontmoetingen mogelijk maken, verhalen delen en van elkaar leren.
  • Continuïteit: Belang van continuïteit in betrokkenheid en relaties (zie ook: Het geheim van de lange relatie (Movisie, 2022)).

Meer weten over gebiedsgericht en integraal werken in de wijk? Het platform WijkWijzer biedt beleidsmakers, wijkprofessionals en actieve bewoners een bundeling van relevante inzichten, publicaties en praktijkvoorbeelden over gebiedsgericht werken.

Naar WijkWijzer

Contact

Annemiek van Tol 06 12 82 49 24

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan