Frank Dirks is projectmedewerker bij Platform31.
Universitair docent Dominic Teodorescu vroeg deze maand in Sociale Vraagstukken de Nederlandse overheid om voor de woonwagenbewoners een inhaalslag te maken en de wettelijke verplichting voor standplaatsenbouw te erkennen. Het lijkt voor veel gemeenten nog altijd moeilijk om hun aanvankelijke, vaak repressieve, rol te herzien. Hoog tijd dat een rijksdienst gaat toezien op afdwingbare prestatieafspraken voor standplaatsenbouw en maak collectieve woonprojecten en financiering mogelijk, aldus Teodorescu.
Moet er niet meer regie op de realisatie van woonwagens komen, nu de realisatie achterblijft bij de opgave? En ligt er juist nu niet een uitgelezen kans om het realiseren van extra woonwagenstandplaatsen op te nemen in de regionale woondeals. En de realisatie van nieuwe standplaatsen ook onderdeel te maken van de geplande grootschalige nieuwbouw woonlocaties. Dat was de strekking van het opiniërend paper Geen 900.000 woningen erbij maar 886.000, dat ik schreef voor de Discussiedagen Sociale Huisvesting 2022 (op 27 en 28 september).
Als we niet in gelijk tempo woonwagens bijplaatsen, neemt de slaagkans van de woonwagenbewoner alleen maar verder af, in plaats van dat we als Nederland juist op de achtergestelde positie van de woonwagenbewoner inlopen. De rijksoverheid en provincies kunnen daarop toezien. Binnen de grootschalige woningbouwlocaties kan de onrendabele top voor sociale huurwoonwagens bovendien uitgemiddeld worden met de hogere (grond)opbrengsten van middeldure en dure koop- en huurwoningen. Zo borgen we de realisatie van extra standplaatsen. Dat vraagt wel om een nog gerichtere regie op quota. Een van 886.000 woningen én 4.000 tot 5000 woonwagens.
Frank Dirks is projectmedewerker bij Platform31.