Bouwen aan draagvlak voor de huisvesting van EU-arbeidsmigranten
25 gemeenten gaan in de leerkring Huisvesting Arbeidsmigranten in op de vraag: hoe bouw je aan draagvlak voor beleid en concrete huisvestingslocaties?
Verslag 4de bijeenkomst van de leerkring huisvesting arbeidsmigranten
Arbeidsmigranten vestigen zich vaak in andere gemeenten dan zij werkzaam zijn. Hierdoor krijgen sommige gemeenten met huisvestingsproblematiek te maken, terwijl zij er geen economisch profijt van hebben. Deze gemeenten hebben vaak geen beleid ingericht om de huisvestingsvraag van deze doelgroep op te vangen. Worden de lasten te groot, dan wordt wel ingezet op meer handhaving op leefbaarheid en ongewenst woongedrag.
Andersom, zijn er gemeenten die vooral de lusten van arbeidsmigranten ondervinden doordat zij goedkope krachten zijn voor hun lokale ondernemers. Maar vaak zijn dit ook de gemeenten die ontkennen dat huisvesting van arbeidsmigranten een probleem is. Een van de deelnemers noemt dit ‘struisvogelpolitiek’: bestuurders ontkennen de problematiek, met als gevolg dat er geen bestuurlijke wil is om huisvesting te verzorgen in de gemeenten waar de arbeiders werken. Vaak spelen deze tegengestelde belangen tussen buurgemeenten. Daarom is regionale afstemming over visie en beleid essentieel om te komen tot meer huisvesting voor arbeidsmigranten.
Jeroen Kemna (projectleider huisvesting arbeidsmigranten gemeente Tiel) vertelt over de beleidsontwikkeling in deze lastgemeente pur sang. In Tiel werken nauwelijks arbeidsmigranten, terwijl de gemeente minimaal vierduizend arbeidsmigranten huisvest die werkzaam zijn in de fruitteelt in buurgemeenten. Deze centrumgemeente heeft veel goedkope koopwoningen die zijn opgekocht, verkamerd en verhuurd aan arbeidsmigranten door uitzendbureaus en huisjesmelkers. Dit veroorzaakt diverse leefbaarheidsproblemen in buurten.
Om beter zicht te krijgen op de aantallen arbeidsmigranten en de staat van de panden is een Taskforce Avondcontroles opgericht die huis aan huis controles uitvoert. In dit team zitten naast handhavingsjuristen o.a. ook een BRP- en milieuspecialist, de wijkagent en een brandweerman. De controles zijn nodig omdat ongeveer 900 panden in Tiel op papier leeg zouden staan, terwijl hier vermoedelijk illegale activiteiten plaatsvinden, zoals overbewoning en verkamering.
Naast de invoering van diverse lokale beleidsinstrumenten, zoals de taskforce, een paraplubestemmingsplan en omgevingsvergunningen (zie ook filmpje), is het voor Tiel essentieel om regionale afspraken te maken met de buurgemeenten. Tiel richtte een stuurgroep in waarin vier van de vijf portefeuillehouders plaats namen met de burgemeester als voorzitter. Tiel maakte met hun beleidsvisie duidelijk richting de regio dat huisvesting van arbeidsmigranten een zeer hoge beleidsprioriteit was. En door het strenge beleid dat de gemeente invoerde en de vele controles begonnen de buurgemeenten te voelen dat het in Tiel menens was. Huisvesting van arbeidsmigranten is daarmee een gezamenlijke opgave geworden en regionale afspraken werden makkelijker te maken. Er is een aparte regionale tafel gevormd die afspraken maakt rond arbeidsmigratie. Betere kennisuitwisseling en coördinatie op toezicht, handhaving en gegevensverzameling zijn onderdeel van deze afspraken. Bovendien zijn alle gemeenten nu bezig met de realisatie van huisvestingslocaties voor de doelgroep.
Regionale samenwerking huisvesting arbeidsmigranten door Jeroen Kemna (gemeente Tiel)
De huisvesting van arbeidsmigranten blijkt op uiteenlopende regionale overlegtafels te liggen. Een groot deel van de deelnemende gemeenten geeft aan dat het onder Wonen valt, maar het thema versnipperd onder de andere thema’s zoals Economie, Arbeidsmigratie, Leefbaarheid, Ruimtelijke ontwikkeling en het Sociaal Domein. Vaak wordt per ‘tafel’ naar elkaar gewezen. Zo geeft een van de deelnemers aan dat in het regionale overleg Wonen naar voren kwam dat de verantwoordelijkheid van huisvesting voor arbeidsmigranten zou moeten liggen bij Arbeidsmarkt en Economie, want door het aantrekken van bedrijven met specifieke werknemers creëer je immers een huisvestingsvraagstuk.
De verwachtingen die gemeenten hebben van regionale samenwerking zijn verschillend. Gemeenten die al beleid hebben op huisvesting van arbeidsmigranten geven aan dat zij weinig behoefte hebben aan meer regels. De worsteling bij regionale afspraken is dan ook de mate van gedetailleerdheid. Gemeenten die zelf nog geen beleidsnota hebben op dit thema, geven aan veel te werken aan regionale samenwerking. En door goede voorbeelden uit de regio vast te pakken, kan er in gemeenten bestuurlijke aandacht getrokken worden. Door middel van deze olievlekwerking kan lokaal beleid op de huisvesting van arbeidsmigranten gestimuleerd worden. Hierbij is het belangrijk om de arbeidsmigrant in een positief daglicht te zetten: “wil je economisch groeien als gemeente, dan is de arbeidsmigrant onmisbaar”, aldus een deelnemer.
De provincie kan een belangrijke rol spelen in de intergemeentelijke samenwerking op de huisvesting van arbeidsmigranten. Gemeenten geven aan dat tot op heden provincies soms een remmende rol spelen vanwege restrictief woonbeleid en ruimtelijk beleid waarbij er geen ruimte is voor uitzonderingen voor bijvoorbeeld short stay-locaties. Hier lijkt nu langzaam verandering in te komen. Provincies gaan een steeds belangrijkere rol spelen op dit thema als facilitator van regionale gesprekken én als stimulator.
De provincie Noord-Brabant is hier een goed voorbeeld van. Deze provincie is erg actief op het thema. Men kwam er een aantal jaren geleden achter dat arbeidsmigratie een structureel en bovenlokaal vraagstuk is dat in de hele provincie speelt. In Noord-Brabant is men gewend om diverse thema’s regionaal beet te pakken met vaak ook een rol voor de provincie. Het was dus goed mogelijk om aan te haken op deze samenwerkingsstructuren.
Joris van den Bergh (Kernteam Arbeidsmigratie, provincie Noord-Brabant) geeft aan dat de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van arbeidsmigranten niet bij de provincie ligt, maar bij marktpartijen en gemeenten zelf. Ondanks dat het thema in alle regio’s speelt, is de problematiek en daarmee ook de oplossingsrichtingen in een stedelijk regio als Tilburg heel anders dan in een landelijke gemeente zoals Deurne. Eef Berends (Kernteam Arbeidsmigratie, provincie Noord-Brabant) legt uit dat de provincie niet directief wil zijn, maar vooral wil aansluiten op de focuspunten van de regio’s en de bestaande goede lokale initiatieven en spelers. Zij wil aanhaken op positieve energie en is daarom een aantal jaren geleden begonnen met de ondersteuning van koplopergemeenten. Door hen als voorbeeld te stellen kon het vraagstuk geagendeerd worden bij andere gemeenten. De provincie biedt uiteenlopende ondersteuning om vervolgens lokaal beleid tot stand te brengen. In twee jaar hebben de meeste gemeenten lokaal beleid vastgesteld of zijn actief bezig om dit voor elkaar te krijgen.
Joris van den Bergh geeft aan dat het ontwikkelen van lokaal beleid pas het begin is om tot huisvesting te komen. Naast beleidsregels is het van groot belang dat lokale en regionale partijen met elkaar in gesprek gaan en ook blijven. Tussen gemeenten, werkgevers, huisvesters en natuurlijk burgers moet een wederzijds begrip groeien om meer huisvesting voor elkaar te krijgen. Ook hierin neemt de provincie vooral een stimulerende rol in. Verder zijn regionale afspraken nodig op arbeidsmigratie omdat veel vraagstukken in alle gemeenten binnen een regio spelen, zoals arbeidsmarkt, registratie, integratie en ook huisvesting. De gemeenten gaan zelf over huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten, maar een aantal regio’s heeft de behoefte om gezamenlijke uitgangspunten te formuleren voor grootschalige huisvesting. Deze goede voorbeelden zal de provincie meenemen naar andere regio’s om ook daar gezamenlijke afspraken te stimuleren.
Interview met de provincie Noord-Brabant over regionale samenwerking en de rol van de provincie
Een belangrijke les uit deze leerkring is ‘houd het vraagstuk positief’. Het is geen thema waar een lokale bestuurder op kan scoren. Blijf daarom vooral focussen op wat de arbeidsmigrant je gemeente of regio te bieden heeft zodat de arbeidsmigrant niet in mensonterende woonsituaties terecht komt. De regio en de provincie kunnen in dit proces een faciliterende en ondersteunende rol spelen, zodat gemeenten van elkaar kunnen leren en niet bij ieder vraagstuk het wiel opnieuw hoeven uit te vinden.