Activiteiten als optoppen, woningsplitsing, uitplinten, ondertoppen, transformeren en andere vormen van verdichting hebben allemaal hetzelfde doel: extra woningen creëren voor woningzoekenden. Het meeste hiervan gebeurt binnen de bebouwde kom, waar al mensen wonen en veel auto’s staan. Starre parkeernormen hinderen corporaties, gemeenten en ontwikkelaars bij het bouwen van woningen in bestaande wijken. Met slim beleid blijkt er meer mogelijk dan je denkt.
De huidige parkeernormen gaan uit van richtgetallen. Ze houden weinig rekening met het daadwerkelijk autobezit van bewoners, maar hanteren het principe: hoe minder stedelijk een gebied is en hoe verder uit het centrum, hoe meer parkeerplaatsen er nodig zijn.
In de praktijk bepalen de portemonnee en de samenstelling van een huishouden vaak het aantal auto’s. Zo hebben studenten en senioren minder vaak een auto dan gezinnen. Ook het type woningen, de locatie in de stad en de ruimte op straat bepalen de behoefte aan parkeerplaatsen. Daarom is het belangrijk om te kijken naar de feitelijke situatie.
Door uit te gaan van het daadwerkelijke autobezit per buurt, parkeerregulering en beter gebruik van bestaande parkeermogelijkheden kan er méér binnenstedelijk worden gebouwd. En dat helpt al die woningzoekenden.
Deze handreiking is bedoeld voor professionals bij gemeenten, corporaties, ontwikkelaars en bouwers die betrokken zijn bij verdichting van steden, mobiliteits- en parkeerbeleid.
Deze handreiking is ontwikkeld door de provincies Zuid-Holland en Utrecht, Aedes en Platform31. Deze publicatie laat zien welke mogelijkheden gemeenten hebben om meer woningen te realiseren door slimmer om te gaan met parkeernormen.
"*" geeft vereiste velden aan
Op donderdag 22 mei lichten we in een webinar over flexibel omgaan met parkeernormen de handreiking toe en presenteren we een instrument dat gemeenten zelf kunnen gebruiken om parkeernormen af te stemmen op het daadwerkelijke autobezit.