Bouwen aan gelijke kansen voor regio’s: twaalf tips van experts
Vier experts geven overheden concrete adviezen om meer regiobestendig beleid te voeren.
Uit de halfjaarlijkse energiearmoedemonitor van TNO blijkt dat de wijken en dorpen waar de energiearmoede het hoogst is, veelal in gemeenten aan de randen van het land liggen. Platform31 ging na of er in dergelijke wijken en dorpen specifiek beleid wordt gevoerd. De gemeente Helmond kent twee wijken waar de energiearmoede een groot probleem is, te weten de wijken Helmond Noord en Helmond West. Hierover spraken we met Hanneke Theuws, projectleider energietransitie en klimaatadaptatie bij de gemeente Helmond.
Helmond kent een hoog aandeel sociale huurwoningen: gemiddeld 46 procent van de woningvoorraad in een wijk is sociale huur. Theuws: “Bij veel van die woningen is waarschijnlijk veel meer aan de hand dan de staat van de woning en een laag inkomen, we moeten dit dus breder aanpakken.”
De aanpak van energiearmoede staat al sinds 2020 stevig op het netvlies. In dat jaar deed Helmond een onderzoek waaruit bleek dat zo’n 9600 huishoudens in de gemeente (ruim 20 procent) te kampen hadden met energiearmoede. Hiervan woonde het overgrote deel (meer dan 90 procent) in een huurwoning.
De gemeente begon toen met een aanpak die bestond uit het uitvoeren van kleine energiebesparende maatregelen (de kierenjagers). Later is daar ook een aanpak voor het isoleren van particuliere woningen aan toegevoegd. Toen in 2022, met de enorme stijging van de energieprijzen, de aandacht voor energiearmoede (nationaal) groeide, heeft Helmond een derde lijn aan de aanpak toegevoegd: de incidentele middelen.
De gemeente Helmond heeft dit beleid gemeentebreed opgezet om energiearmoede tegen te gaan, maar voert het wijk voor wijk uit, waarbij begonnen is met de wijken waar de energiearmoede het hoogst is. Om deze wijken in het vizier te krijgen heeft Helmond gebruik gemaakt van de cijfers van de energiearmoedemonitor van TNO.
Deze actielijn voert de gemeente uit in samenwerking met de woningcorporaties en de welzijnsorganisatie de LEVgroep. De kierenjagers zijn energiecoaches die zich specifiek richten op de (energie)arme doelgroep. Het team bestaat uit vrijwilligers en een coördinator. De kierenjagers gaan buurtgericht te werk, waarbij ze bij alle woningen langsgaan, dus ook bij huishoudens die niet (energie)arm zijn. Wie geen hulp nodig heeft, geeft dat doorgaans meteen aan.
De gemeente selecteert de buurten waar de kierenjagers aan de slag gaan, op basis van de energiearmoedecijfers. Ook is bij de selectie een koppeling met de verduurzamingsplanning van de woningcorporaties: kierenjagers gaan éérst langs bij huishoudens die in een huis wonen met een laag energielabel en bij huishoudens waarvan de woning wat later op de planning staat voor verduurzaming.
De kierenjagers beginnen met flyeren in de wijk, vervolgens gaan ze langs de deuren om meer uitleg te geven en eventueel een afspraak te maken voor de uitvoering. Theuws: “Ik ben heel trots op wat we hiermee nu al bereikt hebben. Het is een zelfsturend team en het loopt heel goed. De reacties van de inwoners zelf zijn ook heel positief.”
Op dit moment hebben de kierenjagers bij zo’n honderdvijftig woningen maatregelen aangebracht en staan er nog eens honderd huishoudens op de wachtlijst. De mensen waar een kierenjager langs is geweest, krijgen een doorgeefbon. Daarmee kan ook een buur of kennis een afspraak maken. Theuws: “We merken dat die doorgeefbon heel goed werkt in de wijk, het voelt voor mensen als iets van waarde wat ze door kunnen geven.” Ook de sociaal werkers in de wijk die achter de voordeur komen, kunnen bewoners zo nodig doorverwijzen naar de kierenjagers.
In deze actielijn werkt de gemeente aan een eerste pilot met een ontzorgingsaanbod voor het isoleren van particuliere woningen. De regeling is bedoeld voor huishoudens die een inkomen hebben tot en met 150 procent van het bijstandsniveau. In de pilot doen negen woningen mee, die zonnepanelen, dakisolatie of glasisolatie krijgen.
In de pilotbuurt is sprake van gespikkeld bezit, daarom wilde Helmond hier beginnen. De gemeente hoopte de koopwoningen te kunnen laten meeliften met de renovatie van de woningcorporatie die daar was begonnen. Dat is helaas nog niet gelukt. Theuws: “We merkten dat de corporatieaanpak vaak niet aansluit op de wensen van particuliere woningeigenaren. De maatregelen van de corporatie zijn vaak gericht op het toekomstbestendig maken van de woningen. Niet op directe energiebesparing waarmee de inwoner een investering gelijk gaat terugverdienen.” Momenteel breidt de gemeente deze pilot uitbreiden naar andere wijken.
Deze actielijn is een samenwerking van het energietransitieteam van de gemeente en het sociaal domein. In deze lijn kregen bewoners die daar recht op hadden, een energietoeslag vanuit het Rijk uitgekeerd. Dat waren er in Helmond zo’n zevenduizend. Daarnaast kregen al deze mensen meteen een bon waarmee ze een tas met energiebesparende middelen konden ophalen. Die actie liep erg goed, zo’n zesduizend bewoners haalden een tas op. De komende tijd wil Helmond de samenwerking tussen het energietransitieteam en het sociaal domein verder intensiveren.
Hoe je mensen bereikt en achter de voordeur komt, blijft een lastige uitdaging in deze aanpak. Een grote valkuil is de doelgroep als één doelgroep te zien. Dat is niet zo, benadrukt Theuws: “Er zitten hele grote verschillen in. Het kunnen bijvoorbeeld mensen met schulden of een laag inkomen zijn, maar ook mensen die niet onder het begrip ‘arm’ vallen.” Die verschillende mensen bereik je op andere manieren of andere plekken.
Theuws: “In het verleden hebben we samengewerkt met een supermarkt voor minima, daar deelden we tassen uit met tochtstrips en dergelijke. Dat werkte heel goed. Later probeerden we hetzelfde bij de voedselbank, maar daar werkte het totaal niet. Sommige mensen zitten echt in een overlevingsstand, bij die mensen moet je niet aankomen met nóg een extra boodschap.”