Voor gestapelde woningcomplexen en portiekwoningen blijkt het goed mogelijk om warmte te leveren met een kleinschalig warmtenet – met verwarming via midden- of hoge temperatuur. Nu al betaalbaar voor bewoners, op langere termijn te koppelen aan een grootschalig net.
Zowel Woningstichting Vecht en Omstreken in Breukelen als corporatie Elkien in Leeuwarden hebben goede ervaringen met het aanleggen en inzetten van kleinschalige warmtenetten in de gestapelde bouw. In het seniorencomplex ’t Heycop in Breukelen en in de portiekwoningen aan de Julianalaan/Breitnerlaan in Leeuwarden is dit type warmtenet met succes in bedrijf genomen. Hun opgebouwde praktijkervaring werd gedeeld tijdens een online bijeenkomst in november, deel van de Inspiratietour. Conclusie: kleinschalige warmtenetten zijn een prima warmteconcept voor gestapelde woningcomplexen.
Duurzamer met beperkte investeringen
Bij beide projecten heeft betaalbaarheid voor bewoners een grote rol gespeeld. Het warmtenet voor 270 portiekwoningen in Leeuwarden bewijst dat verwarming met middentemperatuur (55°C) goed werkt, ook met beperkte schil-isolatie. Er hoeft geen nieuw warmte-afgiftesysteem in de woningen; de radiatoren krijgen een tweede leven. Dat maakt de investering kleiner, en de ingreep meer circulair. Die mogelijkheid had het Breukelse project ook, maar daar is alsnog gekozen voor convectoren; die kunnen beter koelen en dat was een belangrijke wens in het seniorencomplex.
Kleine én grote warmtenetten
“Volgens mij is de toekomst niet concurrentie tussen grootschalige en kleinschalige warmtenetten, maar integratie,” stelt Henk Heikema van Elkien. De woningcorporaties doen met kleinschalige warmtenetten ervaring op die hen klaarstoomt als partner in grootschaliger warmtenetten. De bewoners kunnen nu al betaalbaar (bijna) van het gas af en later kan alsnog aangesloten worden bij grootschalige warmtenetten. Daardoor kan piekbelasting opgevangen worden en kan het kleine net een rol spelen bij buffering.