Praktijkvoorbeeld Omgevingswet

Werken met de Omgevingswet lukt tot nu toe, maar DSO blijft aandachtspunt

2 augustus 2024 | Leestijd: 5 minuten
De invoering van de Omgevingswet is op 1 januari 2024 zonder grote tegenslagen verlopen. Om inzicht te krijgen in hoe de wet is geland in verschillende gemeenten interviewden we de omgevingswetmanagers van de gemeenten Den Haag en Zaanstad. Zij zien dat de invoering nog lang niet klaar is, ondanks de redelijk soepele overgang. Vooral het Digitaal Stelsel Omgevingswet werkt nog niet goed.

Auteur(s)

De Omgevingswet is ingevoerd om vier verbeterdoelen te behalen: inzichtelijker omgevingsrecht, de leefomgeving meer centraal laten staan, meer ruimte voor maatwerk door decentrale overheden en snellere en betere besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving. Om de Omgevingswet te laten landen in alle gemeentes zijn de afgelopen jaren programma’s vanuit het Rijk opgezet en zijn er verschillende programmanagers aangesteld die de implementatie van de Omgevingswet als opdracht hadden. Nu deze programma’s en programmamanagers steeds meer opgeheven worden en afzwaaien, vroegen we twee programmanagers om te reflecteren op de invoering van de wet.

Aanvragen volgens oud recht

“De overgang op 1 januari is voor ons soepeler verlopen dan verwacht”, zegt Eveline Vos, programmamanager implementatie Omgevingswet bij de gemeente Den Haag. De harde stop in dienstverlening en het afgeven van vergunningen, waarvoor van tevoren door sommigen gevreesd werd, is uitgebleven. Toch hebben een aantal medewerkers die vergunningsaanvragen moesten behandelen flink last gehad van haperende systemen. Ook staat er voor Den Haag nog veel werk voor de deur: de stad heeft nog geen omgevingsvisie of een omgevingsplan. De stad wilde op 1 januari 2024 vooral de winkel open kunnen houden: vergunningen kunnen verlenen en het omgevingsplan kunnen wijzigen.

Veel vergunningen die eind 2023 nog binnenkwamen, zijn ingediend volgens het oude rechtssysteem. Daardoor was de gemeente Den Haag in maart nog bezig deze aanvragen weg te werken. In Zaanstad hebben ze dit anders aangepakt: doordat ze een stroom aan aanvragen verwachtten eind 2023 hebben ze een tijdelijk team met juristen aangesteld om de aanvragen weg te werken. Dat resulteerde in minder kerstvakantie voor het team, maar de gemeente is wel up-to-date met het wegwerken van de aanvragen. “Op 2 januari hadden wij al een aanvraag binnen die volgens de Omgevingswet was ingediend”, zegt Anne Langenesch, afdelingshoofd Fysieke Leefomgeving en programmamanager Omgevingswet bij de gemeente Zaanstad. Ook bij deze gemeente was er geen groot probleem begin januari.

DSO zorgt nog voor problemen

Toch stellen beide ambtenaren dat nog niet alles soepel loopt. Vooral met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO, het omgevingsloket voor initiatiefnemers) zijn er nog veel problemen. De software werkte in Den Haag in december nog verre van optimaal: bijlages werden soms niet bijgevoegd of juist tien keer, het systeem was traag. Begin april waren de grootste problemen met het systeem wel opgelost, maar de online omgeving goed werkend krijgen, blijft een van de hoogste prioriteiten.

De toepasbare regels (een samenvoeging van regels van verschillende overheden) zijn vooral nog niet goed op elkaar afgestemd. Dat merk je als gebruiker als je door het Omgevingsloket navigeert. Mensen zijn vaak nog veel bezig met het uitzoeken hoe zij informatie moeten interpreteren.

Daarnaast zijn gebruikers vaak nog niet geholpen met de online vergunningschecker. Die doorloop je om te weten of je een vergunning moet aanvragen. In Zaanstad zien ze dat er vaak geen duidelijk ‘ja’ of ‘nee’ uit deze checker komt. Het doel van inzichtelijkheid verzorgen is dan niet bereikt: de gemeente moet alsnog capaciteit inzetten om de aanvrager te helpen. In Zaanstad zien ze ook dat er soms zaken ontbreken in een vergunningscheck. Zo zien de medewerkers  aanvragen binnenkomen waarbij ten onrechte geen ecologische check is gedaan. Dat komt omdat deze verplichting minder vaak uit de vergunningscheck komt. Ze kijken met ecologen hoe ze dit kunnen verbeteren.

DSO geeft inzicht in tegenstrijdige regels

Nu het DSO alle regels op de kaart toont, zien de gemeenten ook hoeveel tegenstrijdige en overlappende regels er zijn. Langenesch: “Wij gebruiken de Omgevingswet om een grote schoonmaak te houden voor alle wetgeving.” Ook Den Haag signaleert dit probleem, maar van een grote schoonmaak is nog geen sprake. Vos: “De wetgeving is nu in één boek geschreven; het is nog niet per sé simpeler geworden. Je wordt nu onvermijdelijker met wetgeving geconfronteerd bij ontwikkelingen. Ik vind isoleren en de wetgeving daaromtrent een goed voorbeeld. Drie jaar geleden maakte niemand er een probleem van dat je eigenlijk ecologisch onderzoek moet uitvoeren voordat je gaat isoleren. Nu kan je niet meer om die wetgeving heen, omdat alles bij elkaar is gebracht.”

Vos voorziet dat ze in Den Haag tegen problemen gaan aanlopen bij aanvragen, bijvoorbeeld voor terrassen: “Initiatiefnemers kunnen een terrasvergunning aanvragen, ondanks dat dit volgens het omgevingsplan niet zou moeten kunnen. Maar omdat het privaatrechtelijk wel weer mogelijk is, botsen deze regels nu in het DSO. Daar gaan we absoluut problemen mee krijgen”.

Op termijn zorgt DSO voor verbetering

Potentie hebben de regels op de kaart zeker, vindt Langenesch. “Op termijn kan het DSO echt voor verbetering zorgen. We zien nu alleen dat alle regels tegelijk worden getoond, zonder dat die goed op elkaar zijn afgestemd. Ik hoop dat we een grote verbeterslag kunnen gaan maken in het aanbieden van gefilterde informatie”, aldus de Zaanse ambtenaar.

Vos voegt toe dat ze had verwacht dat de rijksoverheid meer regie had gepakt in het standaardiseren van de toepasbare regels: “Nu zijn alle 342 gemeenten los van elkaar regels aan het opstellen voor het kappen van een boom. Had dat niet makkelijker gekund? Waarom maken we lokale regels voor het formaat van een brandweerauto? Die hebben toch in heel Nederland hetzelfde formaat?”

Veranderd instrumentarium

Het instrumentarium om met initiatieven om te gaan is veranderd en daar wordt vooralsnog positief op gereageerd. “We zien dat veel initiatiefnemers blij zijn dat er weer een vorm van vooroverleg is”, zegt Langenesch. “Eerder was dit wegbezuinigd. We organiseren nu sinds januari ongeveer elke twee weken in een intaketafel. Dit zijn wel relatief kleine intaketafels. Het is nu nog te vroeg om echt goed te kunnen beoordelen of de tafels doen wat ze zouden moeten doen, namelijk zorgen dat initiatieven beter aansluiten bij de omgevingsplannen.”

Den Haag werkte al met een intake en omgevingstafel voor de invoering van de Omgevingswet. Vos ziet daarin wel dat deze tafels nog niet altijd werken zoals dat zou moeten. “Mensen zitten er vaak toch nog met een afdelingsbril aan tafel. Het gaat dan om winnen of verliezen in plaats van het algemene belang van de stad. Ik denk dat het middenmanagement meer bij het denken in de geest van de Omgevingswet betrokken moet worden, want dit gaat uiteindelijk ook over aansturing.”

Snellere besluitvorming

Lukt het dan nu ook om initiatiefnemers beter en sneller te bedienen bij aanvragen? In Zaanstad ziet Langenesch dat het beter lukt om de proceduretijd te halen. Bij de buitenplanse omgevingsactviteit (BOPA) is dit nog lastig, omdat het bij voorbaat om uitzonderingen gaat. Er zijn nu structuren afgesproken waarbij veel informeel vooroverleg plaats vindt, zodat er minder vergaderd hoeft te worden in de raadsvergaderingen en de raad als formaliteit hun bindend adviesrecht kunnen gebruiken. In Den Haag verwacht Vos niet dat de het niveau van dienstverlening dit jaar al hoger gaat zijn dan voor de inwerkingtreding.

Langenesch merkt op: “Ik ben benieuwd of we al deze verbeterdoelen kunnen behalen met uiteindelijk minder mensen. We hebben flink wat meer mensen aangenomen voor de invoering, en ik zie dat we die de komende jaren nog wel nodig hebben. Maar wordt deze verzwaring in fte structureel?”

Vooruitblikken

Gemeenten zullen nog veel werk moeten verzetten om de Omgevingswet verder in te voeren. “Wat ons blijft helpen zijn voorbeelden van wat andere gemeenten doen”, zegt Langenesch. Daarnaast maakt zij zich zorgen over hoe dit financieel te regelen is, vanwege het dreigende financiële tekort voor gemeenten in 2026.

Vos: “Ik hoop dat het Rijk ook in gaat zien hoe belangrijk de transitieperiode is waar we nu in zitten. Bijna alle omgevingsvisies moeten nog herzien worden, omdat ze eigenlijk nog niet in het systeem passen. Met dat soort dingen zijn we echt nog wel een tijdje bezig.”

Met de Omgevingswet willen we veel problemen tegelijk oplossen, ziet Vos. “We willen én een betere dienstverlening, digitale dienstverlening en alle wetgeving op elkaar afstemmen. Dat lukt natuurlijk niet in één keer: de verbeterdoelen halen die de Omgevingswet beoogt, vraagt een lange adem.”

Contact

Alissa Kerklingh 06 35 11 58 15 LinkedIn

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan