Lessen voor de regionale aanpak van huisvesting aandachtsgroepen
Waardevolle inzichten voor professionals die betrokken zijn bij het maken van regionale afspraken over de huisvesting van aandachtsgroepen.
In samenwerking met
Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in het huisvesten van aandachtsgroepen. Dit betekent dat zij nauw samenwerken met partners als gemeenten en zorg- en welzijnspartijen. Meestal worden de woonzorgvisies opgesteld door gemeenten, samen met stakeholders. Maar woningcorporatie deltaWonen nam zelf het heft in handen, en stelde als één van de eerste woningcorporaties een visie over wonen en zorg op. Petra Stuitje is programmamanager Wonen met zorg bij woningcorporatie deltaWonen en vertelt er meer over: “We zagen dat bij onze huurders de vraag naar ondersteuning toenam en kregen de behoefte om een eigen visie op wonen en zorg te ontwikkelen. Die visie helpt ons om goede keuzes voor de toekomst te maken. Eén van de doelen die we ons bijvoorbeeld hebben gesteld, is om minimaal één woonvorm per jaar voor aandachtsgroepen te ontwikkelen. Zo willen we bijdragen aan een genereuze samenleving waar iedereen zijn of haar eigen plekje vindt.”
Eén van de pijlers in de visie ‘Wonen met zorg’ van deltaWonen is het bewerkstelligen van een ‘inclusieve en genereuze samenleving’ die inzet op de mogelijke participatie van iedereen. Vanuit het idee dat zo’n samenleving niet vanzelf ontstaat, maar dat professionals en bewoners dit samen creëren. De leidende principes voor een genereuze samenleving zijn volgens deltaWonen:
Elk van de drie gemeenten waar deltaWonen actief is (Zwolle, Kampen en Oldebroek) heeft eigen beleid en regelgeving. Beide zijn bepalend voor wat wel en niet mogelijk is. Petra Stuitje: “In Kampen voerden ze regelgeving in die het lastig maakt voor onze projecten. Zo is het momenteel niet mogelijk om een woonvorm voor aandachtsgroepen in de binnenstad te realiseren. In Zwolle is door regelgeving woningsplitsen niet overal mogelijk. Je moet elkaar zien te vinden en samen kijken wat wel mogelijk is of hoe je een initiatief samen mogelijk kunt maken. Ik ben iemand die overal aan tafel zit bij de gemeenten, dat werpt wel z’n vruchten af. Ik grap wel eens met gemeenteambtenaren dat wij elkaar vaker zien dan onze eigen collega’s.”
Zij ziet in de samenwerking een verschil in het realiseren van woonvormen voor aandachtsgroepen en voor ouderen, al is in beide gevallen het opbouwen van vertrouwen cruciaal. “We hebben samen met de gemeente Zwolle en de zorg- en welzijn organisaties in de afgelopen jaren verschillende projecten gerealiseerd. Je leert elkaar dan kennen en dat helpt ook weer bij volgende projecten. Rond het onderwerp aandachtsgroepen weten we elkaar te vinden en hebben we vertrouwen opgebouwd. Voor ouderenhuisvesting zijn we nog in de beginfase. Maar ik merk dat de gesprekken tot nu toe fijn verlopen.”
Community 4.2 is één van de projecten waar Petra Stuitje trots op is. Het is een gemengd wonenproject waar tien kwetsbare jongeren samenleven met vijf reguliere studenten. Petra Stuitje: “Eén van die reguliere studenten is Jan. Waar hij vandaan komt is elkaar ondersteunen heel normaal. Dat vindt hij terug in het gemengd wonenproject, waar hij een actieve bijdrage aan de community levert.” Het nadenken over community building is voor Petra Stuitje een essentieel onderdeel van elk planvormingstraject. “Wanneer je bijvoorbeeld bouwt voor senioren wil je niet een complex met alleen maar mensen met een zorgvraag. Je wilt een gemengde buurt creëren waren mensen naar elkaar omkijken en elkaar kunnen ondersteunen.”
In het sturen op woonzorginitiatieven ziet Petra Stuitje verschillen tussen gemeenten. “De ene gemeente werkt met afspraken op hoofdlijnen, de andere gemeente maakt een uitvoerig uitvoeringsplan met allerlei actiepunten. In beide gevallen moeten we oog hebben voor kansen die zich spontaan voordoen. Als er een gebouw van ons vrij gaat komen, dan bespreek ik graag met de gemeente, zorg en welzijn wat een goede invulling van het gebouw kan zijn. Wat is de opgave en welke groepen kunnen er in deze situatie geholpen worden? In Zwolle zijn we nu bijvoorbeeld bezig met een sloop-nieuwbouw project aan De Havezate. Dit is een ouderencomplex maar hier willen we graag verschillende aandachtsgroepen huisvesten, waaronder ouderen met een psychische kwetsbaarheid. Hiervoor is een werkgroep ingericht met de verpleegzorg, de RIBW (Regionale Instelling voor Beschermd Wonen), het zorgkantoor, gemeente Zwolle (zowel vanuit wonen als sociaal domein) en drie welzijnspartijen. Het slopen en bouwen is nog niet begonnen, maar in deze werkgroep zijn we nu alvast aan het nadenken over mogelijke woonleefconcepten en welke stappen we nu al kunnen zetten.”
Inmiddels hebben de gemeenten Zwolle, Kampen en Oldebroek ook eigen visies gemaakt op wonen en zorg. En op 20 maart 2024 waren Zwolle en Kampen medeondertekenaars van de eerste regionale woonzorgvisie van Nederland. West-Overijssel had de primeur. In de regionale woonzorgvisie staat onder andere een afsprakenkader voor de huisvesting van ouderen. Het doel is om tot 2030 in West-Overijssel 6.590 woningen voor ouderen erbij te bouwen, waaronder nul-treden, geclusterde en zorggeschikte woningen. Petra Stuitje: “Ik merk dat het voor ons als woningcorporatie nog wel zoeken is wat dit nu precies voor ons betekent. Het is helder wat een nul-tredenwoning is. Maar wat een zorggeschikte woning precies is, daar zijn nog niet alle betrokken stakeholders het over eens. En ook vanuit het Rijk is de definitie nog niet helemaal duidelijk. Vandaar dat we steeds met elkaar in gesprek moeten blijven.”
Petra Stuitje is niet alleen betrokken bij de regionale woonzorgvisie, maar neemt ook deel aan de overleggen die voortvloeien uit het Integraal Zorgakkoord (IZA, zie kader). “Ik vind het belangrijk om als woningcorporatie ook aan tafel te zitten. Er zit overlap tussen de regionale woonzorgvisie en wat er wordt besproken in het kader van het IZA. Overzicht over het geheel is echt nodig om te voorkomen dat er zaken dubbel worden gedaan of tegenstrijdige keuzes worden gemaakt.”
In 2022 tekende het ministerie van VWS samen met zorgpartijen het Integraal Zorgakkoord (IZA), met als doel de zorg efficiënter vorm te geven. In het IZA is afgesproken dat zorgkantoren samen met zorgorganisaties en gemeenten een regiobeeld opstellen met een analyse van de regionale knelpunten en kansen. In de zorggenoemde regiobeelden worden de zorgbehoefte van de bevolking en de capaciteit en prestaties van zorg, welzijn en ondersteuning weergegeven. Vervolgens maken de partijen op basis van de regiobeelden en de gestelde ambitie en een uitvoeringsplan. De plannen die hier gemaakt worden zijn relevant voor aandachtsgroepen met een zorgvraag zoals ouderen, uitstroom uit beschermd wonen en maatschappelijke opvang en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
Petra Stuitje: “In de gesprekken met zorgaanbieders over de vergrijzing merk ik dat ze meer willen doen aan preventie, vanuit de gedachte dat senioren dan langer vitaal blijven. Dan denk ik: je hoeft het niet alleen te doen, maak gebruik van de andere partijen die er zijn. We zijn allemaal verantwoordelijk voor ons stukje, maar werk vooral ook samen. Er zullen altijd grijze gebieden zijn, er zijn geen harde scheidslijnen tussen de inzet van partijen. Maar in de grijze gebieden kunnen we elkaar wel helpen.” Hetzelfde geldt volgens haar voor het zorgkantoor. “Als de woningcorporatie woonvormen creëert die het welzijn bevordert, doen mensen minder snel een beroep op de zorg. Als dit Wlz gefinancierde zorg betreft scheelt dat weer in de kosten voor het zorgkantoor. Ik vind dus dat het zorgkantoor moet meefinancieren in preventie door welzijn. Het is mooi om te zien dat het zorgkantoor dit onderwerp ook belangrijk vindt en inmiddels een community builder heeft aangenomen. Door met alle samenwerkingspartners aan tafel te zitten leren we elkaar kennen, elkaars taal spreken en begrijpen. Dit leidt tot vertrouwen wat voor een fundament zorgt van waaruit mooie samenwerkingen tot stand komen.” Dit draagt bij aan de genereuze samenleving die deltaWonen voor ogen heeft.