Verdieping Wonen senioren

Professionele ondersteuning nodig voor vitale woongemeenschappen

4 oktober 2023 | Leestijd: 4 minuten
In de komende jaren wordt er vanwege de vergrijzing flink geïnvesteerd in ouderenhuisvesting. Een deel hiervan bestaat uit geclusterde woonvormen met een ontmoetingsruimte. Het achterliggende idee is dat bij elkaar wonen onderlinge contacten stimuleert en eenzaamheid tegengaat. Met gezondheidswinst als mooi resultaat. Maar zonder professionele ondersteuning is het lastig dit ideaal te realiseren, zo laat Anja Machielse, hoogleraar humanistiek en sociale weerbaarheid van de Universiteit voor Humanistiek, weten.

“Mensen denken pas heel laat na over hun oude dag”, aldus Machielse. “Zij vinden de keuze om te verhuizen heel ingewikkeld. En uit onderzoek blijkt dat er grote verschillen tussen ouderen zijn. Draagkrachtige ouderen besluiten vaak te verhuizen, omdat ze dichter bij voorzieningen willen wonen of dichter bij de kinderen. Zij ervaren verhuizen als een bewuste keuze. Ouderen met minder draagkracht verhuizen vaker vanwege pushfactoren. Bijvoorbeeld na het overlijden van een partner of omdat het huis of de tuin te groot zijn om te onderhouden, of niet meer kunnen traplopen. Een groot deel van deze groep komt in de complexen van woningcorporaties te wonen.”

Verhuismotieven voor ouderen

Er zijn verschillende motieven waarom mensen gaan verhuizen. Uit veel onderzoeken blijkt dat als mensen bewust kiezen voor een nieuwe woning, zeker voor ouderenhuisvesting, het sociale aspect doorslaggevend is. “Ja, mensen willen weten wie er in hun omgeving woont en het gevoel hebben dat anderen hen ook kennen. Ze zoeken een plek waar meer ouderen van dezelfde leeftijd wonen. Ze hebben dan het gevoel dat ze makkelijker (nieuwe) mensen kunnen ontmoeten waar ze goed contact mee kunnen hebben. En de gedachte is dan ook dat ze dan op die nieuwe woonplek dankzij de contacten veel sneller een thuisgevoel krijgen. Ik woon hier niet alleen, maar voel me hier ook thuis. De sociale contacten en de gezelligheid zijn hier heel bepalend in. Het geeft hen ook een veilig gevoel.”

Sociale contacten maken van een huis een thuis

“Het verschil tussen een huis en thuis kunnen we ook demonstreren aan de hand van de piramide van Maslow”, aldus Machielse. “Deze piramide geeft de behoeften van mensen weer. Dan zie je dat de woning, het gebouw, de dienstverlening en veiligheid bijdragen aan wat we het ‘huis’ noemen. De woning moet geschikt, comfortabel en betaalbaar zijn en de omgeving moet schoon en veilig zijn. En als het nodig is zorg en ondersteuning in de buurt. Dat is wat een huis geschikt maakt voor ouderen. Maar dankzij de sociale contacten, het ertoe doen en mogelijkheden om hun talenten te benutten wordt het een ‘thuis’. Kun je makkelijk mensen ontmoeten? Zijn er mensen voor wie je wat kunt doen of die jou kunnen helpen als het nodig is? Kun je je mogelijkheden gebruiken en regie voeren over je leven? Dat zijn de zaken waar het om gaat.”

Figuur Vitaal wonen volgens de piramide van Maslow: een huis en een thuis.

Activiteiten voor gelijkgestemden kansrijker

Om het ‘thuisgevoel’ te stimuleren, zet (rijks)beleid in op ontmoeting. “Dat is een heel mooi streven, maar er zijn een aantal belangrijke knelpunten die het ingewikkeld maken om in de sociale behoeften te voorzien. De belangrijkste is dat de groep ouderen zeer divers is. Er zijn grote verschillen in opleiding, inkomen, culturele achtergrond, gender/seksualiteit en zorgbehoefte. Deze groepen hebben andere wensen en behoeften waar het gaat om sociale contacten en activiteiten. Vaak heeft slechts een klein deel van de bewoners behoefte aan sociale contacten en activiteiten in het complex en een grote groep niet, omdat zij bijvoorbeeld nog contacten hebben buiten het complex. Dat maakt het vaak veel kansrijker om in te zetten op kleinschalige activiteiten voor groepjes gelijkgestemden, zoals een wandel-, lees- of kookclub, dan laagdrempelige activiteiten waarvan je hoopt dat iedereen daaraan mee doet.”

Zelforganisatie met professionele ondersteuning

Een ander knelpunt is dat bij sommige groepen de zelforganisatie beperkt is: “Er zijn ouderen die wel willen helpen maar zelf nooit dingen hebben georganiseerd. Zij nemen liever niet het voortouw en hebben hulp nodig bij het plannen van activiteiten. Anderen zijn huiverig om zich in te zetten, omdat ze het gevoel hebben het toch nooit goed te doen. Als je dat gevoel hebt, dan is het niet makkelijk om je met veel energie ergens voor in te blijven zetten. Om mensen dan toch actief te houden, is vaak voor een aantal uren per week professionele ondersteuning nodig: iemand die meedenkt, die helpt bij de organisatie, mensen motiveert als ze teleurgesteld zijn om dat er dingen zijn fout gegaan of die bemiddelt bij conflicten. Deze professional kan ook helpen wanneer de continuïteit uit de actieve bewonersgroep wegvalt, omdat er bijvoorbeeld iemand gezondheidsproblemen krijgt.”

Samenwerking van corporaties met welzijn en zorg

“Bij het organiseren van de professionele ondersteuning kunnen partijen samenwerken. De woningcorporatie heeft vaak een sociaal beheerder, maar ook zorg en welzijn kunnen een rol spelen. Zij kunnen meehelpen bij het organiseren van activiteiten, gesprekken voeren met bewoners en als de gezondheid achteruit gaat, mensen toeleiden naar passende zorg. Woningcorporaties hebben vaak geen middelen of capaciteit om stevig hierop in te zetten, maar voor de vitaliteit van de gemeenschap is investeren in professionele ondersteuning echt van belang.”

 

Profielfoto Anja MachielseAnja Machielse is hoogleraar humanistiek en sociale weerbaarheid van de Universiteit voor Humanistiek.

Contact

Susan van Klaveren 06 57 94 36 78 LinkedIn

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan