Tokyo leert van Nederland over verduurzaming
Ambtenaren uit Tokyo bezochten Platform31 om kennis uit te wisselen over de energietransitie, innovatie en gezamenlijk leren.
Op 10 maart 2022 werd het jaarlijkse Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)-congres georganiseerd. In de sessie ‘Van Leren naar opschalen: hoe dan?’ werden concrete proeftuinervaringen gecombineerd met transitiekennis om te komen tot inzichten waar iedereen van kan profiteren. Wouter Kersten, die het kennisdossier Opschaling van Platform31 samenstelt, maakte een aanvullende reflectie: wat zijn onze take aways van deze sessie?
Er zijn in PAW al successen te vieren, zoals (deel)aanpakken die in een bepaalde proeftuin echt succesvol bleken te zijn. Soms is daar echter geen vervolg voor mogelijk, bijvoorbeeld omdat er geen budget meer voor is. Er is ook geen proces georganiseerd om een (lokaal) vervolg te geven aan een succesvolle aanpak. Alvorens overhaast te regelen dat dergelijke successen lokaal en elders navolging krijgen (oftewel worden opgeschaald), is het verstandig om twee zaken na te gaan:
Je zou van een succesvolle casus (N = 1) willen weten of die ook in andere gevallen werkt, en waar dat aan ligt (N = 3, 5, 10), alvorens de aanpak op te gaan schalen naar heel Nederland (N = 3000). Er zou systematisch moeten worden nagegaan of successen, of elementen ervan, herhaalbaar zijn. En andersom: of falen wel of niet een ongelukkig toeval betrof.
Er worden in discussies veel termen gebruikt waarvan de connotatie het verloop van de discussie flink kan sturen. Zo wordt ‘top down’ vaak als iets negatiefs gezien. Hetzelfde geldt voor een term als ‘regie’, terwijl er wel breed wordt erkend dat er juist een (goede vorm en bron van) ‘regie’ nodig is om niet in chaos te belanden. Een term als ‘participatie’ wordt vaak als positief gezien, maar wel als iets dat door de overheid voor burgers wordt geregeld. Hoe werkt dat als een lokaal initiatief de gemeente nodig heeft voor bepaalde zaken; hebben we het dan over ‘overheidsparticipatie’?
De les is tweeledig: wees bewust dát woordkeuze van invloed is op het proces. Maar ook: de termen die je gebruikt zijn vaak multi-interpretabel; het draait om de invulling die je eraan geeft. Richt je dus, in plaats van je blind te staren op die termen, op overeenstemming over de concrete invulling van die termen.
Niet alleen de toon maakt de muziek, maar zeker ook het ritme. Het gaat niet alleen over de vraag wat iets tot een succes maakt, maar ook wanneer erover wordt gecommuniceerd. Als bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van een gemeente een warmtenet voor een wijk of meerdere wijken de gewenste oplossing is, kan de communicatie daarover ertoe leiden dat de oplossing door anderen wordt weggezet als “top down opgedrongen”, “leidend tot lock-in”, enzovoort. Terwijl het, in sommige gevallen bijvoorbeeld als overbrugging voor de komende decennia, zowel technisch als qua betaalbaarheid een goede optie kan zijn. De weerstand kan dan voortkomen uit een gevoel van onvoldoende betrokkenheid, geen keus hebben, pas worden geïnformeerd als er geen weg terug meer is. De weerstand is er dan meer tegen het proces en de manier van communiceren dan tegen de inhoud.
Door proces, communicatie en timing verstandig(er) in te richten kan veel weerstand worden voorkomen. Een ander voorbeeld is als een gemeente juist super-participatief werkt en bewoners vanaf het allereerste moment wil meenemen, maar dan juist op frustratie en afhakers stuit omdat er nog erg weinig duidelijk is. In die situatie moet met communicatie worden voorkomen dat de gemeente als incompetent wordt gezien.
Op de PAW-website is een kort verslagje en een video van de deelsessie te vinden.
Deze reflectie op het PAW-congres maakt deel uit van het kennisdossier Opschaling van Platform31. Eerdere publicaties uit dit dossier: