Op zoek naar een rechtvaardige stad
Perspectieven en praktijkvoorbeelden voor rechtvaardige steden en wijken.
“Rechtvaardigheid en het recht op de stad is voor mij het recht voor huidige en toekomstige bewoners op een stad die voor iedereen toegang biedt tot hulpbronnen en die ook de verdeling van die hulpbronnen op een rechtvaardige manier wil organiseren. En daar kun je dan weer allemaal dingen omheen vlechten, zoals dat het een inclusieve stad is bijvoorbeeld. Maar het recht op de stad staat centraal.” Aan het woord is Guido Walraven, tot voor kort lector Dynamiek van de Stad bij Hogeschool Inholland. We spreken hem over het concept ‘de rechtvaardige stad’, wat dat inhoudt en hoe het rechtvaardig maken van de stad voor gemeenten te verwezenlijken is.
“Vanuit de klassieke oudheid hebben mensen zich al beelden over de ideale stad gevormd. Vanaf de tijd van Plato zijn hier mooie plaatjes over gemaakt en zijn er utopische denkers mee bezig geweest, ook omdat de stad lang het meest dichtbije schaalniveau was waarop mensen erover na gingen denken.” Als lector wijdde Walraven een groot deel van zijn werk aan de rechtvaardige stad en aan complexe en taaie maatschappelijke kwesties als armoede. Zogeheten wicked problems waarbij kennis, samenwerking en een normatief perspectief om deze problemen op te lossen belangrijk zijn. Voor Walraven was het perspectief van de rechtvaardige stad eigenlijk altijd al van belang als overkoepelend normatief perspectief bij het bestuderen van de dynamiek van de stad, bijvoorbeeld bij maatschappelijke vraagstukken rond de toenemende ongelijkheid in Nederland. “Je ziet dat ongelijkheid op het gebied van onderwijs, werk en inkomen, gezondheid en wonen in elkaar grijpen en elkaar versterken. Dat weten we eigenlijk al langer, bijvoorbeeld dat het opleidingsniveau van iemands ouders al veel vertelt over hoe die persoon eraan toe is. Dit geeft al aan dat we die rechtvaardige stad nog niet goed genoeg georganiseerd hebben, want in zo’n stad zou het niet uit moeten maken of je ouders rijk of arm zijn. En wat je in een rechtvaardige stad wilt is dat iedereen de kans krijgt zijn of haar talenten te ontdekken en te ontwikkelen zodat iemand van betekenis kan zijn voor het geheel.”
Om te werken aan een rechtvaardige stad kun je gebruikmaken van verschillende bouwstenen en inspiratiebronnen, zoals mensenrechten, brede welvaart, de door Kim Putters in 2013 geïntroduceerde verzorgingsstad en de duurzame ontwikkelingsdoelen of SDG’s. De belangrijkste bouwsteen voor een rechtvaardige stad is volgens Walraven de duurzame stad: “De urgentie van duurzaamheid is erg groot. Ik denk dat we er absoluut niet omheen kunnen.” Wat hem hierbij inspireert is Kate Raworths begrip van de ‘donuteconomie’, waarin ze stelt dat er een ecologisch plafond is waar je niet overheen moet gaan, maar ook een sociaal fundament waar je niet onder moet komen en dat sterk genoeg moet zijn, zodat er een niveau van welvaart en welbevinden is dat aanvaardbaar is voor iedereen. Daartussen zit de rechtvaardige ruimte waarbinnen elke bewoner ‘kan floreren’. Ook bij de donuteconomie geldt dat je in het oog houdt dat je de toegang tot hulpbronnen voor toekomstige generaties niet in gevaar brengt. De donuteconomie zegt eigenlijk meer over de samenleving als geheel omdat het niet alleen gaat over ‘smalle’ welvaart en economie, maar over meerdere terreinen. Deze donutsamenleving en de rechtvaardige stad grijpen in elkaar en bouwen op elkaar voort. Een begrip als donuteconomie is voor Walraven dan ook een bouwsteen voor een rechtvaardige stad. Je kunt de principes van zo’n begrip gebruiken door – op maat – accenten te leggen waar je als stad in Nederland mee wilt beginnen. Met alle bouwstenen tegelijk aan de slag gaan is nu eenmaal ondoenlijk, je moet prioriteiten stellen.
Veel gemeenten zullen nu al beleid ontwikkelen en uitvoeren dat bijdraagt aan een rechtvaardige stad, zonder dat er een bepaalde visie geformuleerd is op wat een rechtvaardige stad precies inhoudt. Walraven adviseert gemeenten om te onderzoeken welk beleid impliciet al probeert de stad rechtvaardiger te maken en om tegelijkertijd een visie op rechtvaardigheid te ontwikkelen. Zo maak je duidelijker welke kant je met je beleid op wilt en motiveer je tegelijkertijd mensen die al aan de slag zijn met het principe en stimuleer je ze om dit te verbreden en te versterken. Wat hem betreft wordt dit beleid ontwikkeld vanuit het perspectief van de zwakkeren in de samenleving (geïnspireerd door de principes van John Rawls’ Theory of Justice). Inspiratie is ook te vinden in gemeenten die ‘donutstad’ willen worden of die de duurzame ontwikkelingsdoelen of de kenmerken van brede welvaart als leidraad nemen.
Walraven ziet al veel positieve dingen gebeuren en constateert daarbij dat een groot deel van de positieve energie rond de rechtvaardige stad van onderop komt. Als voorbeelden noemt hij het landelijk netwerk van actieve bewonersgroepen LSA en zogenoemde crafting communities: vernieuwende samenwerkingsverbanden waarin burgerinitiatieven bijvoorbeeld samenwerken met ondernemers, welzijnsorganisaties en gemeenten om zaken te verbeteren. Er zit dan echt vernieuwingskracht in, aldus Walraven. Dit soort samenwerkingen zijn dan ook belangrijk om de rechtvaardige stad dichterbij te brengen. Ook de wijkaanpak, waar steeds meer gemeenten (weer) mee aan de slag gaan, is een kans voor beter beleid voor de rechtvaardige stad, waarbij kennis en de participatie van bewoners van belang is (naast kennis uit onderzoek en vakkennis van professionals). De gemeente kan dergelijke ontwikkelingen van onderop stimuleren en faciliteren. Dat kan onderdeel zijn van het verwerkelijken van de gemeentelijke visie. Daarbij past ook dat ambtenaren die zich voor een rechtvaardiger stad (willen) inzetten ruimte en steun krijgen.
Het lectoraat van Walraven publiceerde in de zomer van 2021 de bundel Werken aan een meer rechtvaardige stad, die hier te downloaden is.
Guido Walraven nam op 1 juli 2021 afscheid als lector Dynamiek van de Stad. Vanuit Hogeschool Rotterdam ging hij in zijn afscheidsrede in op de vraag hoe mensen zich samen inzetten om hun buurt of stad beter, leuker en rechtvaardiger te maken.