Korte voedselketens voor een duurzame samenleving
De huidige wet- en regelgeving is ontoereikend voor gemeenten om een gezonde voedselomgeving te realiseren, vindt Miranda Vroom.
In Nederland heeft vijftig procent van de bevolking overgewicht. Als we de boel de boel laten, wordt dat in 2040 zo’n zestig procent van alle Nederlanders. “Een belangrijke oorzaak is de manier waarop onze voedselomgeving is ingericht. Uit onderzoek in Rotterdam blijkt bijvoorbeeld dat het aantal aanbieders van fastfood veel harder stijgt dan het totaal aantal voedselaanbieders”, licht Vroom toe. Gemeenten geven aan te weinig middelen te hebben om te kunnen sturen op een gezonde en duurzame voedselomgeving. Ze missen instrumentarium. “Op dit moment is het voor gemeenten lastig om op basis van gezondheidsredenen invloed uit te oefenen op wie zich vestigt in hun gemeente. Het is voor gemeenten enkel mogelijk om vestigingen te weren op basis van bijvoorbeeld stank- en geluidsoverlast”, verwoordt Vroom. Om die reden startte het ministerie van VWS met een verkenning naar de juridische instrumenten die gemeenten kunnen gebruiken om een gezonde en duurzame voedselomgeving te creëren.
In de brief naar de Tweede Kamer staat voorgaande conclusie plus het verzoek om te zorgen voor wettelijke kaders. “Staatssecretaris Van Ooijen heeft de Tweede Kamer laten weten dat hij voor gemeenten een bevoegdheid wil creëren om regels te stellen waarmee de vestiging van nieuwe ongezonde voedselaanbieders kan worden geweerd, bijvoorbeeld in de directe omgeving van een school”, vertelt Vroom. Vervolgens zijn er nog heel veel uitvoeringsvragen die het ministerie van VWS zal moeten beantwoorden, zoals: wat is gezonde en ongezonde voeding? Wanneer mogen gemeenten een voedselondernemer weigeren? En wie gaat daarop toezien?
Vanuit het ministerie van VWS zit de focus op de afname van overgewicht in Nederland. “De afgelopen jaren zijn de overgewichtcijfers helaas niet gezakt. Het is uit verschillende onderzoeken steeds duidelijker geworden dat overgewicht niet enkel een individuele oorzaak heeft, maar dat het voor een groot deel veroorzaakt wordt door de verleidingen waaraan individuen blootstaan, de zogenaamde voedselomgeving”, verklaart Vroom. In het preventieakkoord, dat het ministerie van VWS in 2018 ondertekende, is daarom aangegeven dat een gezonde voedselomgeving erg belangrijk is. Het is belangrijk dat gemeenten kunnen gaan sturen op een gezonde voedselomgeving, omdat we de afgelopen jaren een toename zagen van het aantal aanbieders van ongezonde voeding en daarbij hun reclameboodschappen van ongezond voedsel tot ongezonde keuzes verleiden. “Als gemeenten ervoor kunnen zorgen dat het aanbod gezonder wordt, leidt dat hopelijk ook tot een gezondere samenleving met minder overgewicht”, bepleit Vroom.
Als het gaat om de benodigde wet- en regelgeving voor gemeenten om bepaalde voedselondernemers te kunnen weigeren, is het belangrijk om een duidelijk toetsingskader te hebben voor gezond en ongezond voedsel. “Het lijkt heel simpel, maar als je er over gaat nadenken, is het niet meteen duidelijk welke ondernemers gezond/ongezond voedsel verkopen. Bijna iedere voedselondernemer verkoopt zowel gezonde als ongezonde producten. Maar de verhouding verschilt. Een duidelijke definitie of afwegingskader is cruciaal voor de toekomstige wetgeving”, legt Vroom uit. Ook op internationaal vlak zijn hiervan nog weinig voorbeelden. Een tweede obstakel waar Vroom aan refereert, is de benodigde switch in gedachtegang van de samenleving. De overheid gaat zich immers bemoeien met het voedselaanbod. “Het kan voelen als betutteling. De gemiddelde Nederlander wenst namelijk de vrijheid om zelf te kiezen wat hij/zij consumeert. De vraag is echter of de keuze nu echt wel zo vrij is, omdat we door het grote aanbod en via marketing en reclame gestuurd worden richting de ongezonde keuzes. Dat geldt voor volwassenen én kinderen”, verduidelijkt Vroom.
Het akkoord is gesloten voor de preventie en het terugdringen van overgewicht in Nederland. en gezonder eten, zijn daarbinnen de twee belangrijke pijlers. “Het is belangrijk dat de omgeving aanzet tot gezond gedrag”, stelt Vroom. Het voedselaanbod in horeca en supermarkten is van grote invloed op de consumptie van de Nederlander. “Daarom zijn we in gesprek met onder meer de supermarkten. We pleiten ervoor dat ze ongezonde producten minder aantrekkelijk maken en de gezonde producten juist aantrekkelijker maken om te kopen. Daarin worden mooie stappen gezet. Ook de productsamenstelling verbetert door minder suiker, zout en vet en door meer assortiment aan te bieden dat binnen de schijf van vijf valt. Daarin zetten supermarkten en de levensmiddelenindustrie inmiddels vrijwillige stappen”, zegt Vroom. Van Ooijen heeft daarnaast ook aangekondigd marketing gericht op kinderen tot 18 jaar te reguleren. Verder financiert het ministerie van VWS-initiatieven als Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG), de Gezonde School en het Voedingscentrum. Deze initiatieven dragen bij aan een gezonder Nederland.
De eerste stap was het agenderen van het thema en laten zien waar gemeenten tegenaan lopen. “Als ministerie hebben we input van gemeenten nodig om te achterhalen waar zij tegenaan lopen. Dat resulteerde erin dat we onlangs een brief naar de Tweede Kamer stuurden met daarin de noodzaak voor wet- en regelgeving”, vertelt Vroom. Inmiddels zijn in de City Deal acht gemeenten aangehaakt en aan het experimenteren binnen de huidige wettelijke mogelijkheden. “Het is belangrijk dat hun geleerde lessen en voorbeelden worden verspreid naar andere gemeenten, zodat ook zij ermee aan de slag kunnen. Gelukkig worden steeds meer gemeenten zich bewust van de urgentie van een gezonde en duurzame leefomgeving”, vervolgt Vroom. “Voor ons is de City Deal geslaagd als de thematiek bij meerdere gemeenten op de agenda staat en als we erin slagen om wet- en regelgeving of het vooruitzicht daarop te realiseren.”
Deelnemende partijen aan de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving: gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Almere, Ede, Utrecht, Haarlem, Den Haag en Wageningen, de ministeries van LNV, VWS en BZK en Voedingscentrum, De Taskforce Korte Keten, JOGG, Flevo Campus en Platform31.