Gemengde wijken herladen
Hoe kan de hernieuwde aandacht voor de 'gemengde-wijkaanpak' vruchten afwerpen voor bewoners, buurt, wijk en stad?
Het ‘versterken van de differentiatie’ en het ‘tegengaan van een hoge concentratie kwetsbare bewoners’ zijn nog altijd leidende principes. Het kabinet trekt miljoenen uit voor twintig kwetsbare wijken in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Met het realiseren van „een meer gemengde woningvoorraad” als belangrijke doelstelling.
Lange tijd was sloop en nieuwbouw het voornaamste instrument om wijken te mengen. Nieuwe, betere woningen zouden hogere-inkomensgroepen naar de wijk lokken om de concentratie van armoede te doorbreken. Dat leidde vooral in de grote steden tot verdringing: een aantal huishoudens met lagere inkomens verdwenen uit de wijken. De sociale problemen van de kwetsbare bewoners verbeterden echter niet.
Tegenwoordig zetten veel gemeenten bij het mengen van wijken in op een meer sociale en inclusieve wijk. Ze kiezen voor fysieke ingrepen (werk aan woningen en de openbare ruimte) die als vliegwiel dienen voor sociale interventies, zoals het faciliteren van ontmoetingsplekken voor en door bewoners waar ook welzijnsprofessionals actief zijn. Gemeenten proberen ook ‘sociale stijgers’ in de wijk te behouden en te investeren in rolmodellen en sleutelfiguren; het sociale weefsel van de wijk. Bij schaarste en een weinig gereguleerde woningmarkt ligt verdringing nog steeds op de loer. Voor de zittende bewoners wordt hun veryupte wijk door stijgende kosten voor wonen en leven onbetaalbaar. Het beoogde ‘verheffingseffect’ treedt niet of nauwelijks op.
Door kwetsbare wijken te mengen worden de wijk en de zittende bewoners tot lijdend voorwerp gemaakt. Dat is bepaald niet eerlijk, als je bedenkt dat deze ‘problemen’ deels het resultaat zijn van ander beleid, zoals de ingeperkte rol van de corporatiesector en de extramuralisering van de zorg. Ook de ver doorgevoerde marktwerking op de woningmarkt leidde tot striktere scheidslijnen tussen arme en rijke wijken.
Herbezinning is noodzakelijk. Niet de concentratie van kwetsbare bewoners is het probleem, maar de scheefgegroeide woningvoorraad in de stad, die ertoe leidt dat rijke en arme mensen gescheiden leven van elkaar. De oplossing is simpel: meng niet alleen arme, maar ook rijke wijken. Een voorstel van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) biedt hiervoor kansen: hij streeft naar 30 procent sociale huurwoningen in elke gemeente. Bouw deze woningen niet in corporatiewijken, maar in rijke wijken.
De verzachtende sociale interventies in de huidige wijkenaanpak zijn een doekje voor het bloeden van de zittende bewoners. Ze wegen niet op tegen de sorterende werking van de vrije woningmarkt. Een buurtfeest gaat verdringing niet tegen. Stedelijk anti-segregatiebeleid wel.
Deze opinie is in NRC gepubliceerd op 1 juli 2023.