Leefbaarheid groeikernen onder druk; toekomst van New Towns vraagt aandacht van Rijk
Hogere inkomens verlaten verouderde wijken. De gemeenten zien armoede, eenzaamheid en ondermijning toenemen.
De verkenning vindt deels plaats aan de hand van bestudering van documenten die de basis vormen van de gebiedsprogramma’s. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met directe betrokkenen van de programma’s. Opvallend was dat uit de gesprekken bleek dat bij het ontwikkelen van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid de brede welvaartmonitor als een belangrijk uitgangspunt is gebruikt, terwijl dat voor de andere twee programma’s niet (of nauwelijks) het geval is geweest.
Uit de resultaten blijkt dat indicatoren zoals de kwaliteit van woningen, opleiding van de bevolking en het veiligheidsgevoel in alle programma’s een prominente plek hebben. Indicatoren binnen de brede welvaartmonitor die betrekking hebben op het milieu, de natuur, stikstofdepositie e.d. zijn juist niet vertegenwoordigd in de gebiedsprogramma’s.
Betrokkenen van de gebiedsprogramma’s zien de brede welvaartmonitor vooral als een kwantitatieve tool. Men vindt kwantitatieve data belangrijk, maar het zijn vooral kwalitatieve data die een goed beeld geven of een programma tot de beoogde resultaten leidt voor de bewoners van de wijk om wie het gaat. Daarom wordt vooral gehecht aan hun verhalen, ervaringen en situaties.
Betrokkenen van de gebiedsprogramma’s zien het brede welvaartsconcept als een goed startpunt voor een gesprek over wat er belangrijk is in een gebiedsaanpak. Voor het monitoren vullen de bredere, kwantitatieve insteek vanuit de brede welvaartmonitor en de specifiekere, kwalitatieve insteek vanuit de gebiedsprogramma’s zelf elkaar goed aan. Uit de resultaten kunnen aansluitend acties volgen zoals het bijstellen van de programma’s.
"*" geeft vereiste velden aan